Onzekerheid over laadinfrastructuur voor elektrische voertuigen
Voor automobilisten met een elektrisch voertuig (EV) zijn de kosten per laadsessie onvoldoende transparant. Ook kunnen zij er niet op vertrouwen dat meters van laadpalen betrouwbaar zijn. De meters die de hoeveelheid geladen kilowattuur (kWh) per laadsessie voor de EV-rijder bepalen, worden namelijk niet periodiek gecontroleerd.
Nederland loopt in Europa gezien voorop met een relatief groot aantal laadpunten voor elektrische voertuigen. Maar in het verantwoordingsonderzoek 2019 vraagt de Algemene Rekenkamer aandacht voor de transparantie van de prijzen, veiligheid en betrouwbaarheid van de meters van de laadpunten.
De kosten van het opladen van een elektrische auto zijn opgebouwd uit de prijs per eenheid, de geladen hoeveelheid kilowattuur (kWh) en bijvoorbeeld een starttarief. Niet alle bestuurders van elektrische voertuigen krijgen nu een kostenspecificatie van die verschillende kosten te zien, maar alleen de totaalprijs per laadsessie. In de meeste gevallen betaalt een bestuurder van een elektrisch voertuig voor het gebruik van publieke laadpunten via een app of laadpas van een ‘serviceprovider’. Die verrekent de kosten van het laden met de laadpaalexploitant. De laadpaalexploitant en serviceprovider hebben onderling afspraken gemaakt over de kosten van het gebruik van de laadpaal, maar die worden vaak niet of onvoldoende transparant gedeeld met de consument.
Meer toezicht op betrouwbare meters
Ook worden nu alleen de meters die de netbeheerder levert aan de exploitant van laadpalen op betrouwbaarheid gecontroleerd. Van het aansluitpunt (de connector) die het aantal afgenomen kWh en uiteindelijk de rekening voor de automobilist bepaalt, wordt niet periodiek gecontroleerd of de meter nog steeds aan de geldende wet- en regelgeving voor betrouwbaarheid en juistheid voldoet.
Onduidelijk wie bij de laadpunten toeziet op de betrouwbaarheid van de meters en op de veiligheid van de laadaansluitingen
De Algemene Rekenkamer beveelt de minister van Economische Zaken en Klimaat (EZK) aan te zorgen voor periodieke controles van de meters in de laadaansluitingen zodat consumenten voldoende zekerheid krijgen over de hoeveelheid geladen kWh.
Veiligheid van laadinfrastructuur
Daarnaast houdt de rijksoverheid geen toezicht op de naleving van de veiligheidseisen als er eenmaal een laadstation is geplaatst, zoals voor het veilig aan- en loskoppelen van de laadstekker. Door exploitanten van laadinfrastructuur zijn wel initiatieven genomen om de veiligheid van laadpalen te waarborgen, maar dit zijn afspraken zonder wettelijke verplichting. De Algemene Rekenkamer ziet het als taak van de ministers van EZK en IenW toezicht te houden op de naleving van veiligheidseisen voor laadpalen en zo nodig aanvullende maatregelen te treffen om die beter te monitoren.