Jaar na ramp: nog weinig hulpgeld op Sint-Maarten besteed

Helft van € 550 miljoen uit Nederland aan projecten toebedeeld

Het land Sint-Maarten heeft meer dan alleen financiële ondersteuning nodig bij de wederopbouw na de orkaanschade in september 2017. Nederland heeft  € 550 miljoen beschikbaar gesteld, waarvan € 470 miljoen via de Wereldbank. Daarvan is inmiddels circa de helft toebedeeld aan wederopbouwprojecten. Er is nog nauwelijks geld daadwerkelijk besteed, waardoor inwoners van Sint-Maarten een jaar na de ramp nog weinig zien aan concrete resultaten, zoals herstel van huizen, andere gebouwen en infrastructuur. De samenwerking met de Wereldbank wordt door direct betrokkenen wisselend beoordeeld. De procedures zorgen ervoor dat het geld zorgvuldig wordt besteed. Maar ze worden ook als belastend ervaren en  komen de snelheid van de wederopbouw niet ten goede, zo stelt de Algemene Rekenkamer vast.

Afbeelding rapport Sint Maarten

Gebrek aan expertise, maar ook aan personele capaciteit, vormt nu het grootste obstakel voor snelle wederopbouw.
Sint-Maarten zoekt voor nu extra ambtelijke armslag, eventueel ook vanuit Nederland en/of de Wereldbank. Sint-Maarten heeft Nederland 29 keer om technische assistentie gevraagd. De staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft 11 van deze verzoeken gehonoreerd. Sommige aanvragen hadden niet te maken met de wederopbouw, in andere gevallen wordt bezien of de Wereldbank of andere organisaties kunnen helpen.

Dakenherstel en nutsvoorzieningen

Om te zorgen voor een integere, rechtmatige en doelmatige besteding van het Nederlands hulpgeld is dit ondergebracht in een trustfonds bij de Wereldbank. In de praktijk worden op het eiland de aanbestedingseisen van de Wereldbank nogal eens als obstakel ervaren. Zo is er met geld uit het trustfonds nog geen dak op het eiland hersteld. Ook liggen de herstelwerkzaamheden aan de elektriciteitsvoorziening en wateropslag op dit moment stil. Dit is onder meer een gevolg van de eis dat het nutsbedrijf de werkzaamheden eerst openbaar aanbesteedt. De financiële positie van het nutsbedrijf is zorgwekkend.
Twee onderzochte projecten zijn wel vlot op gang gekomen: de financiële bijdrage via de Wereldbank aan een nieuw ziekenhuis en aan een programma voor bijscholing en inkomenssteun van inwoners op Sint-Maarten. Voor beide projecten lag er al een uitgewerkt plan voordat Nederland de Wereldbank bij de wederopbouw van het eiland betrok. Deze projecten werpen hierdoor nu eerder hun vruchten af.

Liquiditeitssteun

Inmiddels is bijna de helft van het beschikbare Nederlandse geld via het trustfonds toegekend aan projecten. Dat is gebeurd zonder over een kader te beschikken waarin prioriteiten voor projecten staan. Hierdoor worden projectvoorstellen door Sint-Maarten, Nederland en de Wereldbank goedgekeurd zonder deze te kunnen afwegen tegen mogelijke toekomstige andere wensen.
Naast deze projecten is tot nu toe vooral Nederlands hulpgeld besteed aan voorbereidende werkzaamheden. Ook is een deel van de € 470 miljoen ingezet voor liquiditeitssteun aan Sint-Maarten, omdat het land kampt met tekorten op de begroting.

De zware orkaan Irma trof in september 2017 Sint-Maarten en beschadigde 90 % van de bebouwing op het eiland. De schade wordt op € 1,9 miljard geschat. Nederland heeft € 550 miljoen toegezegd voor de wederopbouw. Om te zorgen dat de middelen zorgvuldig, rechtmatig en doelmatig op Sint-Maarten, een land binnen het koninkrijk, worden besteed wordt het grootste deel van dit geld,  € 470 miljoen, verdeeld via een trustfonds dat volgens afspraak tot 2025 beheerd wordt door de Wereldbank. Na de eerste noodhulpfase (Nederland stelde tijdelijk militairen en agenten beschikbaar en gaf geld voor eerste hulp) klinkt een jaar na de natuurramp steeds meer gemor: het herstel verloopt traag.