Vastgoedplan Defensie onvoldoende onderbouwd
Het Strategisch Vastgoedplan Defensie 2022 (SVP) moet een einde maken aan de langdurige problemen rond het beheer en onderhoud van Nederlandse kazernes, oefenterreinen, kantoren, munitie-opslagplekken en vliegvelden. Onderdeel van het SVP is om eigendom van alle Defensie-vastgoed over te hevelen naar het Rijksvastgoedbedrijf (RVB). Waarom juist dit alternatief voor verbetering gaat zorgen, is echter niet door het kabinet onderbouwd. In de huidige situatie, waarbij het RVB opdrachtnemer is voor het beheer van Defensievastgoed, is het RVB de afgelopen jaren niet bij machte gebleken om het vastgoed van Defensie voldoende te onderhouden, onder meer als gevolg van gebrek aan capaciteit. Verder ontbreekt een integraal plan over welk vastgoed behouden moet worden, en wat kan worden afgestoten.
Het beheer van het vastgoed van Defensie, ter waarde van zo’n 25 miljard euro, is al langere tijd problematisch. Dat levert niet alleen risico’s op voor veiligheid van personeel en materiaal, maar kan ook een hindernis zijn bij het werven en behouden van medewerkers. Sinds 2019 constateert de Algemene Rekenkamer dat onvoldoende geld beschikbaar is voor onderhoud, en dat daardoor de achterstanden oplopen en problemen toenemen. In de Verantwoordingsonderzoeken 2020 en 2021 werd het vastgoedbeheer van Defensie gekwalificeerd als een ‘ernstige onvolkomenheid’. Eind vorig jaar maakte de staatsecretaris van Defensie bekend deze problemen aan te willen pakken met een strategisch vastgoedplan.
Geen onderbouwing voor overheveling naar het RVB
Het voorstel van de staatssecretaris houdt in dat Defensie al haar vastgoed naar het RVB overhevelt. Het RVB wordt daarmee verantwoordelijk voor alle huisvestingsdienstverlening aan Defensie en het leger. Dit is slechts één mogelijke oplossing voor het probleem, de staatsecretaris heeft andere mogelijke oplossingen niet uitgewerkt voor de Tweede Kamer. Ook is niet onderbouwd waarom de staatsecretaris kiest voor deze variant. Binnen het ministerie zijn de meningen over deze keuze zeer verdeeld.
Te weinig capaciteit bij RVB
Het RVB stelde al eerder dat het voor de organisatie én voor de markt een grote uitdaging is om personele capaciteit te vinden voor de uitvoering van het SVP. Onduidelijk blijft wat dit betekent voor de uitvoering van het SVP.
Geen integraal plan over welk vastgoed te behouden of af te stoten
De staatssecretaris kiest ervoor om in het SVP geen integraal plan op te nemen over welk vastgoed behouden moet worden, en wat moet worden afgestoten. De reden hiervoor is volgens de staatssecretaris dat hij flexibel wil kunnen inspelen op nieuwe ontwikkelingen. De Algemene Rekenkamer ziet hierin het risico dat er voor de Tweede Kamer geen totaalplaatje is van de beoogde eindsituatie en evenmin van de kosten en baten.