Uitgaven asielopvang structureel te laag begroot
De asielopvangcapaciteit in meerjarig perspectief
Vorig jaar verwachtte het kabinet ruim 500 miljoen euro uit te geven aan de bekostiging van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA). In de loop van dat jaar bleek er ruim één miljard euro meer nodig te zijn, doordat het aantal op te vangen asielzoekers en de kosten daarvoor veel hoger bleken dan verwacht. En dit is niet de eerste keer dat Nederland in de problemen komt bij de opvang van asielzoekers. In 21 van de 23 jaren die Algemene Rekenkamer onderzocht, waren de werkelijke uitgaven hoger dan vooraf begroot. Hoe komt dat? Het vandaag gepubliceerde onderzoek van de Algemene Rekenkamer plaatst de huidige problemen bij de opvangcapaciteit in een meerjarig perspectief.
In 1995 deed de Algemene Rekenkamer ook onderzoek naar het asielbeleid. In het rapport schreven wij: “De aantallen op te vangen asielzoekers, de duur van de procedure en de bezetting van opvangplaatsen […] leidden tot een structureel tekort aan capaciteit. Het gevolg hiervan was dat er permanent gebruik gemaakt werd van een wisselend aantal noodopvanglocaties.” In dit onderzoek laten we zien dat dit soort problemen 28 jaar later nog steeds spelen. En dat er daarnaast in de huidige asielcrisis een aantal nieuwe problemen bij is gekomen.
Uitgaven asielopvang structureel te laag begroot
In de afgelopen 23 jaar zijn de uitgaven aan asielopvang 21 keer te laag begroot (zie de figuur hieronder). De raming die het Ministerie van JenV maakt voor het verwachte aantal asielzoekers dat opgevangen moet worden, wordt al in februari van het voorafgaande jaar opgesteld. De raming blijkt vaak ingehaald te worden door de feitelijke ontwikkelingen. Daarbij komt dat het bedrag dat de staatssecretaris daadwerkelijk reserveert voor opvang in de begroting vaak lager is dan wat er volgens de raming nodig is. De ruimte op de begroting van JenV is daarbij leidend, niet de behoefte van het COA. Het gevolg is dat het COA vaak in crisismodus terechtkomt.
In de afgelopen 23 jaar zijn de uitgaven 21 keer te laag begroot
Op- en afschalen van opvangcapaciteit kost geld
Als het aantal asielzoekers stijgt en de opvang vol raakt, moet het COA nieuwe opvanglocaties regelen. Als het aantal asielzoekers daalt, moeten die (vaak moeizaam) verworven locaties weer worden gesloten. Daardoor is het COA de opvangcapaciteit voortdurend aan het op- en afschalen. In crisistijd betekent dat zoeken naar (crisis)noodopvangplekken. Deze plekken zijn vaak van lagere kwaliteit én duurder dan de reguliere opvangplekken. Naast de financiële kosten van het steeds weer op- en afschalen, is dit ook een bron van maatschappelijke onrust, met name in de gemeenten waar het COA nieuwe locaties zoekt.
De staatssecretaris van JenV en het COA hebben geen inzicht in de kosten van het op- en afschalen van opvangcapaciteit. De reden die het COA hiervoor aandraagt is dat de administratie hier niet op is ingericht.
Nieuwe problemen in de huidige crisis
Drukte in de asielopvang wordt niet alleen veroorzaakt door een hoge instroom, maar ook door een lage uitstroom van asielzoekers die een (tijdelijke) verblijfsvergunning hebben gekregen. Op dit moment is de opvang al lange tijd drukbezet en gaat opschalen (nog) moeilijker dan in de vorige asielcrisis (die van 2015 /2016). Dat heeft de volgende oorzaken:
Tekorten op de woning- en arbeidsmarkt
Door het woningtekort verblijven statushouders (mensen die een verblijfsvergunning hebben gekregen en recht hebben op een woning) langer in opvang van het COA. In 2022 was ongeveer een derde van alle beschikbare plekken bezet door statushouders. Daarnaast heeft personeelstekort effect op het kunnen openen van (nieuwe) opvanglocaties en op de doorlooptijden van asielprocedures door de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND).
Weerstand bij gemeenten tegen openen opvanglocaties
Het COA geeft aan in de huidige crisis meer weerstand bij gemeenten te ervaren bij het openen van opvanglocaties. Als gemeenten al akkoord gaan met het openen van opvanglocaties, dan gaat het vaak om kortlopende contracten en kleinere locaties. De staatssecretaris van JenV heeft een wetsvoorstel Gemeentelijke taak mogelijk maken
asielopvangvoorzieningen (de ‘spreidingswet’) ingediend. Het is ten tijde van het publiceren van het rapport nog niet duidelijk of en hoe dit voorstel bekrachtigd wordt.
Verdringingseffect Oekraïense ontheemden
Meerdere gemeenten geven aan geen ruimte te hebben om naast Oekraïense ontheemden ook asielzoekers op te vangen.
Kabinet slaagt er niet in om systeem te veranderen
Het vorige en het huidige kabinet pleiten al langer voor het stabieler en flexibeler maken van de asielopvang. Het meest recente voorbeeld is de Uitvoeringsagenda Flexibilisering Asielketen van de Landelijke Regietafel Migratie en Integratie (ondertekend in 2020). Deze had tot doel de inzet van noodopvang voor asielzoekers zoveel mogelijk te voorkomen. De noodopvang wordt op dit moment echter grootschalig ingezet (naast de reguliere opvang). Naar verwachting van de staatssecretaris van JenV is er voorlopig geen zicht op het einde van de huidige asielcrisis. Tot nu toe heeft de discussie over een stabieler en flexibeler systeem de afgelopen 28 jaar dus niet tot structurele veranderingen geleid en is een herhaling van problemen niet voorkomen.