Hogere kortingen op dure medicijnen nodig om verdringing in de zorg te voorkomen

Onderhandelingen minister positieve bijdrage; niet altijd kosteneffectieve zorg

De minister voor Medische Zorg levert een positieve bijdrage aan de beheersing van uitgaven voor nieuwe dure geneesmiddelen door steeds meer prijsafspraken te maken met de farmaceutische industrie. De opmars van steeds duurdere geneesmiddelen duurt voort - honderden innovatieve geneesmiddelen worden de komende jaren verwacht. Hogere kortingen zijn nodig om het risico te verkleinen dat andere medisch-specialistische zorg wordt verdrongen.

De Algemene Rekenkamer heeft onderzoek gedaan naar de onderhandelingen over dure geneesmiddelen, omdat Nederland steeds meer uitgeeft aan geneesmiddelen.
En in het bijzonder aan nieuwe, dure geneesmiddelen.
En wij hebben onderzocht of de onderhandelingen, die onder de verantwoordelijkheid van de minister voor Medische Zorg worden gevoerd, leiden tot kosteneffectieve zorg.
We hebben alle 32 onderhandelingen onderzocht, die onder de verantwoordelijkheid van de minister voor Medische Zorg gevoerd zijn en we zijn tot de conclusie gekomen dat deze een positieve bijdrage leveren aan de besparingen op geneesmiddelen prijzen.
Maximaal enkele honderden miljoenen euro's.
Maar dat tegelijkertijd voor vijf nieuwe medicijnen het niet heeft geleid tot kosteneffectieve zorg, omdat de prijs die betaald wordt voor deze nieuwe medicijnen niet opweegt tegen de gezondheidswinst die ermee geboekt wordt.
De Algemene Rekenkamer heeft vastgesteld dat de onderhandelngen een positieve bijdrage leveren, maar tegelijkertijd is die bijdrage beperkt. 
En dat wringt des temeer, omdat er de komende tijd steeds meer nieuwe dure geneesmiddelen op de markt komen. 
Terwijl het budget voor de ziekenhuiszorg nauwelijks mag stijgen.
En daardoor kan andere ziekenhuiszorg in de knel komen.
Daarom is de aanbeveling van de Algemene Rekenkamer aan de minister voor Medische Zorg, om scherper in te zetten in de onderhandelingen, om altijd tot kosteneffectieve zorg te komen.
En als dat niet lukt in die onderhandelingen, om ook een keertje "nee" te zeggen tegen een farmaceut, omdat niet iedere prijs acceptabel is.
Zelfs niet als dat uiteindelijk betekent dat een geneesmiddel voor patienten niet vergoed wordt.

De minister moet de uitgangspunten voor prijsonderhandelingen, naar het oordeel van de Algemene Rekenkamer, aanscherpen en nagaan onder welke omstandigheden hij bereid is ‘nee’ te zeggen als een farmaceut onvoldoende korting geeft. Het gevolg daarvan kan zijn dat een geneesmiddel niet in het basispakket van verzekerde zorg wordt opgenomen.

De Algemene Rekenkamer heeft in het onderzoeksrapport Paardenmiddel of noodverband? - Resultaten prijsonderhandelingen geneesmiddelen, dat op 23 april 2020 naar de Tweede Kamer is gestuurd, onderzocht of de prijsafspraken met farmaceuten in de periode 2012-2018, 32 in totaal, bijdragen aan kosteneffectieve zorg en aan de beheersing van uitgaven aan geneesmiddelen.

Cover rapport geneesmiddelen

Financieel belang nog beperkt

Sinds 2012 onderhandelt de minister met farmaceuten over de prijs van nieuwe, dure geneesmiddelen. Voorheen deden enkel zorgverzekeraars en ziekenhuizen dat. Hoeveel korting deze zorgpartijen door onderhandelingen realiseren is niet bekend. De minister onderhandelt over een beperkt deel van de totale uitgaven voor geneesmiddelen. In de loop der jaren is de door de minister bereikte verlaging van uitgaven opgelopen van enkele tientallen miljoenen tot € 272 miljoen in 2018. Bij deze prijsafspraken gaat het vaak om oplopende kortingen naarmate er meer van het medicijn verkocht wordt.

Dure medicijnen gaan steeds meer knellen

Nederland geeft per jaar ruim € 6,5 miljard uit aan geneesmiddelen. De prijsonderhandelingen door de minister gaan over specifieke geneesmiddelen, bijvoorbeeld voor chronische hepatitis C, de ziekte van Pompe, de spierziekte SMA of kanker. De onderhandelingen gaan over geneesmiddelen die bij de apotheek verkrijgbaar zijn (extramurale middelen) en middelen die worden gebruikt voor behandelingen in een ziekenhuis (intramurale geneesmiddelen). Steeds vaker gaan deze onderhandelingen over intramurale middelen. Hiervan stijgen de uitgaven de laatste jaren het hardst. Dat gaat steeds meer knellen, zo stelt de Algemene Rekenkamer vast, nu is afgesproken dat de uitgaven aan medisch-specialistische zorg tot 2022 nagenoeg niet meer mogen stijgen.

Resultaat niet altijd kosteneffectief

De Algemene Rekenkamer heeft de prijsafspraken vergeleken met de adviesprijzen van Zorginstituut Nederland aan de minister. Als de prijsafspraak daaraan voldoet is behandeling met het geneesmiddel kosteneffectief.
De onderhandelingsresultaten voor de minister zijn wisselend. De bewindsman staat niet sterk als het gaat om middelen als Orkambi (tegen taaislijmziekte) of Spinraza (spierziekte SMA), omdat er voorlopig geen alternatieven op de markt zijn. De minister zette in 3 onderhandelingen niet in op de adviesprijs die Zorginstituut Nederland had aangereikt. Dan wordt het onderhandelingsresultaat dus zeker niet kosteneffectief. Het onderzoek wijst uit dat in totaal in 5 onderhandelingen het resultaat niet kosteneffectief is.
De minister kan het parlement meer informatie geven; het vergoeden van niet-kosteneffectieve zorg vereist immers politieke verantwoording.

Reactie minister en nawoord Algemene Rekenkamer

Naar aanleiding van de reactie van de minister voor Medische Zorg schrijft de Algemene Rekenkamer dat de minister zou moeten inzetten op minder druk op de toegankelijkheid en betaalbaarheid van zorg. De minister kan nu nauwelijks beoordelen welke prijs voor de fabrikant rendabel is. De inzet van de minister zou altijd ten minste moeten zijn dat een geneesmiddel kosteneffectief is.

——————————————————————————————————————————————————————
Nederland is met de rest van de wereld sinds begin dit jaar in de greep geraakt van het coronavirus. Het onderzoek naar prijsonderhandelingen voor geneesmiddelen staat los van de bestrijding van deze pandemie. De conclusies die de Algemene Rekenkamer uit dit onderzoek trekt veranderen niet vanwege de ernstige ontwikkelingen door het coronavirus in 2020. Wij hebben deze publicatie kunnen afronden en de betrokken minister voor Medische Zorg is onder de moeilijke omstandigheden in de gelegenheid geweest te reageren op onze conclusies en aanbevelingen. Dit illustreert dat ons democratische systeem, waarvan onafhankelijke controle en onderzoek door de Algemene Rekenkamer deel uitmaken, ook onder de uitzonderlijke omstandigheden blijft functioneren.