Iedereen is welkom bij de Algemene Rekenkamer! Wij bieden een werkomgeving waarin je kunt zijn wie je bent en waar jouw talenten optimaal tot hun recht komen.
De Algemene Rekenkamer is een flexibele werkgever, wij hechten belang aan ieders persoonlijke en professionele inbreng. Met ruim 300 collega’s zijn we een dynamische organisatie die volop in ontwikkeling is en waar altijd ruimte is voor nieuwe kennis en ideeën.
Of je nu financieel-econoom bent, dataspecialist of sociaal wetenschapper, managementondersteuner of beleidsmedewerker, bij de Algemene Rekenkamer ben je altijd direct betrokken bij actuele maatschappelijke onderwerpen. Ben jij klaar voor een functie bij de Algemene Rekenkamer? Bekijk onze vacatures en solliciteer direct!
Goede arbeidsvoorwaarden
Bij de Algemene Rekenkamer werken hoort natuurlijk een goed arbeidsvoorwaardenpakket. We volgen de CAO Rijk. Naast het salaris ontvang je een Individueel Keuzebudget (IKB) wat bestaat uit geld en tijd. Het IKB gebruik je voor keuzes die bij jou passen en stel jezelf een deel van je arbeidsvoorwaarden samen. Tot de secundaire arbeidsvoorwaarden behoren onder meer verschillende studiefaciliteiten, bedrijfsfitness, volledige vergoeding van je reiskosten woon-werkverkeer met openbaar vervoer en gedeeltelijk betaald ouderschapsverlof.
We vinden het belangrijk dat je voldoende mogelijkheden krijgt om je te blijven ontwikkelen in je carrière. Bij de Algemene Rekenkamer kun je doorgroeien naar een andere functie, je verder ontwikkelen in je huidige functie of je specialiseren. Daarnaast besteden we aandacht aan kennisverbreding en scholing.
Inclusie en diversiteit
De Algemene Rekenkamer wil iedereen gelijke kansen geven, een omgeving bieden waar iedereen zichzelf kan zijn en de ruimte krijgt om zich te ontwikkelen.
We hechten veel waarde aan een diverse samenstelling van de organisatie met medewerkers vanuit verschillende maatschappelijke, culturele en levensbeschouwelijke achtergronden, deskundigheid en disciplines. Ieder persoon heeft unieke talenten, inzichten en competenties die bijdragen aan de kwaliteit en het draagvlak van ons werk. Door die verschillende perspectieven dragen wij samen bij aan het verbeteren van het functioneren en presteren van de rijksoverheid.
De Algemene Rekenkamer erkent de meerwaarde van inclusie en diversiteit en is daarom aangesloten bij het Charter Diversiteit van de Sociaal-Economische Raad. Door het Charter en het bijbehorende actieplan dragen we de verantwoordelijkheid om met elkaar een inclusieve en open organisatie verder vorm te geven.


Media error: Format(s) not supported or source(s) not found
Bestand downloaden: https://www.rovid.nl/ar/com/2021/ar-com-20211012-idajlqbhm-web-hd.mp4Christiaan Luteijn – Senior onderzoeker: Ik ben onderzoeker bij de Algemene Rekenkamer. Wat ik heel leuk vind is dat je echt een kijkje achter de schermen krijgt bij de overheid.
Aard-Jan Seppenwoolde – Senior onderzoeker: Het werk vind ik zo leuk omdat je echt met relevante maatschappelijke thema's bezig bent.
Kübra Özisik – Onderzoeker: Je zit natuurlijk op een hele unieke positie. Aan de ene kant ben je onderzoekend bezig, en je hebt ook hart voor de publieke zaak. En alles kan je in één functie kwijt. Ja, wat wil je nog meer?
Ina Hopman – Senior adviseur internationale aangelegenheden: Bij de Rekenkamer doe ik internationaal werk omdat wij als Rekenkamer het enige instituut zijn in ons land. Om contact te hebben met andere mensen die hetzelfde werk doen, moeten we naar het buitenland. We hebben bijvoorbeeld een samenwerkingsverband over data analytics. Waar wij ook dingen van andere rekenkamers leren.
