Rapport bij de Nederlandse EU-lidstaatverklaring 2011
De Algemene Rekenkamer geeft jaarlijks aan het parlement een oordeel over de EU-lidstaatverklaring die de minister van Financiën afgeeft namens het kabinet. Over de lidstaatverklaring 2011 zijn we over het geheel genomen positief. De lidstaatverklaring geeft een goed beeld van het beheer en de besteding van gelden van de Europese Unie in Nederland.
Conclusies
Uit de lidstaatverklaring komt naar voren dat de systemen functioneren en dat geconstateerde onrechtmatige uitgaven worden gecorrigeerd. Bij de minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I) zien we echter de volgende tekortkomingen:
- Het afgelopen jaar is een bedrag van bijna € 52 miljoen aan financiële correcties over de periode 2003-2008 door de Europese Commissie in de rekeningen verwerkt.
- De inspectie van de cross compliance is niet op niveau. De inspectie op de naleving van de nationale randvoorwaarden is onvoldoende.
- De foutmarges van 2% zijn bij het Europees Visserijfonds en het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkelingen overschreden.
Bij de minister voor Immigratie, Integratie en Asiel (II&A) constateren we een tekortkoming in het beheer en de controle van het Europees Integratiefonds. De minister slaagt er niet in binnen anderhalf jaar de financiële verantwoording van dit financieel zeer kleine fonds (€ 0,9 miljoen) af te ronden.
Afdracht eigen middelen
In ons rapport vragen wij opnieuw aandacht voor de afdrachten aan de eigen middelen van de Europese begroting, in 2011 € 5,6 miljard. Opname van de afdrachten in de lidstaatverklaring is wenselijk om te kunnen beschikken over een integrale EU-verantwoording op lidstaatniveau. Bovendien kan hiermee het door de Europese Rekenkamer geconstateerde hiaat in de controleketen van de Europese begroting op lidstaatniveau worden aangepakt. In het kader van haar controle op de volledigheid van de ontvangsten van de Europese Commissie merkt de Europese Rekenkamer immers op, dat zij de onderliggende werkzaamheden en gegevensverzameling, die als input dienen voor de statistieken, niet rechtstreeks kan controleren.
Aanbevelingen
In ons rapport doen we de ministers van Financiën, van EL&I en voor II&A vijftien aanbevelingen. Enkele belangrijke aanbevelingen zijn:
- de herhaalde aanbeveling voor het opnemen van de eigen middelen in de lidstaatverklaring;
- concretere maatregelen om financiële correcties te voorkomen en onrechtmatige uitgaven terug te vorderen bij de eindbegunstigden. Een verbeterplan zou concrete doelen, acties en tijdgebonden mijlpalen moeten bevatten, waaruit duidelijke maatregelen blijken om toekomstige financiële correcties te kunnen terugdringen;
- aanvullend inzicht in de jaarlijkse besteding van de beschikbare budgetten voor de meerjarige programmaperiode.
Reacties
In reactie op ons rapport hebben de ministers van Financiën, van EL&I en voor II&A toegezegd dertien van de vijftien openstaande aanbevelingen over te nemen. De effectiviteit van de volgens de minister van EL&I in 2010 in gang gezette maatregelen om financiële correcties te voorkomen, blijven wij met aandacht volgen.
Twee van onze aanbevelingen nemen de ministers niet of slechts gedeeltelijk over:
- de herhaalde aanbeveling voor het opnemen van de eigen middelen in de lidstaatverklaring;
- aanvullend inzicht in de jaarlijkse besteding van de beschikbare budgetten voor de meerjarige programmaperiode.
Wij delen de reactie van de ministers dat de Europese Rekenkamer een positief oordeel geeft over de ontvangsten (inclusief de eigen middelen) van de Europese Commissie. We wijzen er echter nogmaals op dat de controle van de Europese Rekenkamer de basisgegevens in de lidstaten niet afdekt.
De lidstaatverklaring
Met de EU-lidstaatverklaring wil Nederland bijdragen aan een beter beheer, een betere controle en een betere verantwoording van de EU-gelden die Nederland in gedeeld beheer met de Europese Commissie besteedt. De minister van Financiën geeft de lidstaatverklaring jaarlijks namens het kabinet af en is gericht aan de Europese Commissie en het Nederlandse parlement. De Algemene Rekenkamer geeft sinds 2005 een oordeel over de Nederlandse EU-lidstaatverklaring.
De Nederlandse EU-lidstaatverklaring over 2011 betreft negen Europese fondsen.
De minister van EL&I is verantwoordelijk voor de subsidiebedragen uit de volgende fondsen:
- het Europees Landbouwgarantiefonds (€ 877,2 miljoen);
- het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (€ 71,4 miljoen);
- het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (€ 59,9 miljoen);
- het Europees Visserijfonds (€ 1,6 miljoen);
De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is verantwoordelijk voor de subsidiebedragen uit het Europees Sociaal Fonds (€ 50,8 miljoen). De minister voor II&A is tot slot verantwoordelijk voor de subsidiebedragen uit:
- het Europees Integratiefonds (PM);
- het Europees Buitengrenzenfonds (€ 1,0 miljoen);
- het Europees Terugkeerfonds (0,4 miljoen);
- het Europees Vluchtelingenfonds (€ 2,4 miljoen).