De bevoegdheden van de Algemene Rekenkamer voor de uitvoering van haar wettelijke taken zijn vastgelegd in de Comptabiliteitswet 2016. De Algemene Rekenkamer heeft op grond van die wet het recht om alle informatie op door haar aan te geven wijze te onderzoeken bij onder andere ministeries en rechtspersonen met een wettelijke taak.
De Algemene Rekenkamer heeft het recht bij alle onderdelen van het Rijk informatie op te vragen of (ter plaatse) in te zien. Daarnaast heeft de Algemene Rekenkamer toegang tot informatie bij bepaalde organisaties buiten het Rijk, zoals rechtspersonen met een wettelijke taak. Ook als onderdelen van het Rijk of organisaties buiten het Rijk hun administratie hebben uitbesteed, is de Algemene Rekenkamer nog steeds bevoegd om die administratie te gebruiken in haar onderzoek.
In overeenkomsten met contractpartijen kan de overheid opnemen dat ze bepaalde controles op geleverde goederen of diensten wil kunnen uitvoeren. Als de Rijksoverheid zo’n afspraak heeft gemaakt, is de Algemene Rekenkamer ook bevoegd om bij die contractpartij onderzoek uit te voeren. Een dergelijk onderzoek is bedoeld om een oordeel te vormen over het beleid van de minister of het toezicht dat de minister houdt.
Het is uitdrukkelijk de bedoeling van de wetgever om de Algemene Rekenkamer toegang te geven tot de volledige administratie van de rijksoverheid en daarmee verbonden organisaties. In de memorie van toelichting van de Comptabiliteitswet 2016 staat daarover: “Uitgangspunt is dat de Algemene Rekenkamer op grond van artikel 7.18, eerste lid, alle informatie krijgt die zij ten behoeve van haar controle nodig heeft.” De Algemene Rekenkamer bepaalt zelf welke informatie zij nodig heeft voor het uitvoeren van haar wettelijke taak. Dit betreft zowel vertrouwelijke als niet-vertrouwelijke informatie. Onder vertrouwelijke informatie vallen onder andere persoonsgegevens, staatsgeheime informatie en aan de staat vertrouwelijk verstrekte bedrijfs- en fabricagegegevens. De Algemene Rekenkamer streeft vanzelfsprekend naar een zo gericht mogelijke informatie-uitvraag.
De Algemene Rekenkamer geeft zelf aan welke informatie zij wil onderzoeken en hoe zij dit wil doen. De wettelijke basis hiervoor is artikel 7.18 van de Comptabiliteitswet 2016. De praktische uitwerking hiervan, zoals de wijze waarop informatie wordt verstrekt, gebeurt doorgaans in overleg met de gecontroleerde organisatie.
Nee, medewerkers van de Algemene Rekenkamer tekenen geen geheimhoudingsverklaring, omdat dit in strijd is met de onafhankelijke positie van de Algemene Rekenkamer. Op grond van de Comptabiliteitswet 2016 is de Algemene Rekenkamer bevoegd bij alle onderdelen van het Rijk - en bepaalde organisaties daarbuiten - alle goederen, administraties, documenten en andere informatiedragers op de door haar aan te geven wijze te onderzoeken. Daarbij is het de verantwoordelijkheid van de Algemene Rekenkamer zelf om de vertrouwelijkheid van de in haar onderzoek verzamelde informatie te waarborgen.
Nee, de Algemene Rekenkamer mag en zal vanzelfsprekend in haar openbare rapporten geen vertrouwelijke gegevens opnemen. Dit is vastgelegd in de Comptabiliteitswet 2016. Vertrouwelijke gegevens zijn onder andere persoonsgegevens, staatsgeheime informatie en aan de staat vertrouwelijk verstrekte bedrijfs- en fabricagegegevens. Bij het hoor en wederhoor kan een onderzochte organisatie aangeven of er naar haar oordeel sprake is van vertrouwelijke informatie. Uiteindelijk beslist de Algemene Rekenkamer.
