Veranderingen in beleid voor inburgering leiden niet tot betere resultaten
De resultaten van het inburgeringsbeleid van het kabinet blijven achter bij de verwachtingen. De Wet inburgering 2013 levert vooralsnog de helft minder geslaagden op dan onder de vorige wet uit 2007. Het aantal inburgeraars dat een hoger dan verplicht examenniveau behaalt is drastisch teruggelopen. Dit kan de kans op opleiding of werk negatief beïnvloeden. De Wet inburgering 2013 was niet goed onderbouwd. Mede door bezuinigingen is de sleutelrol van gemeenten grotendeels verdwenen. Met name asielmigranten blijken moeite te hebben met het uitgangspunt dat zij zelf verantwoordelijk zijn om te voldoen aan de inburgeringsplicht. Niet voldoen aan die plicht kan bestraft worden. Het verblijfsrecht ontzeggen is hiervoor nog niet toegepast, of boetes helpen is niet duidelijk. Dat staat in het onderzoeksrapport Inburgering - eerste resultaten van de Wet inburgering 2013 van de Algemene Rekenkamer.
Vóór 2007 haalde meer dan de helft van de inburgeraars het beoogde taalniveau niet. Dat was eind 2007 reden voor de toenmalige minister voor Integratie om gemeenten een regierol te geven. Die gemeentelijke rol is sinds de bezuinigen van het kabinet-Balkenende IV grotendeels verdwenen, zonder dat indertijd vooraf is nagegaan wat de mogelijke gevolgen hiervan zouden zijn. Deze bezuiniging geldt vanaf 2011 en moet de rijksoverheid vanaf 2014 jaarlijks € 333 miljoen besparen. Inmiddels nemen de rijksuitgaven weer toe: voor 2017 is € 267 miljoen begroot (was voor 2016 € 215 miljoen). Dat is minder dan de inburgeringsuitgaven in 2010. De minister van SZW geeft het parlement beperkt inzicht in (fluctuaties in) de uitgaven.
Uit het onderzoeksrapport Inburgering dat de Algemene Rekenkamer op 24 januari 2017 publiceert, blijkt dat minder migranten dan verwacht aan ‘voorinburgering’ doen om de slaagkans voor het examen te vergroten. Velen vinden het lastig zelf een inburgeringstraject te bepalen – er zijn inmiddels 165 cursusaanbieders. Het lukt veel migranten niet om binnen drie jaar het examen te halen: van de 5.415 inburgeraars die in het eerste halfjaar van 2013 inburgeringsplichtig werden was op 1 juli 2016 een derde deel geslaagd en 15 % van de plicht ontheven of vrijgesteld. De resterende 50 % had nog niet aan de plicht voldaan. Naast deze groep zijn er enkele tienduizenden mensen, vallend onder de vorige inburgeringswet, die nog niet aan hun inburgeringsplicht hebben voldaan.
Nauwelijks bekend of inburgeraars participeren in de samenleving
Het beleid gaat ervan uit dat na het examen inburgeraars zelfstandig en actief aan de Nederlandse samenleving kunnen deelnemen. Het huidig beleid is niet gericht op het stimuleren om op het hoogst haalbare niveau examen te doen.
De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft beperkt inzicht in opleidingsniveau en hoe inburgeraars zich op het examen voorbereiden. In welke mate inburgeraars participeren in de samenleving is evenmin bekend. De tegenvallende resultaten doen zich voor na de rijksbezuinigingen sinds 2011 en de invoering van meer marktwerking vanaf 2013. Het schort aan goede informatie over de cursusmarkt. Verder wordt de kwaliteit van de inburgeringscursussen niet getoetst.
Wie de inburgeringscursus niet zelf kan betalen, kan een lening tot maximaal € 10.000 afsluiten via de overheidsorganisatie DUO. De lening moet terugbetaald worden. Asielmigranten hoeven dat niet mits zij het examen op tijd halen. Medio 2016 had 60 % van de inburgeraars zo’n lening afgesloten, vooral asielmigranten. Dit geld mag alleen aan cursussen met een keurmerk besteed worden. Met de recente toename van het aantal asielmigranten worden meer leningaanvragen verwacht. Hoeveel van de leningen wordt terugbetaald of kwijtgescholden, is uit de begroting en het jaarverslag van het Ministerie van SZW moeilijk af te leiden.
De minister heeft in oktober jl. aangekondigd de rol van de gemeenten weer te willen vergroten, de informatie van DUO te verbeteren en de kwaliteit van het toezicht op cursussen.
Reactie minister en nawoord Algemene Rekenkamer
De minister van SZW herkent de analyse van de Algemene Rekenkamer en wijst op de actuele cijfers over heel 2013, waaruit blijkt dat inmiddels 54 % geslaagd is. Hij is voornemens belemmeringen weg te nemen zodat mensen tijdens de inburgering weer duale trajecten kunnen volgen.
De Algemene Rekenkamer wijst er in haar nawoord op dat de minister niet ingaat op de gegevens over participatie die nodig zijn voor een goede effectmeting. Verder blijkt uit de actuele informatie van de minister niet welk examenniveau de geslaagden behaalden.