Inzicht in kosten overheid MH17

Op verzoek van het kabinet heeft de Algemene Rekenkamer een gedetailleerde inventarisatie gemaakt van kosten bij alle betrokken overheidsdiensten en instanties nadat vliegtuig MH17 met een Russische Buk-raket boven Oekraïne in 2014 is neergehaald. Uit de inventarisatie blijkt dat er tot nu toe zeker uitgaven ter waarde van € 166 miljoen zijn gedaan door de Nederlandse overheid in de nasleep van deze ramp. Het onderzoeksrapport is op 29 februari 2024 aangeboden aan de Tweede Kamer en gepubliceerd.

De beelden zijn in ons collectieve geheugen gegrift.

Militaire vrachtvliegtuigen die landen op luchthaven Eindhoven. Waar honderden slachtoffers in kisten naar buiten worden gedragen. Onder het toeziend oog van de koning en koningin.

Dan rijdt een eindeloze stoet rouwwagens over de A2 naar Hilversum, naar de Van Oudheusdenkazerne.

Daar vindt de identificatie plaats van de slachtoffers van het boven Oekraïne neergehaalde burgervliegtuig MH17.

Alle 298 passagiers en bemanningsleden kwamen op 17 juli 2014 om het leven. Onder hen 196 Nederlanders en 9 personen van een andere nationaliteit die in ons land woonden.

Dat is bijna 10 jaar geleden gebeurd.

Vandaag publiceert de Algemene Rekenkamer onderzoek naar de kosten die de overheid heeft gemaakt vanwege de tragische gebeurtenis met MH17.

Onderzoek dat we op verzoek van de minister-president namens het kabinet hebben uitgevoerd ten behoeve van de door Nederland gevoerde juridische procedure tegen de Russische Federatie.

In dit verband benadruk ik dat het leed voor nabestaanden niet in geld is uit te drukken.

Dit onderzoek gaat over door ministeries gemaakte kosten, maar ook door gemeenten en tal van andere overheidsorganisaties zoals de nationale politie, het Openbaar Ministerie en de Onderzoeksraad voor Veiligheid.

Hierbij is nadrukkelijk vermeld dat dit alleen kosten voor de Nederlandse overheden betreft. Dus niet de kosten die nabestaanden zelf hebben gemaakt, niet de kosten voor getroffen bedrijven, niet voor buitenlandse overheden.

Van 83 overheidsorganisaties hebben wij een kostenopgave ontvangen. We hebben die volgens de internationale normen voor rekenkameronderzoek beoordeeld.

De kosten tussen 17 juli 2014 en eind 2022 die de Rekenkamer heeft kunnen vaststellen, bedragen € 166 miljoen.

Waar onzekerheden zijn over uitgaven, hebben we geen bedrag opgenomen.

In de 166 miljoen euro zitten de kosten voor de crisisbeheersing die direct na de ramp zijn gemaakt. De kosten van de repatriëring van de slachtoffers en hun identificatie.

Ook de kosten die zijn gemaakt voor de onderzoeken van de nationale politie, het Ministerie van Defensie, de Onderzoeksraad voor Veiligheid en het Openbaar Ministerie.

Hierdoor en door de berechting in Den Haag zijn de feiten op tafel gekomen.

En natuurlijk de kosten vanwege de gevolgen van de ramp: kosten die de overheid maakt voor zorg voor de nabestaanden, voor bijdragen aan de herdenkingen en diverse lopende juridische procedures.

Wij spreken nadrukkelijk van een tussenstand.

Sommige kosten lopen ook na einde 2022 nog door. Zoals voor psychotraumatische begeleiding van nabestaanden.

Of voor onderhoud van herinneringsmonumenten.

Voor een speciaal documentenarchief of vanwege voorschotten die de Staat recent aan nabestaanden heeft uitgekeerd op de schadevergoeding waartoe de 3 daders door de rechtbank zijn veroordeeld.

Inmiddels lopen er diverse andere juridische procedures over schending van mensenrechten en over aansprakelijkheid van de Russische Staat voor het neerhalen van vlucht MH17.

