Methodologische verantwoording
Met de aanbevelingen die voortkomen uit ons onderzoek willen we de rijksoverheid helpen verbeteren. Elke twee jaar brengen we met de Voortgangsmeter aanbevelingen in beeld hoe het staat met de opvolging van onze aanbevelingen. Ministeries hebben zelf aangegeven of zij maatregelen hebben doorgevoerd naar aanleiding van aanbevelingen van de Algemene Rekenkamer.
Waarom doen we dit?
De Algemene Rekenkamer onderzoekt of de rijksoverheid publiek geld zinnig, zuinig en zorgvuldig uitgeeft. We laten zien hoe de rijksoverheid in de praktijk functioneert en presteert en welke verbeteringen mogelijk zijn. Zo willen we een bijdrage leveren aan het vertrouwen van de maatschappij in de overheid.
Met de aanbevelingen die voortkomen uit ons onderzoek willen we de rijksoverheid helpen verbeteren. Met de Voortgangsmeter aanbevelingen brengen wij in beeld wat ministeries hebben gedaan met onze aanbevelingen. Daarmee leren we zelf ook over de kwaliteit van onze aanbevelingen.
Wij geven hiermee invulling aan internationale afspraken met andere rekenkamers, waarbij we nagaan of onze aanbevelingen worden opgevolgd en waarbij wij de relevantie van ons werk zichtbaar maken. Deze afspraken liggen vast in standaarden. Een relevante standaard voor de Voortgangsmeter is de ISSAI 12 (PDF) en dan met name Principle 3.
Hoe doen we dit?
In de Voortgangsmeter aanbevelingen verzamelen we per aanbeveling de volgende gegevens:
- De aanbeveling aan de minister
- De bestuurlijke reactie van de minister
- De reactie van de Algemene Rekenkamer op de bestuurlijke reactie van de minister (ons nawoord)
- Doet de minister in de bestuurlijke reactie volgens ons een toezegging op de aanbeveling: Ja of nee?
- Het begrotingshoofdstuk waar de aanbeveling betrekking op heeft en waar de minister verantwoordelijk voor is.
Elke twee jaar vragen wij aan de ministeries wat zij naar aanleiding van de toezeggingen van de ministers hebben gedaan. Deze zelfrapportage bestaat uit twee onderdelen:
- De status: Is er actie ondernomen?
- De toelichting: Waaruit bestaat de ondernomen actie?
De toelichting op de genomen actie dient feitelijk te zijn en is bij voorkeur gebaseerd op een openbare bron.
Wij vragen de ministeries maximaal drie keer over de opvolging van een aanbeveling te rapporteren. Wij toetsen de plausibiliteit van de in de zelfrapportages opgenomen bronnen. Wij geven daarmee geen oordeel over de kwaliteit of inhoud van de acties die zijn toegezegd of uitgevoerd.
Op basis van de zelfrapportages stellen wij vast in hoeverre onze aanbevelingen worden opgevolgd. Naar zaken die volgens ons niet (voldoende) worden opgevolgd kunnen we vervolgonderzoek doen.
Verdeling aanbevelingen over de ministeries 2013-2018
Aantal aanbevelingen Algemene Rekenkamer
Ministerie | Aantal aanbevelingen |
---|---|
BZ-BHOS | 41 |
BZK-KR | 114 |
DEF | 33 |
EZK | 47 |
FIN | 97 |
IenW | 75 |
JenV | 70 |
LNV | 31 |
OCW | 63 |
SZW | 51 |
VWS | 85 |
Totaal | 707 |
Ministerie van BZ: inclusief aanbevelingen begrotingshoofdstuk BHOS
Ministerie van BZK: Inclusief aanbevelingen begrotingshoofdstuk KR.
Een overzicht van de gebruikte afkortingen is opgenomen in de Lijst met gebruikte afkortingen.
Wij deden in de periode 2013-2018 veel aanbevelingen aan de ministers van Financiën en BZK. De ministers van LNV en Defensie kregen veel minder aanbevelingen. Deze verschillen zijn verklaarbaar door het aantal uitgevoerde onderzoeken (doelmatigheidsonderzoeken en beleidscasussen) op de betreffende beleidsterreinen.
Op sommige beleidsterreinen hebben wij in de periode 2013-2018 helemaal geen onderzoek gedaan dat binnen de scope van de Voortgangsmeter aanbevelingen valt, zoals bijvoorbeeld bij het Ministerie van Algemene Zaken of bij het Gemeentefonds. Daarom zijn ook niet alle begrotingshoofdstukken in het bovenstaande overzicht opgenomen.
Niet al onze aanbevelingen zijn opgenomen in de Voortgangsmeter aanbevelingen
In de Voortgangsmeter aanbevelingen richten we ons op aanbevelingen uit ons doelmatigheidsonderzoek en op beleidscasussen uit ons verantwoordingsonderzoek.
De volgende aanbevelingen die gebaseerd zijn op onderzoek worden niet meegenomen in de Voortgangsmeter aanbevelingen:
- Aanbevelingen uit onderzoeken die jaarlijks plaatsvinden en waarvan de opvolging in de betreffende onderzoeken zelf worden gemonitord. Dit zijn bijvoorbeeld aanbevelingen uit ons verantwoordingsonderzoek die betrekking hebben op onvolkomenheden in de bedrijfsvoering.
- Aanbevelingen aan de Tweede Kamer.
- Aanbevelingen aan bestuurders van instellingen op afstand van het Rijk waar de Algemene Rekenkamer onderzoek heeft uitgevoerd.
Niet alle toezeggingen van ministers zijn opgenomen in de Voortgangsmeter aanbevelingen
In de Voortgangsmeter aanbevelingen vermelden we alleen de toezeggingen uit de bestuurlijke reactie op ons rapport. Als een minister op andere momenten toezeggingen naar aanleiding van ons onderzoek doet, bijvoorbeeld in een kamerdebat of bij een beleidsevaluatie nemen wij deze toezeggingen niet in de Voortgangsmeter aanbevelingen op.
Portefeuilles van ministers veranderen
Portefeuilles van ministers veranderen van tijd tot tijd. Bij een herschikking van taken of departementen gaan wij na of er een andere minister verantwoordelijk wordt voor eerder gedane toezeggingen. Wanneer dat het geval is kan dit leiden tot aanpassingen van begrotingshoofdstukken in de Voortgangsmeter aanbevelingen.