Defensie bezuinigde in tien jaar tijd minder dan beoogd
De Algemene Rekenkamer oordeelt dat de bezuinigingen op Defensie na de kredietcrisis tien jaar geleden voor een aanzienlijk deel niet zijn gerealiseerd. Uit het onderzoek naar vier maatregelen van deze bezuinigingsoperatie zijn voor het kabinet en het parlement belangrijke lessen te trekken die de besluitvorming over en realisatie van eventuele bezuinigingen of investeringen in de toekomst kunnen verbeteren.
Vanaf 2011, na de financieel-economische crisis, moest ook de minister van Defensie structureel bezuinigingen. De Algemene Rekenkamer heeft van vier bezuinigingsmaatregelen die destijds werden aangekondigd (het afstoten van mijnenjagers, transporthelikopters en gevechtstanks en de verhuizing van de marinierskazerne) onderzocht of deze doeltreffend en doelmatig zijn uitgevoerd. Uit het onderzoek blijkt dat 10 jaar na de bezuinigingsoperatie geen van de vier onderzochte bezuinigingsdoelstellingen is gerealiseerd. Op de onderzochte casussen is in totaal 46% (cumulatief: € 423 miljoen) minder bezuinigd dan beoogd. Dit persbericht vat twee van de vier casussen samen.
Verhuizing van marinierskazerne
Als bezuiniging op het vastgoed kondigde de staatssecretaris van Defensie in 2012 de verhuizing aan van het Korps Mariniers naar een nieuw te bouwen kazerne in Vlissingen. Door haast werden alternatieve locaties slechts beperkt onderzocht en er was geen volledig inzicht in de kosten van de verhuizing. Na een herberekening in 2019 bleek dat de investeringskosten van de verhuizing naar Vlissingen twee keer zo hoog zouden uitvallen.
In februari 2020 besloot de staatssecretaris af te zien van de verhuizing naar Zeeland en werd Nieuw-Milligen aangewezen als nieuwe locatie, ook omdat onder de mariniers weinig draagvlak bestond voor de verhuizing naar Vlissingen. Voor het terugdraaien van het besluit wordt de provincie Zeeland door het Rijk tot 2030 gecompenseerd met een bedrag van € 670 miljoen. Door dit compensatiepakket, de herberekening die nodig was om een marinierskazerne op Kamp Nieuw-Milligen te kunnen bouwen, plus de uitgaven die als voorbereiding voor de kazerne in Vlissingen zijn gedaan wordt in totaal een kleine € 1 miljard meer uitgegeven dan oorspronkelijk beoogd. De Algemene Rekenkamer oordeelt positief over de wijze van besluitvorming die leidde tot de uiteindelijke keuze voor Nieuw-Milligen. De gehele periode overziend is het wel ontluisterend dat door onzorgvuldige besluitvorming en deels voorzienbare en vermijdbare meerkosten een kleine € 1 miljard meer moet worden uitgegeven door het Rijk dan in 2012 aan de Tweede Kamer is voorgesteld.
Verkoop van gevechtstanks
In april 2011 besloot de minister van Defensie de twee Nederlandse tankbataljons per direct op te heffen. Met de verkoop van de 116 gevechtstanks was een besparing voorzien van in totaal € 536 miljoen. Daarvan is 63% (€ 343 miljoen) gerealiseerd. De bezuinigingsdoelstelling werd dus niet gehaald. Een belangrijke verklaring is dat de jaarlijkse exploitatiekosten destijds € 30 miljoen per jaar hoger zijn geraamd dan ze in werkelijkheid waren. Vervolgens nam de minister van Defensie zich in 2014 voor om met Duitsland te gaan samenwerken om kennis over tanks te behouden. Onderdeel van die samenwerking was het leasen van tanks van Duitsland. Als tanks eerst worden afgestoten en vrij snel daarna weer worden teruggeleaset kan de Algemene Rekenkamer niet tot een andere conclusie komen dan dat er sprake is van een ondoelmatig beheer van publieke middelen.
Belangrijke lessen
Het onderzoek sluit af met lessen die ertoe kunnen bijdragen dat voorgenomen bezuinigingen of intensiveringen daadwerkelijk worden gerealiseerd en beter gevolgd kunnen worden door minister en parlement. Systematische besluitvorming vormt daarvoor de basis, concludeert de Algemene Rekenkamer. Zij roept de minister op om meer inzicht te verschaffen in realisatie en gevolgen van maatregelen, ook als die worden teruggedraaid. De Algemene Rekenkamer beveelt de minister van Defensie aan om over te gaan op een transparanter administratiesysteem zodat werkelijke uitgaven aan materieel en gebouwen beter navolgbaar zijn. De kabinetsformatie is een logisch moment om te besluiten zogenoemde baten-lasteninformatie toe te voegen aan de defensiebegroting.