Christiaan: Ik wilde bij de Rekenkamer gaan werken, in de eerste plaats omdat ik vind dat Nederlanders gewoon recht hebben om te weten wat er met hun belastinggeld gebeurt.
Aard-Jan: Wij als Algemene Rekenkamer hebben ook unieke bevoegdheden. Dat wij alle gegevens mogen inzien die wij nodig achten voor ons onderzoek.
Christiaan: Een belangrijke eigenschap is denk ik een kritische houding. Je moet jezelf altijd afvragen: klopt dit wel? Hoe zit dit? En niet alles voor waar aannemen wat je verteld wordt.
Kübra: Het is goed als je een denker bent, je moet doordacht zijn, weloverwogen maar ook toekomstgericht kunnen denken, dus doelgericht zijn.
Aard-Jan: Je wilt graag weten hoe het zit. En, voor de rest moet je natuurlijk leuk kunnen samenwerken, want onderzoeken doe je nooit alleen, altijd in een team.
Ina: Er zijn ook diverse functies hier. Het is niet zo dat je alleen maar onderzoek hoeft te doen. Je kan bijvoorbeeld bij communicatie werken, of bij bestuur.
Kübra: Heb je lef, wil je je ontwikkelen en wil je bijdragen aan het beter functioneren en presteren van de Rijksoverheid? Kom dan vooral bij de Rekenkamer werken. En dan, wie weet, werken wij samen aan een onderzoek...
Collega's aan het woord

Interview met Corné Ros, Sjaahien Kalloe-Guman en Miranda Pirkovski - Financial Audit, Algemene Rekenkamer
Op Verantwoordingsdag staan we letterlijk en figuurlijk in de spotlights. Dan rapporteert Pieter Duisenberg, president van de Algemene Rekenkamer, onze bevindingen over de rechtmatigheid, doelmatigheid en doeltreffendheid van de ontvangsten en uitgaven van de Rijksoverheid aan het parlement. Op de 3e woensdag in mei zitten we op de publieke tribune of gekluisterd aan de buis en volgen we de discussies in de Tweede Kamer op de voet. Nieuwsgierig naar de onderwerpen uit ons onderzoek die worden opgepikt, hoe dat landt en of het door ons beoogde doel wordt getroffen. Kortom, we zijn nieuwsgierig naar de impact van ons werk.

Corné Ros is Onderzoeker en Projectleider Financial Audit en betrokken bij de controle van het Ministerie van Financiën en Justitie & Veiligheid. Hij begon zijn loopbaan bij de Auditdienst Rijk (ADR) maar maakte, op zoek naar verbreding, een aantal jaren geleden de overstap naar de Algemene Rekenkamer. ‘Als onafhankelijk extern controleur van het Rijk is je scope breder, kijk je over de grenzen van departementen heen en proberen we steeds meer de focus te leggen op de onderzoeken/ onderwerpen die er ècht toe doen. Natuurlijk toetsen we de controleverklaring die de ADR afgeeft en zoeken we het contact met controllers en Financieel Economische Zaken om een uitspraak te kunnen doen over de financiële verantwoording van een ministerie. Wat het werk echt interessant maakt, zijn de eigen onderzoeken die we uitvoeren. Bijvoorbeeld naar het gebruik van algoritmen bij het toekennen en uitkeren van toeslagen of de uitvoering van de NOW-regeling.

Sjaahien Kalloe-Guman is Accountmanager Financial Audit en als onderzoeker o.a. betrokken bij het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Zij deed onderzoek naar die NOW-regeling. Het hoofddoel van de NOW-regeling is om werkgelegenheid te behouden. ‘Met de NOW-regeling komt de overheid werkgevers tegemoet met loonsteun en compensatie voor omzetverlies die ze lijden door de coronacrisis. Een regeling die razendsnel is opgezet en geïmplementeerd. Dat brengt natuurlijk de nodige risico’s met zich mee in de uitvoering, zeker gezien er ruim € 28 miljard mee gemoeid is. Het ministerie bedacht de regeling en zette samen met de betrokken partijen een controle- en reviewbeleid op, het UWV voerde de regeling uit namens de minister en de NBA ontwikkelde speciaal twee standaarden waarlangs accountants de subsidieaanvraag controleren. Mijn rol is om te beoordelen of de regeling zinnig, zuinig en zorgvuldig wordt opgezet en uitgevoerd, zodat o.a. de rechtmatigheid van de NOW-uitgaven voldoende is gewaarborgd. De uitkomsten van ons onderzoek zijn opgenomen in de verantwoordingsstukken, dus wellicht haalt het op 18 mei de pers.
