Grutto op een paaltje

'Kans voor de grutto, boeren bewijzen het'. Opiniestuk op persoonlijke titel van Ernst Bos, verschenen in Boerderij

Het aantal grutto’s is afgelopen decennia enorm gedaald, ondanks miljoenen euro’s voor weidevogelbeheer. Maar er zijn ook positieve ontwikkelingen. Ernst Bos gelooft dat het tij te keren is.

Nu de eerste gruttokuikens uit het ei zijn gekropen, is het goed om ons onderzoek Waar is de grutto? in herinnering te brengen. Wij hopen dat er dit jaar meer kuikens grootgebracht worden, want eind 2021 stelden wij vast dat de grutto-stand in twintig jaar tijd gehalveerd was. Terwijl de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit in diezelfde periode veel meer subsidie heeft uitgegeven.

Meer kuikens grootbrengen kan, bewijzen verschillende collectieven van boeren. Met maatregelen als verhoging van het waterpeil, het aanleggen van plas-drasgreppels en predatiebeheer, laten zij in verschillende gebieden zien dat er kans is voor de grutto. Het zijn mooie voorbeelden van collectieven die in hechte samenwerking met veel passie bezig zijn voor de weidevogels. Wij willen die graag delen, in de hoop dat meer collectieven volgen.

Eemland: vossenrasters

Het eerste goede voorbeeld is het succesverhaal van het agrarisch Collectief Eemland. In 2013 is het collectief begonnen met de aanleg van plas-drasgreppels. Het aantal broedparen weidevogels (grutto, kievit, tureluur en scholekster) op percelen met zulke greppels bleek aanzienlijk groter dan op percelen zonder plas-drasgreppels. Sinds 2013 is in het gebied de achteruitgang van het aantal broedparen dan ook gestopt: zie de grafiek.

Aantal broedparen weidevogels

Het collectief zet ook in op het tegengaan van predatie: het plunderen van nesten en kuikens door roofdieren als de vos. Daarom wordt voorafgaand aan het broedseizoen in het gebied van Eemland al jaren gejaagd op vossen en kraaien. Ook is het collectief in 2019 gestart met het aanbrengen van vossenrasters rondom de plas-drasgreppels. Al met al worden tekenen van een opwaartse trend van het aantal weidevogels in Eemland steeds duidelijker.

Zuidwest-Friesland

Klaas Oevering heeft een biologisch melkveebedrijf bij Idzega, in het zuidwesten van Friesland. Hij is tevens bestuurslid bij het Collectief Súdwestkust. De verhoging van het waterpeil die Oevering in zijn gebied heeft toegepast, is een belangrijke sleutel tot succes: weidevogels waaronder de grutto komen nu veel voor op de graslanden van zijn bedrijf.

Maar ook plas-drasgreppel en kruidenrijke graslanden heeft Oevering op zijn percelen toegepast. De beide vernattingsmaatregelen zorgen voor meer voedsel voor de weidevogels. Hoog waterpeil heeft tevens als voordeel dat percelen minder aantrekkelijk worden voor grondpredatoren als steenmarters.

Want predatie is hier een grote uitdaging. Van belang is dat het collectief met grondeigenaren als ProRail en It Fryske Gea in gesprek gaat, zodat ook zij hun gebieden dusdanig beheren dat het aantal predatoren beperkt blijft.

Weidevogels zijn boerenlandvogels. Je hebt dus boeren nodig om de weidevogels te behouden. Daarom is het van belang dat er boeren zoals Oevering zijn en blijven die succesvol weidevogelbeheer toepassen.

Overijssel: inspiratie

Voorbeelden van succesvol weidevogelbeheer werken aanstekelijk en helpen boeren die nog niet aan weidevogelbeheer doen over de streep te trekken, blijkt uit ervaringen van het collectief Noordwest-Overijssel onder voorzitterschap van Cor Pierik. Je kunt onderscheid maken in drie soorten boeren. Er is een groep die niet aan weidevogelbeheer doet, er zijn boeren die aan licht beheer doen zoals nestmarkering, en er zijn boeren die vol inzetten op weidevogelbeheer met plasdras en mozaïek-beheer.

Het zijn met name de boeren die aan licht beheer doen, die vanuit goede voorbeelden in de regio gemotiveerd raken om de overstap te maken naar vol inzetten op weidevogelbeheer.

Geld is daarbij zeker niet de enige motivatie: geïnspireerd raken door andere boeren is minstens even belangrijk. Een voorbeeld waar dit goed loopt is Noordwest-Overijssel, waar het aantal deelnemers aan weidevogelbeheer toeneemt.

Deze regionale successen tonen aan dat effectief weidevogelbeheer wel degelijk mogelijk is. We zijn daar blij mee. Wij roepen de minister dan ook op ervoor te zorgen dat deze initiatieven op veel grotere schaal worden toegepast.