Effectiviteitsonderzoek bij de rijksoverheid
Als beleid niet op effectiviteit wordt geëvalueerd, bestaat het risico dat ineffectief beleid in stand wordt gehouden. Publieke middelen worden dan niet goed besteed. Wij zijn in dit onderzoek nagegaan of de ministers hun beleid, voor zover dit een maatschappelijke doelstelling heeft, op effectiviteit evalueren. We hebben de beleidsuitgaven van 2010 als maatstaf genomen. In dat jaar is € 111 miljard uitgegeven aan beleid met een maatschappelijke doelstelling.
Conclusies
Ongeveer de helft van het beleid op effectiviteit geëvalueerd
De ministers hebben tussen 2006 en 2010 bijna 1.200 evaluatieonderzoeken laten verrichten. In ongeveer 350 van deze onderzoeken werd de maatschappelijke effectiviteit van het beleid beoordeeld. De evaluatieonderzoeken hadden betrekking op € 51 miljard (46%) van de uitgaven in 2010 met een maatschappelijke doelstelling. Van nog eens € 8 miljard aan dergelijke uitgaven (8%) is wel een deel geëvalueerd, maar welk deel precies is onbekend. Voor € 0,4 miljard (0,3%) van de uitgaven geldt dat ze weliswaar niet zijn geëvalueerd op effectiviteit, maar dat de verantwoordelijke minister wel aan de Tweede Kamer heeft uitgelegd waarom dit niet is gebeurd. De rest van de beleidsuitgaven, ongeveer € 51 miljard (46%), is tot op heden in het geheel niet op effectiviteit onderzocht, zonder uitleg aan de Tweede Kamer daarover.
Redenen voor niet-evalueren niet bijgehouden
Soms kan een minister een goede reden hebben om zijn beleid (nog) niet te evalueren op effectiviteit. Zo kan het zijn dat beleid niet op effectiviteit evalueerbaar is, of dat de kosten van een effectevaluatie niet in verhouding staan tot het budget. Wij hebben niet vastgesteld bij welk deel van het niet-geëvalueerde beleid dit soort redenen aan de orde waren. Het bleek ook niet te achterhalen op basis van informatie van de ministeries.
Evaluaties vaak ten onrechte aangemerkt als effectiviteitsonderzoek
Meer dan de helft van de 357 evaluaties die ministers in de periode 2006-2010 in hun begrotingen en jaarverslagen aanmerkten als ‘effectiviteitsonderzoek’ kregen deze kwalificatie ten onrechte, omdat daarin de effectiviteit niet was onderzocht. Hieronder vallen ook de zogenaamde beleidsdoorlichtingen die in 2006 zijn geïntroduceerd om de Tweede Kamer meer inzicht te geven in de effecten van het beleid. Het deel van de beleidsuitgaven dat blijkens ons onderzoek wél op effectiviteit is geëvalueerd, is waarschijnlijk een overschatting, omdat we niet naar de kwaliteit van de evaluaties hebben gekeken.
Tweede Kamer niet inzichtelijk geïnformeerd over effectevaluaties
De Tweede Kamer wordt niet inzichtelijk geïnformeerd over de vraag of ministers hun beleid op effectiviteit (gaan) evalueren. Ook ontvangt de Tweede Kamer vrijwel geen informatie over de redenen waarom beleid niet op effectiviteit wordt geëvalueerd.
Het blijkt dat in de helft van de beleidsdoorlichtingen die de ministers in de periode 2006-2010 hebben uitgevoerd, de effectiviteit van het beleid is onderzocht.
Aanbevelingen
Ministers zouden hun beleid op effectiviteit moeten evalueren, zoals voorgeschreven in de Comptabiliteitswet. Ook zouden zij moeten zorgen voor betere beleidsdoorlichtingen, die ingaan op de effectiviteit van het onderzochte beleid. Er dient een dekkende programmering van beleidsdoorlichtingen te zijn, overeenkomstig de Rijksbegrotingsvoorschriften. Als een minister vindt dat effectiviteitsonderzoek voor een bepaalde beleidsmaatregel niet mogelijk of wenselijk is, zou hij dit beargumenteerd aan de Tweede Kamer moeten melden. Nut en noodzaak van dat beleid zou hij in dat geval moeten heroverwegen, met als mogelijke consequentie dat het beleid wordt stopgezet.
Tot slot is het zaak dat de ministers de informatievoorziening aan de Tweede Kamer over uitgevoerde beleidsevaluaties verbeteren.
Reactie
De minister van Financiën heeft namens het kabinet laten weten dat hij zich in de meeste aanbevelingen kan vinden. Hij heeft toegezegd de informatievoorziening aan de Tweede Kamer te zullen verbeteren, in de vorm van een aangepaste internetbijlage ‘Evaluatie- en Onderzoeksoverzicht’.
De minister heeft niet gereageerd op onze aanbeveling om vooraf te zorgen voor een dekkende evaluatieprogrammering. Wij signaleren hier een risico. Wanneer pas bij het opstellen van een beleidsdoorlichting blijkt dat de effectiviteit van het beleid in kwestie niet of onvoldoende is onderzocht, staat de Tweede Kamer met lege handen.