Politiek
‘De dynamiek waar we als auditors mee te maken hebben is uniek. Je beoordeelt het reilen en zeilen van de overheid en schurkt daarmee vaak dicht tegen de politiek aan. Mooi voorbeeld is de uitspraak van de Hoge Raad inzake de rendementsheffing in box 3. Het is zaak om tijdig aangesloten te zijn op het vraagstuk van de herstelbetaling aan de bezwaarmakers en in gesprek te gaan met het ministerie van Financiën over hoe ze dat gaan organiseren. Tegelijkertijd loopt in de Tweede Kamer de discussie over eventuele compensatie van andere spaarders. Voor ons is van groot belang om in een vroeg stadium scherp te krijgen hoe de regeling er uit gaat zien en of deze haalbaar zal zijn vanuit het oogpunt van onder andere rechtmatigheid. En ja dan kun je zo maar bij de minister aan tafel zitten en mag je uitleggen dat het beleid de toets van rechtmatigheid en doelmatigheid niet doorstaat.’

Miranda Pirkovski is Directeur en met haar team van circa 30 auditors verantwoordelijk voor het Verantwoordingsonderzoek en Financial Audit uitgevoerd door de Algemene Rekenkamer. ‘Het is een geweldige uitdaging om met een relatief klein team controles uit te voeren op ongeveer € 300 miljard! Dat lukt alleen door intensief samen te werken en onszelf in de breedte én diepte te ontwikkelen. Wil je kunnen oordelen, dan moet je kaders weten te stellen. Financial, IT en Operational Auditors hebben elkaars kennis daarvoor keihard nodig. Ben jij zo’n teamspeler die graag kennis vergaart en deelt, dan komen we graag met je in contact. Samen kunnen we er dan aan bijdragen dat onze overheid haar geld zinnig, zuinig en zorgvuldig besteedt.’
Voor het eerst in haar lange geschiedenis heeft de Algemene Rekenkamer begin 2019 hackers ingezet bij een onderzoek. De hackers zijn ingezet bij: Digitale dijkverzwaring: cybersecurity en vitale waterwerken.
Het testen van de cybersecurity van vitale waterwerken bestond uit een mengeling van traditionele methoden (gesprekken voeren en stukken bestuderen) en in de praktijk toetsen met hulp van ethische hackers. Is dat voor herhaling vatbaar?
Onderzoeker Christiaan Luteijn: “Deze voor de Algemene Rekenkamer nieuwe manier van werken is zeker voor herhaling vatbaar. We hebben veel geleerd wat we kunnen gebruiken in volgende onderzoeken naar cybersecurity en informatiebeveiliging. Van het zoeken naar een partij met de juiste kennis en kunde tot de praktische uitvoering van de verschillende testen.”
Ruimte en vertrouwen
“Persoonlijk heb ik ook veel geleerd”, vertelt Luteijn. “De onderzoekers in ons team waren elk verantwoordelijk voor een deelonderwerp. Ik werk pas een jaar bij de Algemene Rekenkamer en kreeg meteen de ruimte en het vertrouwen om zelf invulling te geven aan ‘mijn’ deelonderwerp: detectie van cyberaanvallen. Tegelijk kon ik waar nodig terugvallen op ervaren onderzoekers binnen het team. Ik vond het bovendien heel eervol dat ik, hoewel dit mijn eerste onderzoek was voor de Algemene Rekenkamer, aan tafel zat bij de minister van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) voor de presentatie van het onderzoeksrapport en dat ik de briefing voor de vaste Kamercommissie in de Tweede Kamer mocht doen.”
