Aandelenverwerving Air France-KLM
Het kabinet heeft onrechtmatig gehandeld door niet vooraf het parlement te informeren toen in februari 2019 14 % van de aandelen in de holdingmaatschappij Air France-KLM door de Nederlandse Staat is verworven. Dat schrijft de Algemene Rekenkamer op 20 mei 2020 in het onderzoeksrapport Aandelenverwerving Air France-KLM.
Wij oordelen dat de uitgave van € 744,4 miljoen in strijd is met artikel 2.27 van de Comptabiliteitswet 2016, zo staat in het onderzoeksrapport. Ook in de rapporten Staat van de rijksverantwoording 2019 en het rapport uit het verantwoordingsonderzoek waarin het jaarverslag 2019 van het Ministerie van Financiën wordt beoordeeld wordt deze kwestie en het oordeel toegelicht. Deze rapporten zijn eveneens op 20 mei 2020 naar de Kamer gestuurd.
Onrechtmatigheid toegelicht
Een minister mag pas uitgaven doen als het parlement vooraf een begroting heeft goedgekeurd. In dit geval is de Staat een verplichting aangegaan zonder die parlementaire autorisatie. Bij uitzondering mag beleid eerder worden uitgevoerd, mits het parlement daarover vooraf is geïnformeerd (artikel 2.27 Comptabiliteitswet 2016). De minister van Financiën heeft kort voor de aandelenaankoop weliswaar 12 leden van de vaste commissie Financiën van de Tweede Kamer in een vertrouwelijk overleg op het ministerie geïnformeerd, maar de gehanteerde werkwijze voldoet niet aan de formele vereisten. De Eerste Kamer is helemaal niet geïnformeerd. Daarmee is het budgetrecht van het parlement geschonden en spreekt de Algemene Rekenkamer van een onrechtmatigheid.
Europese regels
Ook de minister van Financiën meent achteraf dat de aankoop onrechtmatig was, maar op andere gronden. Hij geeft aan afgeweken te hebben van de normale besluitvorming, omdat de belangstelling van de Staat voor deze aandelenaankoop niet voortijdig bekend mocht worden. Daarom viel zijn handelen, aldus de minister, primair onder Europese regels tegen marktmisbruik (voorkomen van handel met voorkennis).
Had de minister vooraf beide Kamers vertrouwelijk geïnformeerd op de wijze die het reglement van orde van het parlement voorschrijft, dan was wel sprake geweest van een rechtmatige transactie. De Algemene Rekenkamer stelt een gebrek aan vertrouwen vast van de minister in de waarborgen van de Tweede Kamer om informatie vertrouwelijk te houden.
Wat zijn onze aanbevelingen?
Als aanbevelingen geeft de Rekenkamer mee dat met een duidelijkere omschrijving van artikel 4.7 in de Comptabiliteitswet en nadere afspraken tussen de minister en Eerste en Tweede Kamer herhaling voorkomen kan worden.
In zijn reactie op dit onderzoek neemt de minister van Financiën de aanbevelingen over, sommige zijn volgens hem al in gang gezet.
Welke methoden hanteerden wij in ons onderzoek?
In dit onderzoeksrapport staat de probleemstelling centraal: Hoe verdraagt de handelwijze van het kabinet bij deze aandelenverwerving zich met het budget- en informatierecht van het parlement?
Het budget- en het informatierecht zijn essentiële instrumenten van het parlement om zijn grondwettelijke taak als medewetgever en controleur van de regering uit te voeren. Wanneer publiek geld wordt uitgegeven zonder voorafgaande toestemming van het parlement past een onderzoek door de Algemene Rekenkamer.
Voor de informatie afkomstig van het Ministerie van Financiën heeft de Algemene Rekenkamer zelfstandige toegang gehad tot de digitale dossiers van het project Hexagone/Lelie. Daarnaast is ook informatie die slechts op papier beschikbaar was opgevraagd en bestudeerd.
Het onderzoeksteam heeft voor dit onderzoek 2 complete WhatsApp-chats van de mobiele telefoons van enkele leden van het projectteam Hexagone/Lelie doorgenomen. Verder zijn er interviews afgenomen van leden van het projectteam Hexagone/Lelie en andere onderdelen van het Ministerie van Financiën. We hebben daarnaast de betrokken externe adviseurs (een advocatenkantoor en de landsadvocaat) geïnterviewd, nadat de minister hen tegenover ons van hun wettelijke geheimhoudingsplicht had ontheven. In het onderzoek hebben we ook met de minister van Financiën gesproken. Achtergrondinformatie werd ingewonnen bij de AFM, een hoogleraar Staatsrecht en bij de staf van de Tweede Kamer.
Waarom onderzochten wij deze aandelenverwerving door de Staat?
De Algemene Rekenkamer onderzoekt de uitgaven, inkomsten en verplichtingen van de rijksoverheid. In het verantwoordingsonderzoek, dat jaarlijks op de derde woensdag van mei verschijnt, geven wij daar een oordeel over, zoals in de Comptabiliteitswet is aangeduid.
Stand van zaken
Het onderzoek is gepubliceerd op 20 mei 2020 en naar het parlement gestuurd. De minister van Financiën heeft schriftelijk op de bevindingen gereageerd. Deze reactie wordt samen met het rapport op deze website gepubliceerd.