Effectiviteitsonderzoek bij de rijksoverheid

Kees Vendrik: De Algemene Rekenkamer heeft onderzocht of ministers weten hoe effectief de publieke euro's zijn die ze uitgeven. Worden de doelen die ministers zichzelf stellen, worden die ook gehaald?

Om dat te weten, heb je effectiviteitsonderzoek nodig en wij hebben bekeken of ministers voldoende onderzoek doen naar de effectiviteit van hun eigen beleid. We hebben gezien in ons onderzoek dat alle ministers gezamenlijk in de periode - zo'n  350 onderzoeken hebben uitgevoerd naar de vraag of hun beleid zin had, effectief was. En met die 350 studies is ongeveer 50 miljard euro aan publiek geld in beeld gekomen. En dankzij dat onderzoek weten ministers dus voor 50 miljard euro of hun beleid zin heeft gehad, of het effectief was. Maar voor die andere 50 miljard euro weten ministers dat niet. Nou, de afspraak in Den Haag is dat alle ministers één keer in de vijf jaar alle euro's die ze uitgeven onderwerpen aan onderzoek naar effectiviteit. Dat is dus hier niet gebeurd en die regel moet gewoon gehandhaafd worden zodat al het overheidsgeld dat ministers uitgeven periodiek voorbijkomt, onderzocht wordt op de vraag of het nut heeft, of het zin heeft, of het effectief is. En dat is onze belangrijkste aanbeveling aan het kabinet: voer je eigen afspraken gewoon uit en meld dat ook aan de Tweede Kamer. Als we zouden gaan bezuinigen, dan is het natuurlijk het allerbeste om vooral te kijken naar dat deel van de begroting waarvan je het vermoeden hebt dat die euro's niet zo veel zin hebben of dat het publieke belang dat ermee gemoeid is beter op een andere manier gediend kan worden. Dat heet, wat betreft de Algemene Rekenkamer, verantwoord bezuinigen. Kijk goed naar effectiviteit van beleid,  evalueer elke publieke euro die je uitgeeft en beslis op grond daarvan waar je gaat bezuinigen.