IT-onderzoeker
De Algemene Rekenkamer wil onderzoek doen dat past in deze tijd. Dat vertaalt zich in de onderwerpkeuze (IT, innovatiebeleid en cybersecurity) en in de methoden (data, inzet van ethische hackers etc.). Voor Christiaan Luteijn was dat precies de reden om te solliciteren bij de Algemene Rekenkamer: “Ik heb Informatiekunde gestudeerd aan de UvA en altijd gewerkt op het snijvlak van organisatiekunde en IT, vooral binnen de overheid. Onderzoek doen vond ik altijd al een interessant onderdeel van mijn werk; ik heb dan ook meteen gereageerd toen ik hoorde dat de Algemene Rekenkamer IT-onderzoekers zocht.”
Industriële automatisering
De Nederlandse waterwerken zijn in de vorige eeuw geautomatiseerd met industriële automatisering: computers toegespitst op één specifieke taak. Deze computers zijn op enig moment met elkaar verbonden in netwerken om bijvoorbeeld een sluis op afstand te kunnen bedienen of het waterpeil te checken. Daarmee zijn deze systemen, opgezet in een tijd dat cybersecurity nauwelijks rol speelde, kwetsbaar geworden voor aanvallen van buitenaf.
Detectie en respons
Luteijn: “In ons onderzoek hebben we ontdekt dat er een grens is aan preventieve beveiliging van deze oude systemen. Detectie en respons zijn dus heel belangrijk: gaan alle alarmbellen af als er iemand binnendringt, fysiek of digitaal?”
Om daar achter te komen, zijn voor dit onderzoek in nauwe samenwerking met Rijkswaterstaat hackers ingezet. Luteijn: “We hebben een zogenaamde pentest laten doen, waarbij een hacker – op ons verzoek - inbreekt in het systeem en we hebben een inlooptest laten doen. Bij deze tweede test is het een hacker gelukt om zichzelf naar binnen te praten bij een vitaal waterwerk. Deze testen zijn heel leerzaam voor de organisatie, niet om iemand af te rekenen maar om te leren hoe je hogere drempels kunt opwerpen.”
Christiaan Luteijn: “Ik vond het bijzonder dat er in de Tweede Kamer een plenair debat gewijd is aan de uitkomsten van dit onderzoek”
Vooraf goed regelen
Er komt nogal wat kijken bij een pentest. De juridische aansprakelijkheid en vrijwaring moeten goed geregeld zijn. Er kan altijd iets mis gaan waardoor schade ontstaat. Luteijn: “Wat als een systeem stilvalt omdat een hacker binnendringt? Bovendien is de persoon die je inhuurt strafbaar, hij doet iets wat niet mag. Hij moet dus van iemand op het hoogste niveau een vrijwaring krijgen om een strafbaar feit uit te voeren.
Daar komt ook een ander praktisch punt om de hoek kijken. Enerzijds moet zo’n pentest geheim zijn, je wilt niet dat iedereen weet dat er een hacker komt. Anderzijds wil je ook niet dat als een hacker tegen de lamp loopt, volledig opgeschaald wordt, dat de minister bij wijze van spreken uit bed wordt gebeld.
Bovendien moet je van tevoren goed nadenken over de scope van je onderzoek, ofwel hoeveel informatie je de hacker meegeeft. Ga je uit van een hacker die van buitenaf komt of onderzoek je wat er gebeurt als een gefrustreerde werknemer met kennis van de systemen een aanval uitvoert?”
Conclusies
Uit het Rekenkameronderzoek is gebleken dat Rijkswaterstaat de afgelopen jaren veel werk heeft verzet om vitale infrastructuur integraal te beveiligen, maar dat het einddoel nog niet is bereikt. Minister Van Nieuwenhuizen van IenW onderschrijft in haar reactie deze hoofdconclusie: “Uw conclusies en aanbevelingen zie ik als een ondersteuning van de reeds door mij in gang gezette strategie om de cybersecurity van IenW verder te verbeteren.” In het Kamerdebat benadrukte de minister dat een crisis altijd op een onverwacht moment komt: “het beste wat je kunt doen, is oefenen, oefenen. Interdepartementaal en binnen het ministerie.”
