Beperkte daling geuroverlast varkenshouderij
In 2020 is bijna 1 op de 3 boeren afgehaakt nadat hun subsidieaanvraag was goedgekeurd om hun varkenshouderij te saneren om in de omgeving geuroverlast weg te nemen. De geuroverlast had meer kunnen dalen als de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) varkenshouders meer tijd had geboden
Dat concludeert de Algemene Rekenkamer op 19 mei 2021 in het verantwoordingsonderzoek over 2020. Uit het onderzoek blijkt dat een aantal van de 424 varkensboeren met een goedgekeurde subsidieaanvraag heeft aangegeven meer tijd nodig te hebben dan de regeling toeliet. Voor een varkensboer en zijn omgeving is stoppen een ingrijpend besluit. De hoogte van de subsidie wordt bepaald door de waarde van de stallen en doorgehaalde varkensrechten. Dus niet door de mate waarin geuroverlast voor omwonenden afneemt na sanering van een varkenshouderij.
Varkensboeren die deze subsidie ontvangen tekenen een contract met de Staat dat zij geen varkenshouderij meer beginnen, ook niet op een andere locatie. Op de te saneren varkenshouderij mag de boer evenmin bedrijfsmatig pluimvee, konijnen, vleeskalveren, vleesstieren, geiten of nertsen houden. Verkoopt de boer zijn grond, dan mag een ander dat daar evenmin. Vervolgens beslist de gemeente waarvoor de varkenshouder de locatie na sanering mag gebruiken. Dat proces is niet altijd voorspelbaar en duurt soms langer dan de subsidieregeling toelaat. Met de cijfers uit 2020 wordt via deze subsidieregeling maximaal 7 % van de varkensrechten uit de markt gehaald. Dit betreft een voorlopig cijfer, omdat de regeling nog loopt. De minister heeft er voor 2020 en 2021 in totaal € 450 miljoen voor gereserveerd.
Regeling kon doeltreffender
De Algemene Rekenkamer vindt dat de regeling doeltreffender had gekund. Daarom doet zij de aanbeveling aan de minister om bij een volgende saneringsregeling te overwegen de hoogte van de subsidie meer afhankelijk te maken van wat stoppen met het bedrijf bijdraagt aan het beleidsdoel (zoals minder geuroverlast). Dat kan benutten van een subsidieregeling aantrekkelijker maken voor agrarische ondernemers.
Versoepeling oudere regeling
De vermindering van geuroverlast had daarnaast groter kunnen zijn als de voorwaarden van een andere regeling, die tegelijkertijd liep, niet waren versoepeld (de Regeling Omgevingskwaliteit, een samenwerking van het Ministerie van LNV en de varkenssector). Door die versoepeling konden ook boeren met geuroverlast in de concentratiegebieden in Noord-Brabant, Limburg, Gelderland, Overijssel en Utrecht juist varkensrechten bijkopen. Die rechten waren eerder opgekocht van stoppende boeren. Varkenshouderijen die al geuroverlast veroorzaken konden door deze versoepeling varkensrechten bijkopen.