Wat is de Europese bankenunie en voorkomt die een toekomstige bankencrisis?

De wereldwijde bankencrisis bracht in 2007 en 2008 grote tekortkomingen aan het licht in de structuur en de uitvoering van het toezicht op nationale instellingen en het financiële stelsel. Ook kwamen tekortkomingen in het risicobeheer van veel financiële instellingen aan het licht. Deze instellingen werken vaak grensoverschrijdend. Nationale toezichtstructuren bleken niet berekend op de onderling sterk verweven Europese financiële markten.

Het gevolg was dat in veel EU-landen nationale overheden financieel moesten ingrijpen bij banken, om ineenstorting van het financiële stelsel te voorkomen. In Nederland was sprake van overheidsingrijpen bij de grootbanken ABN-AMRO, ING en SNS (sinds 2017 de Volksbank). De gevolgen voor de nationale begroting en daarmee voor de belastingbetaler waren groot.

Om overheidsingrijpen bij banken in de toekomst te voorkomen, hebben de EU-lidstaten die de euro als betaalmiddel gebruiken – de eurozone – de Europese bankenunie opgericht. Hierin wordt het toezicht op de grootste banken voortaan niet meer door iedere lidstaat op eigen wijze georganiseerd, maar op EU-niveau uitgevoerd door de Europese Centrale Bank. Sindsdien wordt het toezicht op alle grote banken in de lidstaten op dezelfde manier uitgevoerd. Hiermee is de kans op het falen van banken kleiner geworden. En als banken in de eurozone toch in financiële problemen komen, dan is de aanpak erop gericht dit op te lossen zonder kosten voor nationale overheden en belastingbetalers.

Meer informatie