Ook daarvoor lopen de kosten nog door. De Algemene Rekenkamer zal daarom jaarlijks actualisaties van dit onderzoek opleveren.

Zodat u, de samenleving, de politiek en de Staat als procespartij in die procedures, over de juiste financiële gegevens beschikt.

Alle 298 passagiers en bemanningsleden kwamen op 17 juli 2014 om. Onder hen 196 Nederlanders. Kosten van burgers en bedrijven zijn in deze inventarisatie niet meegenomen. Het leed van de nabestaanden van de in het vliegtuig omgekomen inzittenden is al helemaal niet in geld uit te drukken.

De kosteninventarisatie loopt van de dag van de ramp tot eind 2022. Ook daarna zijn er nog kosten gemaakt, en in de komende tijd nog te verwachten. De Algemene Rekenkamer spreekt in het rapport Inzicht in kosten overheid MH17 daarom van een tussenstand en kondigt daarom aan jaarlijks een actualisatie op deze kosteninventarisatie te zullen maken.

Figuur MH17 - Totale kosten overheid ramp MH17: 167 miljoen euro. Aangaande de ramp: crisisbeheersing 8,6 miljoen euro, repatriëring 22,6 miljoen euro en identificatie 9 miljoen euro. Aangaande de feiten: onderzoek toedracht 53,3 miljoen euro en strafvervolging en berechting 341,1 miljoen euro. Aangaande de gevolgen: overige kosten 1,6 miljoen euro, indexatie, 22,2 miljoen euro, zorg voor nabestaanden 0,8 miljoen euro, herdenken 8,1 miljoen euro, internationale procedure en diplomatie 5,7 miljoen euro.  Onder overige kosten vallen: archivering MH17-informatie, formele taken overheid wegens omkomen burgers, onderzoek vliegen over conflictgebieden, kosten wegens omgekomen personeelsleden en kostenopgave aan Algemene Rekenkamer.

In dit onderzoek zijn kostenopgaven verwerkt van 10 ministeries, 10 publieke instellingen, 2 provincies, 59 gemeenten en 2 gemeenschappelijke regelingen. 
De kostenopgaven van de betrokken overheidsinstanties zijn conform de internationale rekenkamerstandaarden getoetst door de Algemene Rekenkamer. 

De hoogste uitgaven voor de overheid betreffen het onderzoek naar de toedracht van deze vliegcrash door de Onderzoeksraad voor de Veiligheid en het strafrechtelijk opsporingsonderzoek door het JIT, Joint Investigation Team (samen € 53 miljoen). De strafvervolging en berechting in Nederland door de rechtbank, met inzet van het OM en andere instanties, is ook een grote kostenpost. Ook kosten die de overheid heeft gemaakt voor zorg aan nabestaande en gemaakte kosten vanwege herinneringsmonumenten zijn in dit onderzoek meegenomen.

Gebruik van de kosteninventarisatie

Het kabinet wil deze kosteninventarisatie gebruiken in een procedure bij de internationale civiele luchtvaartorganisatie ICAO in Montreal. Daar heeft Nederland samen met Australië de Russische Federatie aansprakelijk gesteld voor alle kosten die voortvloeien uit de aanslag. Het is nog onbekend wanneer een besluit in die procedure valt. 
De Nederlandse Staat ondersteunt de nabestaanden ook in hun lopende procedure bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg tegen de Russische Federatie. Daar draait het vooral om de schade voor nabestaanden vanwege schending van  mensenrechten.

Het rapport is in een briefing aan de Tweede Kamer toegelicht op 29 februari 2024.

Heeft u feedback over dit onderzoek?

Wij heten alle feedback op onze onderzoeken van harte welkom. Wat vindt u van dit rapport? Heeft u er vragen over of heeft u behoefte aan nadere uitleg? Mail ons dan op feedback@rekenkamer.nl. We nemen alle e-mails in overweging en zullen ze met zorg behandelen.