Hervorming AWBZ

Een simulatie van de gevolgen

Als bijdrage aan een goede voorbereiding van de hervorming van de langdurige zorg heeft de Algemene Rekenkamer een simulatie uitgevoerd. Waar zouden de cliënten die in 2012 recht hadden op AWBZ-zorg onder het nieuwe stelsel terecht komen? De simulatie brengt de mogelijke gevolgen in beeld van de hervormingen in de langdurige zorg. Dit type informatie is van belang voor het parlement bij het behandelen van de hervorming van de langdurige zorg. De resultaten van de simulatie zijn te vinden in het rapport Hervorming AWBZ; Een simulatie van de gevolgen dat op 22 april 2014 wordt gepubliceerd.

Conclusies

Een voorbeeld: 67.000 ouderen hadden in 2012 onder de huidige AWBZ recht op zorg met verblijf. Onder het nieuwe stelsel zouden toekomstige cliënten als dezen thuis verzorgd moeten worden. Cliënten die in 2014 in een instelling verblijven mogen daar blijven wonen, dit is geregeld in het overgangsrecht. De hervorming van de langdurige zorg is afgesproken in het regeerakkoord Rutte-Asscher. Langdurige zorg die nu nog uit de AWBZ gefinancierd wordt zal, wanneer het parlement daarmee akkoord gaat, vanaf 2015 onder vier verschillende wetten vallen: de Zorgverzekeringswet (Zvw), de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), de Jeugdwet en de Wet langdurige zorg (Wlz). Gemeenten en zorgverzekeraars krijgen in het nieuwe stelsel meer verantwoordelijkheden. Het kabinet wil met de hervorming onder meer de kwaliteit van de zorg verbeteren. Daarnaast moet in 2017 €3,4 miljard bezuinigd worden op de langdurige zorg. In 2012 maakten bijna 800.000 mensen aanspraak op langdurige zorg via de AWBZ en was er €27 miljard mee gemoeid. In dit onderzoek zijn de resultaten van het recente voorjaarsakkoord over de zorg tussen het kabinet en een aantal fracties uit de Tweede Kamer niet betrokken.

Aanbevelingen

Informatievoorziening

We bevelen de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) aan een goede en tijdige informatievoorziening over de hervorming van de langdurige zorg te waarborgen. Het zou winst zijn om deze informatievoorziening – waar het de te decentraliseren langdurige zorg betreft – aan te laten sluiten bij de informatie die gemeenten en andere actoren verzamelen. Dit vraagt ook een goede samenhang met data en gegevens over de andere grote decentralisatieoperaties in het sociale domein.

Verder bevelen we de minister van VWS aan bij het verzamelen, analyseren en toegankelijk maken van informatie gebruik te maken van moderne technieken, zoals het koppelen van informatie op kaart met als resultaat een beter (lokaal en landelijk) inzicht in de situatie van kwetsbare mensen. Het ontsluiten van informatie via een open data platform maakt het mogelijk dat ook burgers zelf kunnen vaststellen hoe bijvoorbeeld hun gemeente het doet. Daarnaast bevordert een open data platform het leren over wat wel en niet werkt.

Reactie en nawoord

Reactie staatssecretaris van VWS

De staatssecretaris vindt dat de aanbevelingen waardevolle suggesties bevatten die in het implementatietraject van de hervorming van langdurige zorg kunnen worden meegenomen. Hij waardeert het dat de Algemene Rekenkamer constateert dat het Programma Informatiehuishouding op Orde een geschikt startpunt is voor de verdere inrichting van de informatie- en monitoringsfunctie.

De staatssecretaris plaatst twee kanttekeningen bij het rapport. De eerste gaat over de verdeling van één domein naar vier domeinen. ‘Met de hervorming wordt juist beoogd om vanuit het perspectief van de cliënt de samenhang tussen de verschillende zorgdomeinen te versterken, zodat een cliënt juist met minder domeinen te maken krijgt. Zo is het bijvoorbeeld van belang het “sociale domein” (ondersteuning thuis) veel meer te verbinden met de eerstelijnszorg (“het medische domein”). Deze notie klinkt onvoldoende door in het rapport.’