Christiaan Luteijn: “Ik vond het bijzonder dat er in de Tweede Kamer een plenair debat gewijd is aan de uitkomsten van dit onderzoek. Dat komt maar weinig voor. Ook de media hebben er ruim aandacht aan besteed. Maar het belangrijkste is natuurlijk de vraag, wat gaat de politiek ermee doen.”
Reeks van drie
Dit onderzoek is het eerste in een reeks waarin de Algemene Rekenkamer de cybersecurity van vitale sectoren in de praktijk toetst. Sectoren die als ze tot stilstand komen, grote maatschappelijke ontwrichting tot gevolg hebben.
De overheid heeft verschillende administraties waarvan de data in principe te koppelen zijn. Hoeveel meer zou je kunnen onderzoeken als je die data bij elkaar kunt brengen? Dat heeft de Algemene Rekenkamer getest in het onderzoek naar inkomenssteun van de EU voor Nederlandse boeren.

Het werken met data past in de strategie van de Algemene Rekenkamer om bij onderzoeken zo veel mogelijk nieuwe methoden en technieken in te zetten.
Onderzoeker Pieter Oosterwijk: “In het begin was ons onderzoek naar EU-inkomenssteun voor boerenbedrijven nog heel erg een methodologische exercitie waarbij ik werk van een onderzoeksinstituut controleerde. Maar toen we doorkregen welke databronnen er allemaal beschikbaar zijn en wat we daarmee kunnen doen, werd het voor mij pas echt interessant. Ik besefte dat we hier een bestand hebben waar voor meer dan € 700 miljoen aan subsidies in staat en vroeg mij af hoe ver je dat geld zou kunnen volgen.”
Meer dan een steekproef
“Het ging voor ons om meer dan een steekproef”, aldus Oosterwijk (34), “wij wilden weten of het mogelijk was om over de hele populatie een uitspraak te doen. Waar de overheid vaak nog onderzoek doet op steekproeven, kreeg ik als onderzoeker met als specialisatie data-analyse de ruimte om verder door te prikken en te laten zien dat beschikbare informatiebronnen grotendeels aan elkaar gekoppeld kunnen worden.”
De RVO (Rijksdienst voor Ondernemend Nederland) beheert voor de rijksoverheid EU-subsidies en keert de bedragen uit. In het onderzoek naar de EU-inkomenssteun voor boerenbedrijven heeft de Rekenkamer gekeken of het mogelijk was om de data van de RVO te koppelen aan data van het CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek).
Het landbouwonderzoek was onderdeel van Verantwoordingsdag 2019 en hoort bij het op 15 mei jl. gepubliceerde Rapport bij de Nationale Verklaring 2019. De inkomensondersteuning voor boeren is onderdeel van de steun die Nederland van de Europese Unie ontvangt en maakt daarom deel uit van de Nationale Verklaring die het kabinet jaarlijks naar het parlement stuurt om zich te verantwoorden over EU-geld dat in gedeeld beheer in Nederland is besteed.
“We hebben”, vervolgt Oosterwijk, “het volledige bedrag in beeld bij de RVO, maar de RVO heeft niet alle informatie die wij interessant vinden; die heeft het CBS wel. Denk aan de rechtsvorm van een boerenbedrijf, is het een BV, hoe groot is het bedrijf, welk type bedrijf is het, wat is het inkomen van het huishouden?
Op het beleidsterrein zelf ben ik geen expert. Voor mij als data-analist is het interessant om te kijken of informatie beter benut kan worden door verschillende administraties van de overheid te koppelen. Ik wil weten hoe ver we kunnen komen als we de data van het ene instituut (CBS) dat beschikt over beleidsinteressante gegevens, koppelen aan het andere instituut (RVO) dat alle bedragen heeft.”
Controleren en ‘schoonmaken’
Oosterwijk: “Om de administraties te kunnen koppelen moet je de bedrijven met een variabele identificeren. Een groot risico is daarbij dat je de verkeerde variabele gebruikt of systematisch bedrijven er tussenuit vallen. Met alle gevolgen van dien voor de kwaliteit van het onderzoek. Het is dus zaak om ruim de tijd te nemen en dat nauwkeurig te controleren. Om te voorkomen dat de uitkomsten niet kloppen is het bovendien belangrijk dat de data goed ‘schoongemaakt’ zijn: slecht bijgehouden administraties, of kleine programmeerfouten kunnen de resultaten compleet vertekenen.”
