Interview: Sjoerd Keulen werkt voor de Rekenkamer én voor de universiteit

Sjoerd Keulen is niet alleen onderzoeker bij de Rekenkamer. Daarnaast doet hij onderzoek naar het rekenkamerwerk als bijzonder hoogleraar op de Universiteit Leiden. Voor een volle zaal sprak hij onlangs over nieuwe inzichten in audits. Het is het startschot voor een officiële leerstoel aan de universiteit, zodat de Rekenkamer nog nauwer kan samenwerken met de academische wereld. “Audit is meer dan ‘we hebben het onderzocht, hier is het rapport en heel veel succes ermee’.”

Sjoerd Keulen werkt voor de Rekenkamer én voor de universiteit

Waarom zijn je oratie en deze leerstoel belangrijk?

De oratie was eigenlijk de symbolische aanvaarding van de leerstoel. Dat betekent dat ik vier dagen in de week werk als onderzoeker bij de Rekenkamer, en een dag per week ben vrijgesteld om op de Universiteit Leiden bij de faculteit bestuurskunde onderzoek te doen en onderwijs te geven. 

Per 1 januari krijgen we ook een promovendus bij de universiteit, die onderzoek gaat doen naar de doorwerking van rekenkamers en hoe je die kan vergroten. Er is een ‘visiting scholar’-programma gestart waarin wetenschappers gevraagd worden om onderzoek te doen of nieuwe methoden te leren. Zo gaat de Rekenkamer nu met de universiteit Utrecht bijvoorbeeld een analyse maken over de taal van onze rapporten: heeft de manier waarop we het opschrijven invloed op de doorwerking? En heeft de bezetting op departementen nog gevolgen voor de impact of niet? Antwoorden zoeken op die vragen is superleuk. Het wordt een heel netwerk van mensen die ook de Rekenkamer kunnen helpen. Dat zijn allemaal zaken die we nu gaan doen vanuit de leerstoel.

Ik heb daarmee echt van mijn hobby mijn werk kunnen maken. Ik heb de wereld van audit altijd al boeiend gevonden, ik schreef er ook al wetenschappelijke stukken over. Met de leerstoel kan ik daar natuurlijk nog net iets meer tijd voor vrijmaken. 

Wat was de boodschap in je oratie?

De zaal zat vol met mensen uit de praktijk en uit de wetenschap. Ik heb hen verteld hoe audit niet alleen een technisch fenomeen is. Het is meer dan: ‘we volgen de standaard, daar komt iets uit, we maken een rapport en dan zijn we klaar’. Audit lijkt misschien emotieloos, maar dat is niet zo. Het is in wezen iets politieks, en ook iets emotioneels. Als je niet ziet dat het een heel emotioneel proces is, zul je ook in je onderzoek geen oog hebben voor de emoties van een ander. Dan zal je audit ook veel moeilijker doorwerking krijgen.

Een voorbeeld: in de eerste week dat ik bij Leiden begon hadden ze daar de zogenaamde accreditatie. Dan bepalen mensen of je weer vier jaar lang een opleiding mag aanbieden. Je wordt getoetst, het is eigenlijk een audit. Ik zag toen hoe de stress in de organisatie schoot: iedereen was mega-zenuwachtig. Terwijl het gewoon een technisch proces lijkt, maar dat is dus niet zo. Daar moet je je als auditor bewust van zijn. En soms is een beleidsmaker heel trots op wat hij gemaakt heeft. Als je dat als onderzoeker dan lomp afkapt, is de kans niet zo groot dat de beleidsmaker ervan zal leren.

Sowieso kunnen universiteiten ons helpen in ons werk.

- Sjoerd Keulen

Neem je dat ook mee in je werk bij de Rekenkamer?

Zeker! Zo deden we laatst onderzoek bij Defensie naar hoe er wordt omgegaan met munitie. Het bleek daar niet erg goed mee gesteld te zijn. Maar het zijn wel professionals die daar de hele dag mee bezig zijn. We zijn drie maanden bezig geweest met waarom we ons onderzoek hadden gedaan, wat het betekent voor de organisatie en hoe ze ermee om kunnen gaan. Dat is belangrijk. Audit is meer dan ‘we hebben het onderzocht, hier is het rapport en heel veel succes ermee.’

Sjoerd Keulen tijdens zijn oratie in een zaal van de Universiteit Leiden

Waarom heeft de Rekenkamer een nauwe band met de academische wereld nodig?

Sowieso kunnen universiteiten ons helpen in ons werk. Niet alleen omdat ze slimme mensen hebben die de Rekenkameronderzoekers van de toekomst kunnen zijn, maar ook omdat ze naar veel zaken onderzoek doen die dicht bij ons staan. Alleen al in Leiden zijn we bezig met burgerberaden, of hoe je burgers beter bij beleid kunt betrekken. Nieuwe manieren om beleid te maken. Dat betekent ook iets voor de Rekenkamer: we moeten ons daartoe verhouden. Het is ook een manier om nieuwe onderzoeksmethoden te leren: zo weet ik dat we nu ook met de universiteit Twente in gesprek zijn over het werken met geo-informatie, bijvoorbeeld. Het helpt ons in hoe we ons naar de buitenwereld opstellen.

En andersom: kan de Rekenkamer ook helpen bij academisch werk?

Zeker! Leiden heeft de strategie om samen te werken met departementen en Hoge Colleges van Staat. Veel studenten komen bij ons een kijkje in de keuken nemen. Dat is veel groter dan de afgelopen jaren en het heeft een duidelijkere plek. Mijn studenten krijgen college over evaluatie en verantwoording. Dan hoor ik vaak ‘ik had weleens van de Rekenkamer gehoord, maar wat ze precies doen weet ik eigenlijk niet’. Terwijl het een wezenlijk onderdeel is van ons staatsbestel. En ik ben daar niet alleen in: we hebben momenteel 17 collega’s bij de Rekenkamer die doceren aan universiteiten en hogescholen. 

Laatst hadden we een groep van de Radboud Universiteit. Ik vertel dan waar we onderzoek naar doen, en op welke manieren. Sommige studenten dachten vooraf dat we ’n stelletje saaie accountants waren, maar zagen dat het best hele leuke onderzoeken zijn waar je bovendien bevoegdheden hebt die heel veel andere onderzoekers niet hebben. Dat is ook heel erg gaaf. Dat weten heel veel mensen niet.