Inzicht in kosten overheid MH17
Op verzoek van het kabinet heeft de Algemene Rekenkamer een gedetailleerde inventarisatie gemaakt van kosten bij alle betrokken overheidsdiensten en instanties nadat vliegtuig MH17 met een Russische Buk-raket boven Oekraïne in 2014 is neergehaald. Uit de inventarisatie blijkt dat er tot nu toe zeker uitgaven ter waarde van € 166 miljoen zijn gedaan door de Nederlandse overheid in de nasleep van deze ramp. Het onderzoeksrapport is op 29 februari 2024 aangeboden aan de Tweede Kamer en gepubliceerd.
Alle 298 passagiers en bemanningsleden kwamen op 17 juli 2014 om. Onder hen 196 Nederlanders. Kosten van burgers en bedrijven zijn in deze inventarisatie niet meegenomen. Het leed van de nabestaanden van de in het vliegtuig omgekomen inzittenden is al helemaal niet in geld uit te drukken.
De kosteninventarisatie loopt van de dag van de ramp tot eind 2022. Ook daarna zijn er nog kosten gemaakt, en in de komende tijd nog te verwachten. De Algemene Rekenkamer spreekt in het rapport Inzicht in kosten overheid MH17 daarom van een tussenstand en kondigt daarom aan jaarlijks een actualisatie op deze kosteninventarisatie te zullen maken.
![Figuur MH17 - Totale kosten overheid ramp MH17: 167 miljoen euro. Aangaande de ramp: crisisbeheersing 8,6 miljoen euro, repatriëring 22,6 miljoen euro en identificatie 9 miljoen euro. Aangaande de feiten: onderzoek toedracht 53,3 miljoen euro en strafvervolging en berechting 341,1 miljoen euro. Aangaande de gevolgen: overige kosten 1,6 miljoen euro, indexatie, 22,2 miljoen euro, zorg voor nabestaanden 0,8 miljoen euro, herdenken 8,1 miljoen euro, internationale procedure en diplomatie 5,7 miljoen euro. Onder overige kosten vallen: archivering MH17-informatie, formele taken overheid wegens omkomen burgers, onderzoek vliegen over conflictgebieden, kosten wegens omgekomen personeelsleden en kostenopgave aan Algemene Rekenkamer.](/binaries/medium/content/gallery/rekenkamer/content-afbeeldingen/rapporten/2024/02/kosten-mh17__figuur3_alle-kosten.png)
In dit onderzoek zijn kostenopgaven verwerkt van 10 ministeries, 10 publieke instellingen, 2 provincies, 59 gemeenten en 2 gemeenschappelijke regelingen.
De kostenopgaven van de betrokken overheidsinstanties zijn conform de internationale rekenkamerstandaarden getoetst door de Algemene Rekenkamer.
De hoogste uitgaven voor de overheid betreffen het onderzoek naar de toedracht van deze vliegcrash door de Onderzoeksraad voor de Veiligheid en het strafrechtelijk opsporingsonderzoek door het JIT, Joint Investigation Team (samen € 53 miljoen). De strafvervolging en berechting in Nederland door de rechtbank, met inzet van het OM en andere instanties, is ook een grote kostenpost. Ook kosten die de overheid heeft gemaakt voor zorg aan nabestaande en gemaakte kosten vanwege herinneringsmonumenten zijn in dit onderzoek meegenomen.
Gebruik van de kosteninventarisatie
Het kabinet wil deze kosteninventarisatie gebruiken in een procedure bij de internationale civiele luchtvaartorganisatie ICAO in Montreal. Daar heeft Nederland samen met Australië de Russische Federatie aansprakelijk gesteld voor alle kosten die voortvloeien uit de aanslag. Het is nog onbekend wanneer een besluit in die procedure valt.
De Nederlandse Staat ondersteunt de nabestaanden ook in hun lopende procedure bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg tegen de Russische Federatie. Daar draait het vooral om de schade voor nabestaanden vanwege schending van mensenrechten.
Het rapport is in een briefing aan de Tweede Kamer toegelicht op 29 februari 2024.
Heeft u feedback over dit onderzoek?
Wij heten alle feedback op onze onderzoeken van harte welkom. Wat vindt u van dit rapport? Heeft u er vragen over of heeft u behoefte aan nadere uitleg? Mail ons dan op feedback@rekenkamer.nl. We nemen alle e-mails in overweging en zullen ze met zorg behandelen.