De tweede kanttekening gaat over de effecten van extramuralisering voor 67.000 ouderen. ‘Uit deze weergave zou de suggestie kunnen ontstaan dat deze mensen verplicht moeten verhuizen, terwijl het bij de extramuralisering om nieuwe instroom gaat en oude rechten niet worden aangetast. Verder gaat het om een trend die reeds jaren geleden is ingezet, waarbij ouderen er zelf voor kiezen om niet naar een instelling te gaan, maar thuis zorg te ontvangen. Zoals u zelf terecht aangeeft, heeft de Rekenkamer geen rekening kunnen houden met het recente voorjaarsakkoord. Zoals u weet hebben deze afspraken belangrijke gevolgen voor de cijfers met betrekking tot extramuraliseren.’
 
Tot slot gaat de staatssecretaris in op de uitgevoerde simulatie. Hij hecht eraan te wijzen op de beperkingen van de simulatie. ‘Het gaat daarbij om de volgende aspecten:

Het betreft het bestand 2012. De ontwikkeling 2013 is niet meegenomen in de simulatie;

Het rapport gaat over indicaties en het is bekend dat er een groot verschil zit tussen de indicaties en de feitelijke zorg die mensen ontvangen (omvang, wel/niet gebruik maken van recht, leveringsvorm);

Het gaat om de structurele situatie. Omdat er sprake is van overgangsrecht is het beroep op de Wlz in de eerste jaren veel groter dan in het rapport wordt geschetst. Duidelijk moet zijn dat de structurele situatie pas na vele jaren wordt bereikt.

In het rapport is nog geen rekening gehouden met de recente beleidsontwikkeling zoals de knip in de GGZ en het voorjaarsakkoord waarin de extramuralisering wordt beperkt. Dit heeft tot gevolg dat niet in alle gevallen de juiste toedeling naar domeinen is toegepast in het rapport.’

Nawoord Algemene Rekenkamer

Met belangstelling hebben wij kennis genomen van de reactie van de staatssecretaris van vws op dit rapport. Zijn opmerkingen van feitelijke aard hebben wij zoveel mogelijk overgenomen in het rapport. Wij waarderen het streven van de staatssecretaris de samenhang tussen de verschillende zorgdomeinen met de hervorming van de langdurige zorg te versterken. Met de hervorming worden taken, bevoegdheden en budgetten op het terrein van de langdurige zorg en ondersteuning anders verdeeld tussen gemeenten, zorgverzekeraars en de Rijksoverheid. Dit is in vier verschillende wetten geregeld: Wmo 2015, Wlz, Zvw en Jeugdwet. Wij onderstrepen dat een goede afstemming tussen de betrokken partijen een voorwaarde is om de gewenste samenhang in het zorgdomein te bereiken. Zoals wij in het rapport al aangeven, beklemtonen we hierbij nogmaals dat het gaat om een simulatie, waarbij wij de mogelijke gevolgen voor toekomstige cliënten in beeld brengen. Dat betekent dat huidige cliënten met recht op zorg in een instelling dit recht behouden. Het doel van de simulatie is het ondersteunen van het parlement bij de behandeling van de Wmo 2015 en Wlz.

De precieze inrichting van de hervorming van de awbz is nog aan verandering onderhevig. De in het rapport vermelde gegevens en gehanteerde beleidsvoornemens hebben betrekking op de stand half maart 2014. In dit onderzoek zijn de resultaten van het recente voorjaarsakkoord over de zorg tussen het kabinet en een aantal fracties uit de Tweede Kamer niet betrokken. De strekking van de simulatie blijft hiermee ongewijzigd.