Energiebeleid: op weg naar samenhang
Terugblik op tien jaar rekenkameronderzoek naar energiebeleid (2006 - 2015)
De minister van Economische Zaken wil een maatschappelijke dialoog voeren om tijdig stappen te zetten naar een volledig duurzame energievoorziening in 2050. Wij willen een bijdrage leveren aan die dialoog door terug te blikken op tien jaar rekenkameronderzoek naar energiebeleid (2006-2015). Welke aandachtspunten ziet de Algemene Rekenkamer voor het verder vormgeven, uitvoeren en controleren van het nationale energiebeleid?
Conclusies
Accenten in het energiebeleid wisselen per kabinet
Het huidige energiebeleid kent drie doelen: betaalbaarheid, betrouwbaarheid en duurzaamheid. Als we terugkijken op tien jaar energiebeleid, zien we dat het beleid niet wezenlijk verandert, maar dat verschillende kabinetten wel steeds andere accenten leggen.
Doelrealisatie energiebeleid blijft deels achter bij ambitie
Ook zien we dat de resultaten voor betaalbaarheid en betrouwbaarheid (redelijk) goed zijn, maar dat de doelrealisatie voor duurzaamheid tot op heden achter is gebleven. In vergelijking tot andere EU-lidstaten bevindt Nederland zich met het realiseren van het aandeel duurzame energie in de achterhoede.
Beperkte samenhang in energiebeleid
Uit onze onderzoeken blijkt dat het gebrek aan samenhang en prioritering tussen de drie beleidsdoelen een rol heeft gespeeld bij het achterblijven van de gewenste verduurzaming. Die drie doelen zijn niet altijd met elkaar te verenigen. Naast het gebrek aan een prioritering tussen deze drie hoofddoelen, ontbrak het aan een nadere prioritering tussen subdoelen zoals duurzame energie en CO2-reductie. Het optimaliseren van de een kan ten koste gaan van de ander. Dat kan onbedoeld zijn, of een weloverwogen keuze. Die keuze is uiteraard aan de politiek, maar de afwegingen zijn niet altijd even transparant. Dit zou wel het geval moeten zijn om zowel het parlement als de samenleving goed te kunnen informeren over de gevolgen van de keuzes in het energiebeleid.
Het gemis aan een samenhangende benadering in de beleidsvoorbereiding heeft gevolgen voor de werking van het beleid. Een substantieel deel van de instrumenten voor verduurzaming van het energiebeleid werkt onvoldoende doelmatig en/of doeltreffend. We zien dat hier geleerd wordt van ervaringen met subsidieregelingen voor duurzame energie. Het gebrek aan een samenhangende benadering van het energievraagstuk lijkt, ten slotte, ook een rol te spelen in de kwaliteit van het toezicht. De verantwoording van de minister van EZ behoeft verbetering.
Aanbevelingen
Om de samenhang in het energiebeleid te verbeteren is het nodig dat de minister van EZ eerst doelen operationaliseert en expliciet tegen elkaar afweegt alvorens iets te kiezen.
Verder zou de minister van EZ zijn beleid goed moeten monitoren en vervolgens zijn ambities, instrumenten of het budget moeten aanpassen als de prestaties tegenvallen.
Tot slot verdient het aanbeveling om vaker voor instrumenten met een minder vrijblijvend karakter te kiezen. Dit geldt specifiek voor energiebesparing.
Reactie
De minister onderstreept in zijn reactie het belang van samenhang. Dit wordt een centraal element in het Energierapport 2015 en de daarop volgende Energiedialoog.
De minister herkent zich in de geschetste prestaties van zijn energiebeleid. Hij beschouwt de nadruk die wij leggen op duurzaamheid als een steun in de rug voor de ambitie om in 2050 een volledig duurzame energiehuishouding te realiseren.