Burgers en bedrijven staan niet centraal bij basisregistraties
Het is voor burgers en bedrijven te ingewikkeld om fouten in basisregistraties te corrigeren. Het ontbreekt nog steeds aan een centraal meldpunt waar zij terecht kunnen. Daardoor bestaat er een risico dat burgers van het kastje naar de muur worden gestuurd.
In een vervolgonderzoek naar basisregistraties brengt de Algemene Rekenkamer in kaart wat de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) heeft gedaan met de aanbevelingen uit eerder onderzoek in 2014. De minister van BZK is verantwoordelijk voor het stelsel van basisregistraties.
Gegevens uit de 10 basisregistraties gaan bijvoorbeeld over identiteit (BRP), eigen woning (WOZ) autobezit (BRV) en bedrijfsleven (Handelsregister). De overheid kent op grond van die gegevens subsidies en toeslagen toe, spoort fraude en misbruik op en heft belastingen. Ook worden op basis van deze gegevens huizen en auto’s gekocht en verkocht en wordt de betrouwbaarheid van een handelspartner vastgesteld.
Deze gegevens worden binnen de overheid gedeeld en hergebruikt. Daardoor hoeven burgers en bedrijven niet steeds opnieuw hun gegevens aan te leveren. Dit heeft echter ook een keerzijde. Wanneer de overheid onjuiste gegevens gebruikt, is het voor burgers en bedrijven heel moeilijk om te achterhalen waar en wanneer een fout is ontstaan. Correctie van gegevens, en vooral het terugdraaien van de gevolgen ervan is bijna onmogelijk zonder hulp van een gezaghebbende partij die de weg weet in het stelsel van basisregistraties.
De afzonderlijke registraties hebben sinds 2014 zelf veel verbeterd. Zo helpt het Kadaster burgers en bedrijven bij het oplossen van problemen en corrigeren van fouten. Een ander goed voorbeeld is het WOZ-waardeloket; op die kaart staan de WOZ-waarden van alle woningen en andere gebouwen in Nederland.
Naast positieve ontwikkelingen stelt de Algemene Rekenkamer ook vast dat de minister te weinig heeft gedaan om burgers en bedrijven centraal te zetten.
In 2014 drong de Algemene Rekenkamer al aan op een gezaghebbend, centraal meldpunt om mensen te helpen die in problemen komen door onjuist gebruik van gegevens door de overheid. Zo’n meldpunt kan correctie van gegevens eenvoudiger te maken. Maar die aanbeveling heeft de minister van BZK niet opgevolgd. Ook nu -naar aanleiding van het vervolgonderzoek- is de minister niet van plan om zo’n meldpunt in te richten. Hoewel het daadwerkelijk herstellen van een fout de verantwoordelijkheid is van de organisaties die de basisregistraties beheren, verwacht de Algemene Rekenkamer van de minister van BZK dat zij meer regie neemt om problemen van burgers en bedrijven op te lossen.
Idealiter kunnen burgers en bedrijven zelf nagaan of de overheid gegevens uit verschillende basisregistraties op correcte wijze toepast, koppelt en analyseert. Maar ook dat kan nu nog niet. Daarnaast gaan de 10 basisregistraties verschillend om met de bescherming van privacy. Dat is verwarrend voor burgers en bedrijven.
De Algemene Rekenkamer vraagt de minister van BZK in samenwerking met andere verantwoordelijke ministers en gemeenten het stelsel van basisregistraties te verbeteren voor burgers en bedrijven.