Ongebruikte testcapaciteit in het voorjaar
Onderzoek naar bestrijding van de coronacrisis
In de eerste maanden van de coronacrisis had waarschijnlijk een groter aantal mensen op het nieuwe coronavirus getest kunnen worden. Ondanks tekorten aan testmateriaal was er meer laboratoriumcapaciteit beschikbaar. Dat blijkt uit onderzoek van de Algemene Rekenkamer naar de testcapaciteit in de periode tot 1 juni 2020.
In het voorjaar hebben meerdere factoren de testcapaciteit en de opschaling daarvan onder druk gezet. Zo leiden vervoersrestricties en de snel stijgende internationale vraag tot leveringsproblemen van testmateriaal. Laboratoria houden doorgaans geen grote voorraden aan. De hele testketen kan worden verstoord als in een van de schakels tekorten ontstaan. Een tekort aan bijvoorbeeld wattenstaafjes om tests af te nemen is daarvoor al genoeg. Ook zijn GGD’en in capaciteit en financiering niet berekend op een snelle toename in coronatesten en daaraan gekoppeld bron- en contactonderzoek.
Tekorten
In het begin verspreidt de epidemie zich ongelijkmatig over het land. In sommige regio’s dreigt een deel van de laboratoria binnen een week en andere binnen een maand tegen tekorten van testmateriaal aan te lopen. Tegelijkertijd heeft een minderheid van de laboratoria in de onderzochte periode helemaal geen gebrek aan testmateriaal. Laboratoria die met meerdere leveranciers werken, blijken minder kwetsbaar voor tekorten dan laboratoria die afhankelijk zijn van één leverancier.
Geen landelijk inzicht
Tot eind maart hebben het Ministerie van VWS en het RIVM geen landelijk inzicht in de laboratoriumcapaciteit en de voorraden. Dat is ook geen taak van het RIVM. Het gaat om bedrijfsgevoelige informatie van private partijen en maakt geen onderdeel uit van het opschalingsplan dat het RIVM bij omvangrijke epidemieën hanteert.
Het verkrijgen van inzicht door het Ministerie van VWS in de laboratoriumcapaciteit, de specifieke tekorten en de inschatting van de toekomstige testbehoefte en bevoorrading blijkt vervolgens ingewikkeld en vergt tijd.
Terughoudend testen
Door de dreigende tekorten van testmateriaal en de beperkte testcapaciteit adviseert het OMT terughoudend om te gaan met het testen op het nieuwe coronavirus. Deze adviezen worden overgenomen door het kabinet. Het testbeleid wordt afgestemd op de beschikbare landelijke laboratoriumcapaciteit om te voorkomen dat doelgroepen worden teleurgesteld en dat tekorten ontstaan die de reguliere zorg in gevaar kunnen brengen.
Meer testmateriaal voor landen met ruim testbeleid
Uit het onderzoek van de Algemene Rekenkamer blijkt ook dat de opschaling van de testcapaciteit wordt belemmerd omdat internationale leveranciers per land een inschatting van de behoefte aan testmateriaal maken. Het testbeleid is daarvoor bepalend. Ze leveren meer testmateriaal aan landen met een ruim testbeleid. De leveranciers willen hamsteren van de schaarse middelen voorkomen.
Meer testen waren mogelijk
Toch is het waarschijnlijk dat in de onderzochte periode meer getest had kunnen worden. Daarvoor zijn verschillende redenen die ook met het oog op een mogelijke tweede golf in het najaar relevant kunnen zijn:
- In sommige regio’s hadden binnen de doelgroepen meer mensen getest kunnen worden. Het testbeleid tot 1 juni hield geen rekening met regionale verschillen in vraag en aanbod van testen.
- Achteraf blijkt dat zorgmedewerkers en andere doelgroepen zich minder lieten testen dan vooraf ingeschat door het Ministerie van VWS en het RIVM.
- In maart viel de reguliere zorgvraag onverwacht snel terug waardoor laboratoriumcapaciteit vrij komt. Ook dit was niet vooraf ingeschat.
- GGD’en hebben de richtlijnen die bepalen wie wel en wie niet in aanmerking komen voor een test strikter gevolgd dan conform het landelijk beleid nodig was.
Het aantal uitgevoerde tests blijft achter bij de testcapaciteit
Bovenstaande figuur laat zien dat het aantal uitgevoerde testen tot 1 juni onder de beschikbare laboratoriumcapaciteit blijft. De maximale testcapaciteit (blauwe lijn) is een inschatting van wat laboratoria aankunnen als er geen beperkingen zijn in testmaterialen. In de praktijk blijkt dat laboratoria de actuele testcapaciteit (groene lijn) te hoog inschatten omdat ze te weinig rekening houden met problemen in de bevoorrading. Bovendien is het aantal testen dat een laboratorium kan uitvoeren in werkelijkheid lager door operationele verliezen en kwaliteitscontroles. Het beschikbaar aantal testen voor personen ligt hierdoor in werkelijkheid lager dan de actuele testcapaciteit die laboratoria rapporteren. Maar ook als met deze factoren rekening wordt gehouden, was de testcapaciteit tot 1 juni groter dan er daadwerkelijk is getest. Het is niet precies te becijferen hoeveel extra personen er getest hadden kunnen worden.
De Algemene Rekenkamer hoopt met dit onderzoek dat de Tweede Kamer en kabinet maximaal lering kunnen trekken uit wat er in de testketen en de besluitvorming door het kabinet beter had gekund in het voorjaar. Het onderzoek is versneld uitgevoerd met het oog op een mogelijke tweede golf in het najaar en maakt onderdeel uit van een reeks onderzoeken naar het kabinetsbeleid bij de bestrijding van de coronacrisis