Algemene verordening gegevensbescherming (AVG)
Hieronder beantwoorden wij vragen over hoe de bevoegdheden van de Algemene Rekenkamer, zoals vastgelegd in de Comptabiliteitswet 2016, zich verhouden tot de AVG. Voor de wijze waarop de Algemene Rekenkamer omgaat met persoonsgegevens, verwijzen we ook naar de privacyverklaring.
Nee dat kan niet. De Algemene Rekenkamer mag op grond van artikel 7.18 van de Comptabiliteitswet 2016alle informatie onderzoeken die zij nodig acht om haar wettelijke taak te vervullen, ook als deze informatie een vertrouwelijk karakter heeft. Persoonsgegevens zijn daar een voorbeeld van. De onderzochte organisatie dient hieraan mee te werken en het onderzoeksteam van de Algemene Rekenkamer alle informatie te verstrekken. De AVG is dus geen grond om toegang tot informatie te weigeren.
Ja, de Algemene Rekenkamer mag op grond van artikel 7.18 van de Comptabiliteitswet 2016alle informatie onderzoeken die zij nodig acht om haar wettelijke taak te vervullen. Deze bevoegdheid brengt met zich mee dat deze informatie beschikbaar gesteld moét worden. Het kan zo zijn dat bijzondere persoonsgegevens onderdeel uitmaken van informatie die de Algemene Rekenkamer nodig acht voor het uitvoeren van haar wettelijke taak.
De Algemene Rekenkamer mag op grond van artikel 7.18 van de Comptabiliteitswet 2016alle informatie onderzoeken die zij nodig acht om haar wettelijke taak te vervullen. Deze bevoegdheid brengt met zich mee dat deze informatie beschikbaar gesteld moét worden. Voor onderzoek heeft de Algemene Rekenkamer soms toegang nodig tot e-mails, sms’jes en app-berichten van medewerkers en/of bewindslieden. Daar kunnen ook privéberichten tussen zitten. Vanzelfsprekend zijn privéberichten die geen enkele connectie hebben met het onderzoek van de Algemene Rekenkamer niet van belang voor de Algemene Rekenkamer. Het is niet toegestaan om naar eigen inzicht de informatie geanonimiseerd of niet volledig te verstrekken aan de Algemene Rekenkamer.
Indien tussen de verkregen informatie, vertrouwelijke informatie staat die niet noodzakelijk is voor het onderzoek zendt de Algemene Rekenkamer indien dit mogelijk is de informatie terug naar gecontroleerde of draagt zorg voor vernietiging.
De Algemene Rekenkamer mag in haar openbare rapporten geen vertrouwelijke gegevens opnemen. Dit is vastgelegd in de Comptabiliteitswet 2016. Persoonsgegevens zijn over het algemeen vertrouwelijke gegevens. Dit betekent in de praktijk dat wanneer de Algemene Rekenkamer in haar onderzoek informatie gebruikt die persoonsgegevens bevat, zij hierover in principe op geaggregeerd niveau publiceert.
Nee, dat is niet aan de orde. De Algemene Rekenkamer heeft op grond van artikel 7.18 Comptabiliteitswet 2016 toegang tot alle informatie, waaronder persoonsgegevens. De Algemene Rekenkamer verwerkt de persoonsgegevens dus niet namens de gecontroleerde maar heeft een zelfstandige taak en is zodoende zelf verwerkingsverantwoordelijke. De Algemene Rekenkamer dient zich als verwerkingsverantwoordelijke te houden aan de AVG.
Dit gaat doorgaans in overleg met de gecontroleerde organisatie, maar de Algemene Rekenkamer bepaalt uiteindelijk op welke wijze zij de gevraagde informatie wenst te ontvangen. Indien de gevraagde informatie persoonsgegevens bevat, kan de Algemene Rekenkamer vragen de informatie voor het verstrekken te anonimiseren of te pseudonimiseren. Het is niet toegestaan om naar eigen inzicht de informatie geanonimiseerd of niet volledig aan te leveren. Bij het verstrekken van de informatie wordt gebruik gemaakt van beveiligde verbindingen.
De medewerkers die de betreffende informatie nodig hebben om het onderzoek te kunnen uitvoeren.
De Algemene Rekenkamer bewaart persoonsgegevens die zij bij haar onderzoek of voor contactinformatie gebruikt niet langer dan strikt nodig of wettelijk verplicht is.
