EU-trendrapport 2013
Ontwikkelingen in het financieel management van de Europese Unie
Het EU-trendrapport 2013 is de elfde editie van een jaarlijkse rapportage waarin wij ontwikkelingen in het financieel management van de EU beschrijven. Centraal staat het toezicht en de controle op de besteding van EU-geld, zowel in Nederland als EU-breed.
Conclusies
Verantwoording over besteding Europese subsidies en noodfondsen nauwelijks verbeterd
De verantwoording die EU-lidstaten afleggen over de besteding van EU-subsidies die ze ontvangen is in 2012 nauwelijks verbeterd. In het nieuwe Financieel Reglement van de EU is nog steeds geen verplichting opgenomen voor de lidstaten om hierover jaarlijks een lidstaatverklaring af te geven. Daardoor is niet transparant – behalve voor de vier lidstaten die sinds 2007 vrijwillig een lidstaatverklaring opstellen – of het geld van de Europese belastingbetaler volgens de regels wordt uitgegeven.
De geringe ambitie om de verantwoording over EU-geld in de lidstaten te verbeteren baart ons zorgen. Meer dan ooit vraagt deze tijd van financiële crisis om een goed financieel beheer en betrouwbare verantwoordingsinformatie.
Ook bij de Europese noodfondsen was in 2012 nog geen sprake van onafhankelijke controle en verantwoording. Goed nieuws is wel dat bij het nieuwe permanente noodfonds ESM een auditcomité is ingesteld. Dit auditcomité heeft als opdracht om de rechtmatigheid en de doeltreffendheid van steunoperaties voor zwakke EU-landen te onderzoeken. Daarvoor moet het auditcomité uiteraard wel voldoende mensen en middelen hebben. Bij de oprichting was dit nog niet geregeld.
Deze mogelijkheid voor controle op het ESM is niet van toepassing verklaard op andere noodfondsen, zoals het eerste Griekse steunprogramma en het tijdelijke noodfonds EFSF. Wij vinden dat een gemiste kans. Op een totaalbedrag van maximaal € 240 miljard is nu geen publieke externe controle mogelijk.
Rechtmatigheid en inzicht in doeltreffendheid Europese subsidies niet verbeterd
De rechtmatigheid van de besteding van Europese subsidies is niet verbeterd. Het foutenpercentage bedroeg volgens de gegevens die in 2012 beschikbaar kwamen 3,9%. Dit percentage heeft betrekking op circa € 5 miljard. De grootste problemen doen zich voor bij de beleidsterreinen cohesie, landbouw en onderzoek.
De Europese Commissie heeft over 2011 aanzienlijk meer voorbehouden bij zijn jaarverslagen gemaakt. Bovendien hebben de voorbehouden betrekking op grotere bedragen dan voorheen. Het aantal door de lidstaten gemelde onregelmatigheden en het bijbehorende financiële belang daalde overigens juist.
Het nieuwe jaarlijkse rapport van de Europese Commissie over de doeltreffendheid van EU-beleid komt het inzicht in doeltreffendheid vooralsnog niet ten goede. We vinden de opzet van het rapport te beperkt; het omvat slechts twee beleidsterreinen.
Zelf hebben wij de doeltreffendheid van één EU-beleidsterrein beoordeeld, door te kijken naar wat er gebeurt met het geld dat ons land krijgt uit het Europees Visserijfonds. Het blijkt vooralsnog niet vast te stellen of de doelstellingen van het Nederlandse visserijprogramma zullen worden behaald.
Vereenvoudigde regels structuurfondsprojecten in Nederland weinig gebruikt
Het Europees Parlement en de Europese Rekenkamer hebben de afgelopen jaren het belang benadrukt van eenvoudiger regels voor de administratie rond projecten die worden gefinancierd uit structuurfondsen zoals het Europees Sociaal Fonds en het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling. Complexe regels vergroten het risico dat er fouten worden gemaakt en dat beleidsdoelen niet worden gehaald, zo luidde de boodschap. Ons onderzoek laat zien dat er in Nederland nog maar weinig gebruik wordt gemaakt van vereenvoudigde regels bij de administratie van projecten.
Aanbevelingen
Wij bevelen het kabinet aan zich in Brussel te blijven inzetten voor meer transparantie en betere publieke verantwoording over het Europese geld. Concreet betekent dit dat de betrokken ministers:
- zich er sterk voor moeten maken dat het opstellen van een jaarlijkse lidstaatverklaring voor alle lidstaten verplicht wordt;
- moeten bevorderen dat het ESM-auditcomité over voldoende mensen en middelen kan beschikken en mandaat krijgt om het geld uit het eerste Griekse steunprogramma en het EFSF aan onafhankelijke externe controle te onderwerpen;
- zich er sterk voor moeten maken dat EU-lidstaten die geld uit noodfondsen ontvangen een jaarlijkse lidstaatverklaring moeten opstellen die ook de besteding van deze noodgelden omvat.
Om ook binnen Nederland de verantwoording en transparantie over EU-geld te verbeteren bevelen wij de betrokken ministers aan:
- de doelstellingen, maatregelen en indicatoren voor het visserijbeleid specifiek en meetbaar te formuleren zodat tussentijds en achteraf kan worden vastgesteld of deze ook worden c.q. zijn behaald;
- ervoor te zorgen dat de financiële risico’s bij de uitvoering van het visserijbeleid snel worden weggenomen;
- te stimuleren dat er bij structuurfondsprojecten meer gebruik wordt gemaakt van de mogelijkheden om regels te vereenvoudigen.
Reactie van het Kabinet
Het kabinet heeft overwegend positief op ons rapport gereageerd. Onze aanbeveling om het eerste Griekse steunprogramma door het ESM-auditcomité te laten controleren neemt het kabinet niet over. Dat geldt ook voor onze aanbeveling om te bevorderen dat lidstaten die geld uit noodfondsen ontvangen, worden verplicht een jaarlijkse lidstaatverklaring op te stellen.