Meer inzicht nodig in lokale aanpak van droogte
Droogte leidde de afgelopen jaren tot watertekorten in de landbouw, schade aan de natuur, problemen voor de scheepvaart en tastte de stabiliteit van bodem en funderingen aan. De minister van IenW doet veel om droogte te bestrijden in het hoofdwatersysteem: de grote rivieren en meren in ons land. Maar in regio’s die geen water ontvangen uit het hoofdwatersysteem en afhankelijk zijn van grondwater, zoals de hoge zandgronden en bebouwde gebieden, is meer inspanning van de minister nodig om het droogteprobleem op te lossen.
In Nederland wordt droogte veroorzaakt door verschillende factoren: neerslagtekort door klimaatverandering, afname in de wateraanvoer door de grote rivieren en de snelle afvoer van water via ons watersysteem. Hierdoor verschilt de droogteproblematiek per regio.
De minister van IenW is verantwoordelijk voor de bestrijding van droogte in het hoofdwatersysteem. Provincies, waterschappen en gemeenten hebben verantwoordelijkheden voor de aanpak van droogte in de regionale oppervlaktewateren en het grondwater. De minister moet toezien op een goede werking van het regionale waterbeheer en heeft (via de Waterwet) ook bevoegdheden om in te grijpen.
De bestrijding van droogte in het hoofdwatersysteem, dat er in essentie op gericht is om water af te voeren, is goed georganiseerd en werkt effectief. Maar daar waar droogte optreedt in het grondwatersysteem, zoals de hoge zandgronden in het zuiden en oosten van ons land en in stedelijk gebied, verloopt de bestrijding van droogte moeizamer. Maatregelen in het watersysteem hebben hier minder effect. Daarom zijn juist ruimtelijke maatregelen belangrijk, zoals een verandering van landgebruik, het creëren van natuurlijke waterbuffers en waterdoorlaatbare bestrating.
Deze ruimtelijke maatregelen zijn juist gericht op het vasthouden van water. Ze blijken vaak lastig uit te voeren omdat medewerking van verschillende partijen nodig is, publiek en privaat, waarbij belangen sterk uiteen kunnen lopen. Droogte kan bijvoorbeeld worden bestreden door het aanleggen van natuurlijke waterbuffers en waterdoorlaatbare bestrating, maar ook door landgebruik te veranderen en bijvoorbeeld landbouw of drinkwateronttrekking te verplaatsen. Ook de financiering van ruimtelijke maatregelen is lastig rond te krijgen omdat deze afhankelijk is van de cofinanciering van verschillende partijen.
De droogteproblematiek in grondwaterafhankelijke regio’s bouwt zich over meerdere jaren op. Regio’s ontwikkelen weliswaar plannen voor aanpassing aan klimaatverandering, maar de minister van IenW beoordeelt deze plannen niet inhoudelijk. De minister houdt niet bij of de plannen ook maatregelen tegen droogte bevatten en of er knelpunten zijn in de uitvoering. Daarom beveelt de Algemene Rekenkamer de minister van IenW aan om samen met de ministers van BZK en LNV meer inzicht te krijgen in de ruimtelijke maatregelen die decentrale overheden nemen tegen droogte en ondersteuning aan te bieden als dat nodig is.