Rapport bij het Jaarverslag 2011 van het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie
De Algemene Rekenkamer heeft onderzoek gedaan naar het Jaarverslag 2011 en de bedrijfsvoering van het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I).
Rapport bij het Jaarverslag
De Algemene Rekenkamer is kritisch over de financiële afwikkeling van het Fonds Economische Structuurversterking (FES), dat overeenkomstig afspraken in het regeerakkoord van het kabinet Rutte-Verhagen met ingang van 2011 is opgeheven. Het Ministerie van EL&I heeft in het verslagjaar 2010 voor € 2,3 miljard uitgekeerd uit het fonds, maar in 2011 niet meer gecontroleerd of de betreffende projecten voldeden aan de specifieke criteria die golden voor het FES. Hierdoor kan de Algemene Rekenkamer de rechtmatigheid van de bestedingen in 2010 niet vaststellen.
In 2010 werd € 1,3 miljard van de FES-middelen besteed aan de Nederlandse verkeers- en vervoersinfrastructuur. In dat jaar ging € 478 miljoen naar nieuwe technologie en innovatieprojecten. In haar Rapport bij het Jaarverslag van mei vorig jaar riep de Algemene Rekenkamer de minister van EL&I op om verantwoording af te leggen over de FES-waardigheid van de uitkeringen 2010, maar de bewindsman heeft de Kamer laten weten dat hij dit niet nodig vindt.
Geen onafhankelijk toezicht op COVA
De Algemene Rekenkamer constateert een onvolkomenheid in het toezicht op het Centraal Orgaan Voorraadvorming Aardolieproducten (COVA). Dit orgaan besteedt jaarlijks rond de € 100 miljoen aan de opslag en financiering van brandstoffen die dienen als strategische reserve voor de Nederlandse economie. Bij het COVA zijn drie van de vijf bestuursleden, onder wie de voorzitter, in dienst van EL&I. De Algemene Rekenkamer adviseert de minister om zo spoedig mogelijk deze ongewenste rolvermenging tussen opdrachtgever, toezichthouder en uitvoerder te beëindigen. In zijn reactie verklaart de minister dat de betrokkenheid van het departement bij het COVA opnieuw zal worden bezien.
Bezuiniging ingehaald door grondoverdracht
In het regeerakkoord is besloten om het natuurbeleid te decentraliseren en de uitvoering in handen te leggen van de provincies; inclusief een bezuiniging van € 600 miljoen. Ook is de ambitie voor de omvang van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) naar beneden bijgesteld. Bij de overdracht van bevoegdheden en verantwoordelijkheden aan de provincies is overeengekomen dat het Rijk tenminste 6000 hectare aan ruilgronden afstaat aan de provincies. Deze grondpercelen vertegenwoordigen een aankoopwaarde van € 280 miljoen. De omvang van de over te dragen gronden kan verder toenemen tot maximaal 14.000 hectare wanneer na 2016 blijkt dat deze gronden nodig zijn voor de realisatie van internationale afspraken over biodiversiteit. Het bedrag dat met de totale grondoverdracht is gemoeid kan daardoor oplopen tot € 660 miljoen. De Algemene Rekenkamer wijst de Tweede Kamer er op dat dan de voorgenomen bezuiniging van € 600 miljoen op het Rijksnatuurbeleid zo goed als wordt gecompenseerd.
Weinig objectieve informatie over voedselveiligheid
De samenvoeging van de voormalige ministeries van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) en Economische Zaken (EZ) wordt volgens de Algemene Rekenkamer voortvarend uitgevoerd. Zo werd in korte tijd één financiële administratie ingevoerd voor het kerndepartement. Ook de verantwoording over het gevoerde beleid van het geïntegreerde departement is bevredigend. In het Jaarverslag verstrekt de minister weinig informatie over de veiligheid van voedsel in 2011. Uit het onderzoek van de Algemene Rekenkamer blijkt dat deze informatie wel beschikbaar is.
In zijn reactie verklaart de minister van EL&I dat hij alleen verantwoordelijk is voor de regels, de normstelling en het toezicht op het slachten van dieren en het keuren en uitsnijden van vlees. In haar nawoord op deze bestuurlijke reactie wijst de Algemene Rekenkamer er op dat het bevorderen van voedselkwaliteit als bredere doelstelling wordt geformuleerd in het Jaarverslag. De Algemene Rekenkamer vindt het van belang dat de minister duidelijk aangeeft waarvoor hij verantwoordelijk is en waarvoor niet.
Over het ministerie
Het Ministerie van EL&I gaf in 2011 € 5,9 miljard uit. De ontvangsten bedroegen € 11,9 miljard, voornamelijk uit aardgasbaten. Na de samenvoeging van het ministerie van Economische Zaken met dat van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit telde het fusiedepartement 9.695 volledige arbeidsplaatsen, dat zijn 580 fte’s minder dan eind 2010. De financiële informatie in het Jaarverslag is deugdelijk weergegeven en de jaarrekening en saldibalans zijn rechtmatig tot stand gekomen.