Methodologische verantwoording Voortgangsmeter 2023

Met de aanbevelingen die voortkomen uit ons onderzoek willen we de rijksoverheid helpen verbeteren. Elke 2 jaar brengen we met de Voortgangsmeter in beeld hoe het staat met de opvolging van onze aanbevelingen. Ministeries geven in de Voortgangsmeter zelf aan of zij maatregelen hebben doorgevoerd naar aanleiding van aanbevelingen van de Algemene Rekenkamer.

Elke 2 jaar publiceren wij een rapportage Voortgangsmeter. In deze rapportages kijken wij 6 jaar terug. De publicatie “Voortgangsmeter 2023” is de vierde online rapportage.

De rapportage bestaat uit 2 delen: een rijksbrede rapportage en een rapportage per begrotingshoofdstuk. In de rapportage per begrotingshoofdstuk vergelijken we de toezeggingen van de verantwoordelijke minister en de uitgevoerde acties met de rijksbrede gemiddelden.

Waarom doen we dit?

De Algemene Rekenkamer onderzoekt of de rijksoverheid publiek geld zinnig, zuinig en zorgvuldig uitgeeft. We laten zien hoe de rijksoverheid in de praktijk functioneert en presteert en welke verbeteringen mogelijk zijn. Zo willen we een bijdrage leveren aan het vertrouwen van de maatschappij in de overheid.

Met de aanbevelingen die voortkomen uit ons onderzoek willen we de rijksoverheid helpen verbeteren. Met de Voortgangsmeter 2023  brengen wij in beeld wat ministeries hebben gedaan met onze aanbevelingen in de periode 2017-2022. Daarmee leren we zelf ook over de kwaliteit van onze aanbevelingen.

Wij geven hiermee invulling aan internationale afspraken met andere rekenkamers, waarbij we nagaan of onze aanbevelingen worden opgevolgd en waarbij wij de relevantie van ons werk zichtbaar maken. Deze afspraken liggen vast in standaarden. Een relevante standaard voor de Voortgangsmeter aanbevelingen is de ISSAI 12 en dan met name principle 3.

Hoe doen we dit?

In de Voortgangsmeter verzamelen we per aanbeveling de volgende gegevens:

  • De aanbeveling aan de minister
  • De bestuurlijke reactie van de minister
  • Doet de minister in de bestuurlijke reactie volgens ons een toezegging op de aanbeveling: ja of nee?
  • De reactie van de Algemene Rekenkamer op de bestuurlijke reactie van de minister (ons nawoord)
  • Het begrotingshoofdstuk waar de aanbeveling betrekking op heeft en waar de minister verantwoordelijk voor is
  • Zelfrapportages van de ministeries over de maatregelen die zijn getroffen naar aanleiding van onze aanbevelingen

Deze gegevens zijn opgenomen in datasets die wij op onze website hebben geplaatst. Het redigeren, samenvatten en vastleggen  van aanbevelingen, bestuurlijke reacties en nawoorden geschiedt met de grootst mogelijke zorgvuldigheid. Bij eventuele interpretatieverschillen zijn de gepubliceerde rapportteksten en de bestuurlijke reacties van de ministers leidend.

Niet al onze aanbevelingen zijn opgenomen in de Voortgangsmeter aanbevelingen

In de Voortgangsmeter richten we ons op aanbevelingen uit ons beleidsonderzoek uit het verantwoordingsonderzoek en  doelmatigheidsonderzoeken.

De volgende aanbevelingen die gebaseerd zijn op onderzoek worden niet meegenomen in de Voortgangsmeter aanbevelingen:

  1. Aanbevelingen uit onderzoeken die jaarlijks plaatsvinden en in de betreffende onderzoeken zelf worden opgevolgd. Dit zijn bijvoorbeeld aanbevelingen uit ons verantwoordingsonderzoek die betrekking hebben op onvolkomenheden in de bedrijfsvoering.
  2. Aanbevelingen aan de Tweede Kamer.
  3. Aanbevelingen aan bestuurders van instellingen op afstand van het Rijk waar de Algemene Rekenkamer onderzoek heeft uitgevoerd.
  4. Aanbevelingen die door de tijd zijn ingehaald, bijvoorbeeld aanbevelingen over een regeling die daarna is afgeschaft. Bij de onderwerpen Gaswinning in Groningen en de Toeslagenaffaire zijn we terughoudend geweest in het uitvragen van aanbevelingen. Vanwege de grote parlementaire aandacht en dynamiek op deze onderwerpen, zijn aanbevelingen uit het verleden achterhaald. Ook liep de parlementaire enquête aardgaswinning Groningen en de parlementaire ondervraging Kinderopvangtoeslag in onze onderzoeksperiode.

