Rapport bij de Nationale verklaring 2013
Verantwoording van Nederland over de Europese fondsen in gedeeld beheer (verantwoordingscyclus 2012)
De Nederlandse verantwoording over € 1.276,4 miljoen aan bij de Europese Commissie gedeclareerde uitgaven is in orde. De Nationale verklaring 2013 geeft volgens de Algemene Rekenkamer een goed beeld van het beheer en de besteding van dit Europese geld. Echter, informatie over de afdrachten van Nederland aan de EU ontbreekt, net als informatie over de doelmatigheid van EU- subsidies in Nederland. Het kabinet wil deze informatie ondanks aandringen van de Algemene Rekenkamer niet opnemen. Ook merkt de Algemene Rekenkamer op dat er sprake is van een risico op ‘onderuitputting’: Europees geld dat aan Nederland is toebedeeld wordt dan niet besteed waardoor de Europese Commissie het op een andere manier kan besteden.
Het beheer van het aan Nederland toegekende landbouwgeld (€962,1 miljoen) is verder verbeterd. Wel moest er in 2012 €20,7 miljoen aan financiële correcties verwerkt worden omdat er in de afgelopen jaren onjuist gedeclareerd is bij de landbouwfondsen. Over een bedrag van €41,4 miljoen onderhandelt de minister van EZ nog met de Europese Commissie.
De Nederlandse declaraties voor het Europees Visserijfonds (EVF) lopen dusdanig achter bij het voor de periode 2007-2013 begrote bedrag (€48,6 miljoen) dat Nederland het risico loopt dat de budgetten niet volledig benut worden. Hetzelfde speelt bij de andere fondsen, waaronder de migratiefondsen.
Met de invoering van de ‘Nationale verklaring’, gericht aan de Europese Commissie en aan het Nederlandse parlement, wil Nederland bijdragen aan een beter beheer, een betere controle en een betere verantwoording van de EU-gelden die Nederland in gedeeld beheer met de Europese Commissie besteedt. De Nationale verklaring wordt jaarlijks door de minister van Financiën namens het kabinet afgegeven. De Algemene Rekenkamer is door de minister van Financiën gevraagd om jaarlijks een oordeel te geven over de Nationale verklaring van Nederland. Dat doet de Algemene Rekenkamer in het Rapport bij de Nationale verklaring (dit rapport verscheen in voorgaande jaren als het ’rapport bij de Nederlandse lidstaatverklaring’).
Behalve Nederland publiceren het Verenigd Koninkrijk, Denemarken en Zweden een lidstaatverklaring. De verklaringen verschillen onderling van elkaar doordat regelgeving en geharmoniseerde normen ontbreken. Helaas hebben deze initiatieven nog niet tot navolging in andere lidstaten geleid.
Algemene Rekenkamer vraagt aandacht voor afdrachten en doelmatigheid
De Algemene Rekenkamer dringt er bij de minister van Financiën op aan ook de Nederlandse afdrachten aan de Europese Unie in de Nationale verklaring op te nemen. Maximale transparantie over Europese geldstromen draagt volgens de Algemene Rekenkamer bij aan vertrouwen tussen lidstaten en Europese Commissie.
Daarnaast ziet de Algemene Rekenkamer mogelijkheden om het instrument te verbreden met een oordeel over de doeltreffendheid en doelmatigheid van Europese subsidies.
Verder zou het gebruik van een Nationale verklaring een voorwaarde kunnen zijn bij het uitkeren van financiële steun aan Europese landen in nood. Zij kunnen zich via de nationale verklaring verantwoorden over de begrotingsdiscipline en de uitvoering van hervormingsprogramma’s.
Nederland droeg in 2011 €5.869 miljoen af aan de EU. Een groot deel van de afdracht (72%, €4.215 miljoen) wordt berekend op basis van het bruto nationaal inkomen. Daarnaast draagt Nederland een gedeelte van de invoerrechten en de BTW-heffingen af.
Reactie kabinet en nawoord Algemene Rekenkamer
De minister van Financiën heeft namens zijn collega’s van EZ, VenJ en SZW gereageerd op het rapport van de Algemene Rekenkamer.
Het kabinet wil de Nederlandse afdracht aan de EU niet opnemen in de Nationale verklaring. De Algemene Rekenkamer noemt dat in haar nawoord ‘jammer’ en schrijft dat dit vanwege de principes van goed openbaar bestuur, waaronder transparantie en verantwoording, te betreuren is.
Daarnaast wil het kabinet geen informatie over de doeltreffendheid en doelmatigheid van EU-subsidies in de Nationale verklaring opnemen. Wel staat de minister van Financiën open voor ideeën en suggesties die kunnen leiden tot goede evaluaties in de nieuwe programmaperiode (2014-2020). De Algemene Rekenkamer verwijst in haar nawoord naar het rapport Effectiviteitsonderzoek bij de Rijksoverheid (22 mei 2012), waarin suggesties voor het evalueren van subsidieregelingen zijn opgenomen.