Nederland blijft een van grootste nettobetalers binnen EU
Nederland was in 2023 opnieuw een van de grotere nettobetalers in de EU. In 2023 werd ruim € 3 miljard meer betaald aan de EU dan werd ontvangen. Dat blijkt uit de reguliere actualisatie van de EU-webpagina door de Algemene Rekenkamer.
Nederland was in 2023 na Duitsland de grootste nettobetaler (uitgedrukt in percentage van het bruto nationaal inkomen, gebaseerd op de definitie van de Europese Commissie). Dit is het saldo van ontvangsten van en uitgaven aan de EU. Het jaar 2023 is op basis van gegevens van de Europese Commissie toegevoegd aan de cijfers. Het saldo van betalingen en ontvangsten was in 2023 -0,3% van het bni.
Tabel - Overzicht van de nettobetalingspositie van 6 nettobetalers, uitgedrukt als percentage van het bni volgens de OBB-definitie (2014-2023)
| Jaar | BE | DE | FR | IT | NL | SE |
|---|---|---|---|---|---|---|
| 2014 | -0,35% | -0,45% | -0,31% | -0,26% | -0,52% | -0,41% |
| 2015 | -0,32% | -0,39% | -0,24% | -0,16% | -0,36% | -0,38% |
| 2016 | -0,29% | -0,42% | -0,38% | -0,16% | -0,31% | -0,35% |
| 2017 | -0,10% | -0,27% | -0,13% | -0,14% | -0,15% | -0,24% |
| 2018 | -0,11% | -0,39% | -0,25% | -0,29% | -0,32% | -0,32% |
| 2019 | -0,10% | -0,39% | -0,26% | -0,21% | -0,35% | -0,28% |
| 2020 | -0,16% | -0,46% | -0,35% | -0,30% | -0,41% | -0,40% |
| 2021 | -0,20% | -0,59% | -0,44% | -0,09% | -0,48% | -0,46% |
| 2022 | 0,08% | -0,42% | -0,29% | -0,12% | -0,30% | -0,30% |
| 2023 | 0,14% | -0,38% | -0,28% | -0,18% | -0,30% | -0,22% |
Coronaherstelfonds niet meegenomen
In deze cijfers zijn de ontvangsten (en betalingen) door Nederland in het kader van het coronaherstelfonds niet meegenomen. Nederland ontving in 2023 geen geld uit dat fonds en de terugbetalingen van de leningen beginnen pas in 2028. Daarnaast zegt de nettobetalingspositie alleen iets over de directe geldstromen. Het geeft geen informatie over de overige financiële, economische en maatschappelijke kosten en baten die een land heeft van de EU.
De Rekenkamer bericht twee keer per jaar over onder andere de Europese subsidies die Nederland ontvangt, de afdrachten die zij doet aan de EU en over de wijze waarop Nederland Europese wetgeving uitvoert. Ook beschrijft de Algemene Rekenkamer ontwikkelingen op het terrein van de openbare financiën die voor Nederland relevant zijn.