Het aantal aanbevelingen per begrotingshoofdstuk kan verschillen

Ons onderzoek bestrijkt een breed terrein met veel begrotingshoofdstukken en zeer uiteenlopende beleidsthema’s. We moeten hierin een keuze maken. Daarom loopt het aantal aanbevelingen per begrotingshoofdstuk sterk uiteen.

Op sommige beleidsterreinen hebben we in de periode 2017-2022 helemaal geen onderzoek gedaan dat binnen de reikwijdte van de Voortgangsmeter aanbevelingen valt, zoals bij het Gemeentefonds. Daarom zijn ook niet alle begrotingshoofdstukken in de Voortgangsmeter aanbevelingen opgenomen.

Sinds 2022 doet de Algemene Rekenkamer ook minder en gerichter aanbevelingen.

Niet alle toezeggingen van ministers zijn opgenomen in de Voortgangsmeter aanbevelingen

In de Voortgangsmeter aanbevelingen vermelden we alleen de toezeggingen uit de bestuurlijke reactie op ons rapport. Als een minister op andere momenten toezeggingen naar aanleiding van ons onderzoek doet, bijvoorbeeld in een Kamerdebat of bij een beleidsevaluatie nemen wij deze toezeggingen niet op in de Voortgangsmeter aanbevelingen.

Zelfrapportages ministeries

Elke twee jaar vragen wij aan de ministeries wat zij naar aanleiding van de toezeggingen van de ministers hebben gedaan. Deze zelfrapportage bestaat uit twee onderdelen:

  • De status: Is er actie ondernomen?
  • De toelichting: Waaruit bestaat de ondernomen actie?

Actie status

Voor de zelfrapportage zijn er zes mogelijke actie statussen:

  • Toezegging – Actie in voorbereiding
  • Toezegging – Actie in uitvoering
  • Toezegging – Actie is afgerond
  • Toezegging – Geen actie
  • Geen toezegging – Wel actie
  • Geen toezegging – Geen actie

In de rapportage bij de Voortgangsmeter aanbevelingen hebben wij de zes actie statussen uit de zelfrapportages in vier categorieën samengevoegd.

Rapportage Voortgangsmeter

Zelfrapportages departementen

Toezegging is uitgevoerd

Toezegging – Actie is afgerond

Actie voor toezegging

Toezegging – Actie in voorbereiding

Toezegging – Actie is in uitvoering

Overige actie

Geen toezegging – Wel actie

Geen actie

Wel toezegging – Geen actie

Geen toezegging – Geen actie

Toelichting

We vragen aan het ministerie om een feitelijke stand van zaken per aanbeveling. De toelichting van het ministerie is bij voorkeur gebaseerd op een openbare bron.

Wij vragen de ministeries maximaal drie keer over een toezegging te rapporteren. Dit kan minder zijn als er geen toezegging is gedaan of als een toezegging eerder is nagekomen. Wij toetsen de zelfrapportages op plausibiliteit. Wij geven daarmee geen oordeel over de kwaliteit of inhoud van de acties die zijn toegezegd of uitgevoerd. Ministeries zijn zelf verantwoordelijk voor de kwaliteit en deugdelijkheid van hun toelichting.

Op basis van de zelfrapportages stellen wij vast in hoeverre onze aanbevelingen worden opgevolgd. Naar zaken die volgens ons niet (voldoende) worden opgevolgd kunnen we vervolgonderzoek doen.

Als er meerdere zelfrapportages voor dezelfde aanbeveling beschikbaar zijn (bijvoorbeeld uit 2021 en 2023), gebruiken wij de meest recente zelfrapportage.

Als wij in de periode 2017-2022 meer dan dertig aanbevelingen over een begrotingshoofdstuk hebben gedaan, geven we voor het betreffende begrotingshoofdstuk ook informatie over de jaarlijkse ontwikkeling van aanbevelingen van de Algemene Rekenkamer en toezeggingen van de ministers.