€ 426 miljoen in beeld
In het onderzoek naar de EU-subsidies is het uiteindelijk gelukt om voor € 426 miljoen (van de € 700 miljoen) de informatie goed in beeld te brengen. Pieter Oosterwijk: “Ik zou het een geweldige uitdaging vinden om nog verder te kunnen puzzelen en ook de overige € 300 miljoen proberen in beeld te krijgen.”
Kennis en vaardigheden relevant maken
Pieter Oosterwijk heeft een bachelor psychologie gedaan, een onderzoeksmaster methoden en statistiek, en is gepromoveerd op psychometrie, het toepassingsgebied van statistiek in de psychologie. Oosterwijk: “Ik ben in 2016 bij de Rekenkamer gekomen ongeveer tegelijkertijd met enkele andere data-analisten.
Inmiddels zijn onze werkzaamheden gebundeld en uitgegroeid tot een data-hub, waar ICT-kennis en -vaardigheden van de Algemene Rekenkamer bij elkaar komen. Daar kan ik mijn methodologische kennis, het programmeren, mijn statistiekvaardigheden en mijn kennis over moderne data-analysetechnieken relevant maken voor de Rekenkamer, en daarmee de Tweede Kamer van goede informatie voorzien en de politiek een beetje minder feitenvrij maken.”
Wie als onderzoeker of stafmedewerker bij de Algemene Rekenkamer werkt, kan zich inschrijven voor deelname aan internationale projecten voor het ondersteunen van collega-rekenkamers in het buitenland. Bijvoorbeeld in Zuidelijk Afrika.

“Samenwerking met een buitenlandse organisatie leert je veel over jezelf: je manier van werken, je aanpak, hoe je boodschappen overbrengt. Ik merk dat ik die buitenlandse ervaring meeneem bij het opstellen van nieuwe projectvoorstellen. Dat ik veel sneller tot de kern kom: wat is de vraag waar we naar toe willen, wat maakt het tot een goede onderzoeksvraag, hoe houden we het realistisch, hoe houden we het gefocust?”
Dat zegt Marieke Vennevertloo, onderzoeker bij de Algemene Rekenkamer en sinds ruim een jaar ook betrokken bij buitenlandse onderzoeksprojecten.
Doelmatigheidsonderzoek
De Algemene Rekenkamer begeleidt op dit moment onder meer de rekenkamers van Tanzania, Kenia en Mozambique bij doelmatigheidsonderzoeken gericht op olie- en gaswinning. Deze rekenkamers in Zuidelijk Afrika werken samen en leggen in dit geval de focus van hun onderzoeken op monitoring van de veelal zeer complexe contracten die nationale overheden met internationale oliemaatschappijen afsluiten. Marieke is een van de betrokken onderzoekers van de Algemene Rekenkamer bij dit internationale project.
Marieke Vennevertloo: “Een doelmatigheidsonderzoek doe je omdat je wilt weten of het geld is besteed aan dat waar het voor bedoeld is en of het zuinig is besteed. Had je bijvoorbeeld als overheid hetzelfde resultaat kunnen bereiken met minder geld of had je met hetzelfde geld meer kunnen bereiken?”
De rekenkamers van Tanzania, Kenia en Mozambique willen zich verder ontwikkelen op het gebied van doelmatigheidsonderzoek en hebben de Nederlandse Rekenkamer gevraagd om het onderzoek naar de olie- en gasindustrie te begeleiden. “Wij zijn een paar jaar geleden door de auditor-general, de hoogste baas van de Rekenkamer Tanzania, net als collega’s uit andere landen, gevraagd vanwege onze onderzoekservaring met de aardgas- en oliewinning in eigen land”, vertelt Marieke. “Bovendien kende de Tanzaniaanse collega de Algemene Rekenkamer al van eerdere internationale projecten.”
