Resultaten verantwoordingsonderzoek 2021 De Koning
De Algemene Rekenkamer heeft onderzoek gedaan naar het Jaarverslag 2021 en de bedrijfsvoering van De Koning.
Onze conclusies
De Algemene Rekenkamer doet ieder jaar onderzoek naar de verantwoording die ministers in hun jaarverslagen afleggen over hun bestedingen, hun bedrijfsvoering en hun beleid. Dit noemen we het verantwoordingsonderzoek. Onze centrale vragen in dit jaarlijkse verantwoordingsonderzoek zijn:
- Is het geld in het afgelopen jaar ontvangen, besteed en verantwoord volgens de regels?
- Waren de zaken op het departement goed geregeld?
- Heeft het gevoerde beleid de gewenste resultaten opgeleverd?
De transparantie over de kosten van het koningschap moet worden afgewogen tegen het belang van bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de Koning. De minister-president beoordeelt of kosten een persoonlijk of een functioneel karakter hebben. De overwegingen daarbij worden vastgelegd, zodat dit besluitvormingsproces controleerbaar is en we er een oordeel over kunnen geven. In ons onderzoek naar de functionele uitgaven hebben wij geen uitgaven gezien die als persoonlijk hadden moeten worden aangemerkt.
Berekening A- en B-component is juist
Wij hebben geconstateerd dat de grondwettelijke uitkering aan de leden van het Koninklijk Huis juist zijn berekend en de juiste bedragen zijn uitbetaald. De Prinses van Oranje is op 7 december 2021 18 jaar geworden. Vanaf die datum ontvangt zij een grondwettelijke uitkering. Zij heeft besloten om haar inkomen tot het einde van haar studie terug te betalen. Ook haar vergoeding voor onkosten zal zij terugbetalen zolang zij geen hoge kosten heeft. Wij hebben vastgesteld dat zij het juiste bedrag heeft ontvangen en terugbetaald.
Inzicht in reserveringen is duidelijk
Een deel van het geld voor de koning wordt opzijgezet voor de toekomst in de vorm van een bestemmingsreserve. Voordat een bestemmingsreserve mag worden gevormd moet er een plan worden gemaakt waar het geld in de toekomst aan uitgegeven gaat worden. Zo kan op basis van de verschillende plannen een afweging worden gemaakt waar het geld aan besteed gaat worden en wordt het geld geoormerkt. Zo kan de koning goed sturen op de vorming van de reserves en kan hij per reserve verantwoorden hoe het geld is besteed. Wij hebben geconstateerd dat voor alle bestemmingsreserves toereikende plannen zijn en dat reserves in 2021 zijn gebruikt in overeenstemming met het vooraf gestelde doel.
Vanaf 2020 is er een algemene reserve gevormd. In 2020 waren wij negatief over een algemene reserve, omdat het geld dan niet geoormerkt is. In 2021 is voor deze algemene reserve een meerjarig plan opgesteld waaruit de besteding van het geld blijkt en voldoende is onderbouwd. Voor de algemene reserve wordt hiermee aan dezelfde voorwaarden voldaan als de andere reserves.
Financieel oordeel bij het Jaarverslag 2021 van de Koning
Verder in het rapport
- Hoofdstuk 2 Feiten en cijfers
- Hoofdstuk 3 Financiële informatie
- Hoofdstuk 4 Bedrijfsvoering
- Hoofdstuk 5 Reactie minister en nawoord Algemene Rekenkamer