Regels tegen vervuiling door mest eerder oorzaak dan oplossing probleem
Aanpassingen aan wet- en regelgeving hebben de vervuiling van het milieu door mest niet kunnen tegengaan. Integendeel, de opeenstapeling van regels is eerder de oorzaak van het probleem dan de oplossing. Dat schrijft de Algemene Rekenkamer na onderzoek naar de stand van zaken op weg naar een duurzame veehouderij in Nederland. Het is een vervolg op onderzoeken uit 2008 en 2013 naar verduurzaming van de intensieve veehouderij.
In 2007 wordt bekend dat boeren vanaf 2015 net zoveel koemelk mogen produceren als ze willen.
Eerdere beperkingen, de melkquota, worden afgeschaft.
Vooruitlopend daarop breiden melkveehouders hun veestapel uit.
Meer koeien betekent ook meer mest. In mest zit fosfaat.
Te veel fosfaat is slecht voor het milieu.
Daarom is er een grens, waaraan de boeren zich moeten houden.
Om te voorkomen dat we over die grens heen gaan, neemt het kabinet in 5 jaar tijd veel verschillende maatregelen.
Vanaf 2013 nog voorzichtig: groeien mag zolang het mestoverschot wordt verwerkt.
Maar dat blijkt niet te werken.
Daarom moet het aantal koeien naar beneden.
Jaar na jaar worden de regels aangescherpt.
Totdat in 2018 toch weer een maximum wordt gesteld aan de melkproductie.
De Algemene Rekenkamer concludeert nu: de regels kwamen er om problemen op te lossen.
Maar achteraf gezien waren de regels eerder medeoorzaak van de problemen.
Daarom is de aanbeveling aan kabinet en parlement om te stoppen met steeds maar weer invoeren van nieuwe regels en aanpassen van bestaande.
Kom met duidelijke normen en zorg dat die worden nageleefd.
Het onderzoek van de Algemene Rekenkamer toont aan dat aan de vooravond van de afschaffing van de melkquota in 2015 het overheidsbeleid op een te optimistisch scenario werd gebaseerd. De lijn die kabinet en Kamer in 2013 inzetten was: groeien mag, zolang de veehouders de mest op eigen land uitrijden of naar de mestverwerking brengen. Daarbij werd erop vertrouwd dat dit mogelijk was binnen de Europese normen voor de uitstoot van ammoniak, stikstof en fosfaat, die onder meer in dierlijke mest voorkomen. Voor de natuur is het schadelijk als er te veel van die stoffen in het milieu terechtkomen.
‘Voortdurende aanpassing regels’
De Algemene Rekenkamer nam onder meer het beleid dat verantwoorde groei van de melkveehouderij mogelijk maakte onder de loep. Dat beleid zorgde niet alleen voor een ‘opeenstapeling van wet- en regelgeving’ en ‘voortdurende aanpassing en uitbreiding van regels’ om de uitstoot van ammoniak, stikstof en fosfaat door de veehouderij te beperken. Het resulteerde ook niet in grip op de vervuiling door mest.
Collegelid van de Algemene Rekenkamer Francine Giskes: “Nu hebben de ministers van LNV en IenW weinig grip op de mestvervuiling, die door de veehouderij wordt veroorzaakt. Dit zien we terug in de wet- en regelgevingspraktijk tegen mestvervuiling. Die praktijk belemmert de handhaving en beperkt goed zicht op het halen van uitstootnormen en het beschermen van de natuur.” Volgens de Rekenkamer was het daarom beter geweest als de keuze voor groei van de melkveehouderij pas was gemaakt, nadat de beschikbare ruimte daarvoor in kaart was gebracht. In het rapport staat daarom: “Met dit beleid is met instemming van het parlement een bewust risico genomen dat gevolgen heeft voor veehouders en de belasting van de biodiversiteit.”
Kom met heldere normen
De Algemene Rekenkamer beveelt zowel de ministers van LNV en IenW als het parlement aan om het ‘patroon te doorbreken’ van steeds weer aanpassen van bestaande regels en invoeren van nieuwe regels. “Stel heldere normen vast en ga daar op handhaven. Vereenvoudig de regels. Verminder de regeldruk.” In haar reactie erkent de minister van LNV dat de regelgeving ingewikkeld is geworden. Zij zegt zich momenteel te bezinnen op het mestbeleid, mede in het licht van de recente uitspraak van de Raad van State over het Programma Aanpak Stikstof. De Algemene Rekenkamer vraagt in haar nawoord daarop om in het beleid rekening te houden met tegenvallende uitkomsten in de praktijk. Dat verkleint de kans dat normen worden overschreden.