Slotwoord
De Algemene Rekenkamer organiseerde donderdag 27 juni jl. de werkconferentie ‘Revolverende fondsen in zicht’ met als doel om kennis over revolverende fondsen te bundelen en te delen. Hier is tijdens het onderzoek naar revolverende fondsen al een start mee gemaakt door vier expertmeetings te organiseren. Ook bij de voorbereiding van de conferentie zijn experts betrokken. Deze kwamen op 9 mei bij elkaar om na te denken over de verbetering van het informatiearrangement over revolverende fondsen en over hoe dit onderwerp op de conferentie aan de orde gesteld kon worden met denksessies en workshops.
Onder de deelnemers aan de conferentie waren ambtenaren van beleidsministeries, provincies, gemeentes, provinciale rekenkamers, wetenschappers, fondsbeheerders en medewerkers van adviesbureaus.
Tijdens de dag werd duidelijk dat veel mensen vrij onafhankelijk van elkaar werken met revolverende fondsen terwijl wel behoefte is aan meer kennis (-delen)over dit soort fondsen, bijvoorbeeld over hoe je ze het beste kunt vormgeven. Dat hier verschillend over wordt gedacht, bleek onder meer uit de co-referaten van Jacobine van den Brink (UvA), Edwin Netjes (KplusV) en Joop Pot (Rijksacademie). Waar Van den Brink bijvoorbeeld pleit voor een juridisch kader voor revolverende fondsen, liet Pot vooral zijn kritiek op het fenomeen horen. Wel liet hij weten dat de deur bij de Rijksacademie voor Financiën openstaat: “Geef mij die opdracht en we brengen dit onderwerp gewoon onder in de reguliere opleidingen van de Rijksacademie”.
In de zes verschillende workshops en denksessies werd gesproken over hoe we moeten omgaan met revolverende fondsen. Hoewel de opvattingen daarover dus verschillen, is geprobeerd een aantal hoofdboodschappen te formuleren voor de minister van Financiën. Naast de wens om kennis te delen, was er voor de Algemene Rekenkamer namelijk nog een reden om de werkconferentie op deze manier te organiseren: de enigszins terughoudende reactie van het Ministerie van Financiën op het onderzoeksrapport ‘Zicht op revolverende fondsen van het Rijk’, het rapport dat de aanleiding vormde voor deze conferentie.
Met de gedachte dat het goed is om elkaar vanuit verschillende disciplines af en toe op te zoeken en elkaar op de hoogte te houden, overhandigde Ewout Irrgang een ansichtkaart aan Petra Lugtenberg (DG Rijkbegroting) met daarop de kernadviezen en-verzoeken die tijdens de denksessies werden geformuleerd door de aanwezigen. De minister wordt verzocht om de voor- en nadelen van een kader van het financiële instrument revolverend fonds in kaart te brengen. Daarnaast wordt de minister van Financiën verzocht om de beschikbare kennis over revolverende fondsen te bundelen en deze actief te delen. De minister wordt geadviseerd om periodiek verslag te doen over de doelmatigheid van de verschillende revolverende fondsen van het Rijk en om minimumeisen te stellen aan de inhoud van verantwoording door revolverende fondsen naar minister en parlement.
Lugtenberg sprak bij ontvangst van een “zeer waardevolle middag volop discussie”. Wel gaf ze aan dat alles wat ze had gehoord niet één-op-één toegepast kan worden. De ansichtkaart moedigt de minister aan om een voortrekkersrol te vervullen op het gebied van revolverende fondsen. We hopen dat de resultaten van de werkconferentie daarbij helpen en zien graag een kaartje terug tegemoet met daarop een reactie van het ministerie over wat er op het Korte Voorhout met de adviezen en verzoeken wordt gedaan.