Van financial trainee naar Rekenkamer
Bestuurskundige Marieke Vennevertloo (36 jaar) werkt nu bijna zes jaar bij de Algemene Rekenkamer. Ze is er september 2013 begonnen na afloop van een financial traineeship bij het Ministerie van Financiën. Dat is een trainingsmodule die zich richt op de overheidsfinanciën. Ze heeft toen ook gewerkt bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en bij de Tweede Kamer. Daar is haar interesse gewekt voor de rol die de Algemene Rekenkamer heeft in het stelsel van begroten en verantwoorden.
Internationale projecten
Inmiddels is Marieke bij de Rekenkamer betrokken bij meer dan alleen onderzoeksprojecten die gericht zijn op het presteren en functioneren van de rijksoverheid. Marieke: “Ik vind het fijn dat ik bij de Rekenkamer al na vier jaar de kans kreeg om een buitenlands project te doen. Het is natuurlijk niet zo dat je nieuw binnenkomt en meteen naar het buitenland mag. Je moet wel een paar jaar onderzoekservaring hebben. Je gaat tenslotte ergens anders kennis delen, dan moet je die kennis wel eerst hebben opgedaan.”
“Ik ben tot nu toe bij twee buitenlandprojecten betrokken geweest. Mijn eerste project was begeleiding van een doelmatigheidsonderzoek in Albanië in het kader van de toetreding tot de EU. Dat project is inmiddels afgesloten. Nu werk ik dus mee aan doelmatigheidsonderzoeken in drie Oost-Afrikaanse landen.”
Creativiteit en flexibiliteit
“Voor mij zijn die buitenlandse projecten heel leerzaam”, vervolgt Marieke. “Ze vergroten je blik en doen een beroep op je creativiteit, flexibiliteit en manier van werken. In Nederland zijn we gewend om in een overleg onze spreekwoordelijke vinger op te steken als we iets niet snappen of het ergens niet mee eens zijn. Ik wist natuurlijk wel dat dat in andere landen niet helemaal hetzelfde werkt. Maar het is heel anders om dat ook mee te maken. Dit is al doende leren: je moet verwachtingen uitspreken en duidelijke afspraken maken. Dan werkt het prima.”
“Ook moet je een beetje praktisch ingesteld zijn. Zo heb ik een keer een nacht op het vliegveld van Nairobi moeten doorbrengen omdat ik mijn aansluiting gemist had. In Tanzania heb ik gewerkt in een kantoorpand met minimale faciliteiten. Maar de wifi werkte prima; dus kon ik gewoon aan de slag.”
“Bovendien werk ik natuurlijk niet alleen. Dit project doe ik samen met een collega en een projectleider met veel buitenlanderervaring. Voor de praktische ondersteuning beschikt de Algemene Rekenkamer over een afdeling Internationale Aangelegenheden. Genoeg mensen dus waar ik terecht kan met vragen.”
Digitaal en fysiek
De samenwerking tussen de rekenkamers in Nederland en Afrika gaat grotendeels via mail, WhatsApp, videoconferenties en Skype. “Op die manier”, vertelt Marieke, “bereid je dan samen met in dit geval een collega uit Zambia zo’n training voor. Voor de training zelf zijn we naar Afrika gegaan. We kunnen er soms ook voor kiezen om het helemaal digitaal te doen, maar volgens mij ben je dan toch van minder toegevoegde waarde dan wanneer je daar fysiek aanwezig bent en echt met de mensen samenwerkt.”
Kern van de boodschap
“In eerste instantie kost het begeleiden en trainen bij internationale onderzoeksprojecten veel tijd. Maar”, aldus Marieke, “je ondersteunt niet alleen de ander, je leert er zelf ook veel van. De trainingen en presentaties voor collega’s ter plekke dwingen je om goed na te denken over de kern van je boodschap. Wat wil je nu precies vertellen? Hoe ga je dat op een aantrekkelijke manier overbrengen? Hoe ga je ervoor zorgen dat mensen er ook echt iets van opsteken?”
Meer weten over internationale projecten van de Algemene Rekenkamer?
- Doelmatigheid in de Afrikaanse olie- en gasindustrie
- Andere internationale projecten
Veel informatie over onze internationale projecten is ook Engelstalig beschikbaar.