Tussenstand steun financiële sector na kredietcrisis
Het financiële overzicht van maatregelen die de rijksoverheid trof om de financiële sector te ondersteunen ten tijde van de kredietcrisis (2008) en de nasleep daarvan is door de Algemene Rekenkamer geactualiseerd.
Indertijd riep de minister van Financiën 6 steunmaatregelen in het leven. Daarvan zijn er 2 nog niet afgerond. Na de aankoop van de bank ABN AMRO (toen bank/verzekeraar Fortis-ABN AMRO) en de nationalisatie van de Volksbank (toen bank/verzekeraar SNS-Reaal) zijn de aandelen van deze banken (deels) nog in overheidshanden.
Van de overige 4 steunmaatregelen zijn er 3 voor de Staat met een positief saldo afgesloten (steun voor ING, kapitaalverstrekking en garantieverleningen aan diverse financiële instellingen). Alleen de voorfinanciering van de afwikkeling voor Nederlandse spaarders bij de IJslandse instelling Icesave heeft de Nederlandse Staat per saldo geld gekost.
Overheid als aandeelhouder in banken
Per 28 oktober 2020 heeft de Staat nog een belang van 56,3 % in ABN AMRO. Sinds november 2015 zijn enkele pakketten aandelen in deze bank naar de beurs gebracht. Momenteel staat het verschil tussen uitgaven en inkomsten van deze deelneming op € 17,9 miljard negatief voor de Staat; tegenover € 37,8 miljard aan uitgaven en rentekosten staan tot nu toe € 19,9 miljard aan inkomsten uit verkopen, dividend en ontvangen rente. Hierbij is de afwikkeling in het afgelopen jaar van het belang in Saudi Hollandi Bank (gefuseerd met Saudi British Bank) inbegrepen en eerder de verkoop van de Nederlandse verzekeraar ASR.
Verder is de Volksbank (voorheen SNS Bank) nog volledig eigendom van de Staat. Tegenover de staatsuitgaven van € 4,1 miljard aan deze bank staan inkomsten van bijna € 3 miljard, zodat de tussenstand daar momenteel € 1,1 miljard negatief is.
De toelichting op alle cijfers is te vinden via https://www.rekenkamer.nl/onderwerpen/kredietcrisis