Wij hebben maatregelen getroffen ter beveiliging van onze werkprocessen, mensen, gebouw en ICT-systemen. De Algemene Rekenkamer conformeert zich aan de Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO) en laat zich hier periodiek op toetsen.
Woo
Hieronder beantwoorden wij vragen over hoe de bevoegdheden van de Algemene Rekenkamer, zoals vastgelegd in de Comptabiliteitswet 2016, zich verhouden tot de Wet open overheid (Woo). De Algemene Rekenkamer valt sinds 1 mei 2022 onder de Woo, waarbij informatie die de Algemene Rekenkamer heeft verkregen in het kader van haar wettelijke taak is uitgezonderd. Voor die datum was de Algemene Rekenkamer uitgezonderd van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob). Er kunnen nu dus ook Woo-verzoeken worden ingediend bij de Algemene Rekenkamer.
Bij de Algemene Rekenkamer kunnen Woo-verzoeken worden ingediend. Er is echter een belangrijke uitzonderingsgrond. In verband met een goede en zorgvuldige uitvoering van de wettelijke taak van de Algemene Rekenkamer heeft de wetgever artikel 7.41 in de Comptabiliteitswet 2016 toegevoegd. Volgens lid 1 van dit artikel is informatie die de Algemene Rekenkamer heeft verzameld in het kader van haar wettelijke taakuitoefening niet openbaar. Hieronder wordt volgens de parlementaire geschiedenis ook de ambtelijke en bestuurlijke verificatie van onderzoeksbevindingen verstaan. Het gaat dan bijvoorbeeld om documenten als (concept) nota’s van bevindingen. Artikel 7.41 van de Comptabiliteitswet 2016 is een bijzonder openbaarmakingsregime dat is opgenomen in artikel 8.8 en in de bijlage bij artikel 8.8 van de Woo. Dit regime gaat voor op de Woo.
Nee, dat kan niet. De Algemene Rekenkamer heeft het recht bij alle onderdelen van het Rijk alle informatie die zij nodig acht om haar wettelijke taken te vervullen op te vragen of (ter plaatse) in te zien. Daarnaast heeft de Algemene Rekenkamer toegang tot informatie bij bepaalde organisaties buiten het Rijk, zoals rechtspersonen met een wettelijke taak. Dit gaat ook om vertrouwelijke informatie. De Algemene Rekenkamer heeft recht op informatie op grond van de Comptabiliteitswet 2016. Informatie wordt dus niet gevraagd op grond van de Woo. Daarom zijn de uitzonderingsgronden van de Woo niet van toepassing als de Algemene Rekenkamer om informatie vraagt bij een gecontroleerde organisatie.
De Algemene Rekenkamer heeft op grond van lid 2 van artikel 7.41 van de Comptabiliteitswet 2016 wel een doorzendplicht voor Woo-verzoeken die gaan over informatie die een gecontroleerde organisatie heeft verstrekt aan de Algemene Rekenkamer. De Algemene Rekenkamer zendt een dergelijk Woo-verzoek daarom door naar die organisatie.
Nee, voor documenten die de Algemene Rekenkamer in het kader van haar wettelijke taakuitoefening zelf heeft opgesteld, zoals gespreksverslagen of een nota van bevindingen, wijst de Algemene Rekenkamer het Woo-verzoek af. Dit doen wij onder verwijzing naar het bijzondere openbaarmakingsregime van de Comptabiliteitswet 2016.
Alleen de uitkomsten en conclusies van het onderzoek van de Algemene Rekenkamer worden gepubliceerd en daarmee openbaar gemaakt. Dat geldt niet voor de ‘onderliggende’ documenten.
De gecontroleerde organisatie moet een besluit nemen op dit Woo-verzoek. Voor documenten die de Algemene Rekenkamer heeft opgesteld in het kader van haar wettelijke taakuitoefening, zoals een nota van bevindingen, moet die organisatie de Algemene Rekenkamer om een zienswijze vragen. In haar zienswijze geeft de Algemene Rekenkamer aan openbaarmaking niet wenselijk te vinden onder verwijzing naar de weigeringsgronden van de Woo.