Tussen dichttimmeren en niets regelen zitten genoeg mogelijkheden
Dat overheden er steeds vaker voor kiezen om revolverende fondsen privaatrechtelijk vorm te geven, vindt Jacobine van den Brink fascinerend. En ook een beetje gek. “Revolverende fondsen geven publiek geld uit aan allerlei wenselijk geachte projecten. Alleen gebeurt dat vaak met privaatrechtelijke constructies. Het is daardoor volstrekt onduidelijk welke publiekrechtelijke waarborgen gelden voor deze fondsen. Publiek geld uitgeven zonder dat je dat publiekrechtelijk normeert? De legitimiteit van het op deze wijze wegzetten van publiek geld is zeer discutabel.”
Van den Brink wil zeker niet alles ‘dichttimmeren’ met regels. “Maar tussen dichttimmeren en niets regelen zitten genoeg mogelijkheden. Er gaat heel veel geld om in revolverende fondsen. De beheerders van deze fondsen zijn vaak niet aan te merken als bestuursorgaan. Dat betekent dat allerlei publieke waarborgen niet automatisch zijn gegarandeerd. Denk aan de Wet openbaarheid van bestuur, de Wet normering topinkomens en laagdrempelige rechtsbescherming bij de bestuursrechter .”
Logische keuze
Van den Brink pleit er dan ook voor dat publiekrechtelijke én privaatrechtelijke fondsen die publiek geld uitgeven, aan dezelfde publiekrechtelijke basiseisen moeten voldoen. “Met een algemene, formele wettelijke regeling waarin deze basiseisen zijn neergelegd, zorgen we ervoor dat alle revolverende fondsen onder dit kader vallen. Dat is goed voor de burgers en de ondernemingen die financiering zoeken. Maar het is ook goed voor het grote publiek dat zo meer inzicht krijgt in de besteding van hun belastinggeld. Dus waarom zou je daar niet voor kiezen? En laten we niet vergeten: publiek geld verplicht!”