Beeld: Jeroen Bouman

Basisonderwijs en voortgezet onderwijs

Het basis- en voortgezet onderwijs wordt bekostigd met publiek geld. Hiermee wordt bijvoorbeeld het onderhoud van schoolgebouwen betaald. Ook steekt het Ministerie van OCW extra geld in de verbetering van de kwaliteit van leraren. Wij hebben hier onderzoek naar gedaan.

Verantwoordingsonderzoek 2016 Ministerie van  Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (2017)

In het Verantwoordingsonderzoek 2016 besteden we aandacht aan de bedrijfsvoering van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) en aan de doelmatige besteding van onderwijsgeld buiten het Ministerie van OCW, door de onderwijsinstellingen. 
Een groot deel van de uitgaven die het Ministerie van OCW jaarlijks doet, is bestemd voor onderwijs. Ongeveer 72% van zijn uitgaven, dat is € 27,8 miljard, maakte het ministerie in 2016 hiervoor als lumpsumbedrag over aan onderwijsinstellingen: zij mogen dit naar eigen inzicht aan onderwijs besteden en verantwoorden zich daarover jaarlijks op hoofdlijnen aan het ministerie. Waaraan zij hun financiële middelen precies besteden en welke prestaties en effecten zij ermee bereiken, is niet uit de jaarrekeningen van de schoolbesturen op te maken. Dit geldt ook voor extra onderwijsinvesteringen waartoe het parlement besluit, want ook die worden meestal aan de lumpsum toegevoegd. De bewindspersonen van OCW schreven in mei 2016 aan de Tweede Kamer, dat het binnen de lumpsumsystematiek desondanks mogelijk is, meer inzicht te krijgen in wat met de onderwijsinvesteringen wordt bereikt. We hebben in dit rapport de proef op de som genomen voor één specifieke onderwijsinvestering, namelijk de investering in ‘passend onderwijs’: extra ondersteuning voor leerlingen die daar bij het volgen van onderwijs behoefte aan hebben.

Schoolgebouwen primair en voortgezet onderwijs: de praktijk gecheckt (2016)

Gemeenten en schoolbesturen zijn samen verantwoordelijk voor ongeveer 10.000 schoolgebouwen in het primair en voortgezet onderwijs. Zij hebben te maken met een sterk dalend aantal leerlingen en met de invoering van passend onderwijs. Dat stelt hoge eisen aan lokale samenwerking. Prikkels om gezamenlijk doelmatig te opereren voor de lange termijn ontbreken. Dit komt naar voren uit ons rapport Schoolgebouwen primair en voortgezet onderwijs: de praktijk gecheckt.