Extra geld voor ggz en andere maatregelen vergroten toegankelijkheid complexe zorg iets

Het is aannemelijk dat meer mensen behandeling in de geneeskundige geestelijke gezondheidszorg hebben gekregen of een langere behandeling doordat de minister voor Langdurige Zorg en Sport extra € 30 miljoen heeft uitgetrokken. Ook voor dit jaar wordt € 30 miljoen extra toegevoegd aan het budget van ruim € 4,9 miljard.

De Algemene Rekenkamer heeft de effectiviteit van het extra geld onderzocht in het kader van het jaarlijkse verantwoordingsonderzoek.
Hiermee heeft de minister gezorgd dat de ggz voor mensen met een complexe problematiek iets beter toegankelijk is, hoewel er nog altijd drempels zijn.
De hele geneeskundige ggz kent circa 785.000 cliënten en kampt met lange wachtlijsten. Eerder onderzoek van de Algemene Rekenkamer wees uit dat mensen met complexe psychische problemen vaak het langst moeten wachten op behandeling. 

Prikkel voor zorgverzekeraars

In 2020 heeft de minister een maatregel doorgevoerd die het voor zorgverzekeraars minder verliesgevend maakt om mensen met een complexe problematiek te verzekeren. Dit moet zorgverzekeraars prikkelen om voor deze cliënten meer behandelingen in te kopen bijvoorbeeld bij (hoog)specialistische en klinische afdelingen. Het verzekeren van de duurste ggz-cliënten kost verzekeraars met deze maatregel waarschijnlijk meer dan zij voor deze cliënten aan vergoeding krijgen, zo stelt de Algemene Rekenkamer in haar verantwoordingsonderzoek over 2023 vast.

Vergoeding voor geleverde zorg

Een derde maatregel van de minister is gericht op de ggz-aanbieders die complexe geestelijk zorg aanbieden. Met een nieuwe vorm van bekostiging, het zogenoemde zorgprestatiemodel, worden zorgaanbieders vergoed voor daadwerkelijk geleverde zorg  in plaats van per gemiddelde zorginzet. Deze nieuwe maatregel haalt prikkels om weinig zware zorg aan te bieden weg. Dat is een verbetering. Maar omdat ggz-aanbieders en zorgverzekeraars nog steeds afspraken maken die het aanbieden van lichte zorg bevoordelen – die vrijheid hebben ze - blijft de financiering van zware ggz een belemmering.
Hoeveel mensen wachten op complexe geestelijke zorg, weet de minister voor Langdurige Zorg niet. Daarom kan de Algemene Rekenkamer ook niet vaststellen of de wachtlijsten korter of langer zijn geworden. Zorgverleners houden niet bij hoeveel mensen met complexe problematiek wachten op behandeling. Hierdoor kan de minister niet vaststellen of de getroffen maatregelen hun doel bereiken. Al met al beoordeelt de Algemene Rekenkamer het gevoerde beleid van de minister als matig (op een schaal van 5 kwalificaties variërend van zeer zorgelijk tot goed).