Mogelijkheden UWV voor handhaving en dienstverlening in buitenland beperkt, maar goed benut
Rapport 'Een Nederlandse uitkering in het buitenland'
De Algemene Rekenkamer concludeert dat het UWV beperkte mogelijkheden heeft voor handhaving en dienstverlening in het buitenland, maar dat het UWV voortdurend inspanningen levert om deze volledig te benutten. Ongeveer 2% van het totaalbedrag aan uitkeringen dat UWV jaarlijks overmaakt, gaat naar personen in het buitenland. Een klein deel daarvan bestaat uit werkloosheidsuitkeringen. Ruim 88% ervan bestaat uit arbeidsongeschiktheidsuitkeringen.
UWV zet mogelijkheden tot handhaving en dienstverlening voldoende in
UWV zet mogelijkheden tot handhaving en dienstverlening voldoende in. Dienstverlening en handhaving in het buitenland verlopen vooral via de daar bevoegde instanties. Het UWV heeft in het buitenland dan ook te maken met wettelijke en praktische beperkingen. Europese privacywetgeving wordt bijvoorbeeld strikter geïnterpreteerd in Duitsland, waardoor bepaalde gegevens niet beschikbaar zijn voor het UWV. Sociale zekerheidsstelsels in bijvoorbeeld Duitsland, Spanje en Polen zijn niet op nationaal niveau georganiseerd, waardoor informatie niet centraal toegankelijk is. Verder
kunnen klanten in het buitenland lang niet altijd gebruikmaken van DigiD. Het UWV kan daardoor in het buitenland minder makkelijk dan in Nederland over correcte en tijdige informatie beschikken.
Bij werknemersuitkeringen voor personen in het buitenland gaat het vaak om grensarbeiders die in Nederland werken maar in Duitsland of België wonen of om mensen die een arbeidsongeschiktheidsuitkering ontvangen en remigreren naar bijvoorbeeld Turkije of Marokko. WW-uitkeringen worden vooral ‘geëxporteerd’ door (seizoens)arbeiders die na beëindiging van hun vaak kortdurende en flexibele (uitzend)contracten naar o.a. Polen teruggaan. Zij kunnen aanspraak maken op een Nederlandse uitkering, omdat ze in Nederland premies hebben betaald. |
Wij constateren dat het UWV zich binnen de mogelijkheden inspant om taken uit te voeren in het buitenland. Bovendien probeert het UWV bovenop bestaande verdragen afspraken te maken. Het UWV maakte bijvoorbeeld met Poolse en Spaanse partners afspraken over terugvorderingen en informatie-uitwisseling. Ook over arbeidsbemiddeling bij WW-export maakte het UWV afspraken, terwijl het daar juridisch gezien niet verantwoordelijk voor is. De re-integratiedienstverlening aan met name gedeeltelijk arbeidsgeschikten zou het UWV nog wel kunnen intensiveren. In de praktijk beperkt het UWV re-integratiedienstverlening voor zieken en arbeidsongeschikten vooral tot de arbeidsmarkt in de grensstreek en Polen.
Geen zicht op kwaliteit door ontbrekende gegevens
De kwaliteit van dienstverlening en handhaving door het UWV in het buitenland is onbekend, doordat gegevens ontbreken. Dit inzicht is wel noodzakelijk, omdat juist de uitvoering van taken in het buitenland knelpunten kent in bijvoorbeeld adresregistratie en direct klantcontact.
Export WW-uitkeringen klein en dalende
Werkloosheidsuitkeringen (WW) maken 2% uit van het totaal aantal geëxporteerde uitkeringen. Dat komt omdat een WW-uitkering maximaal 3 maanden geëxporteerd mag worden, terwijl andere werknemersuitkeringen langdurig in het buitenland ontvangen kunnen worden. In de onderzochte periode is het aantal ontvangers van WW in het buitenland gedaald met 30%. Deze daling is mede het gevolg van corona. Veel arbeidsmigranten keerden terug naar hun land van herkomst toen de bedrijven waarvoor zij werkten hun deuren moesten sluiten vanwege de pandemie. Zij deden dat vaak zonder eerst vier weken voor de Nederlandse markt beschikbaar te zijn, wat een voorwaarde is voor WW-export.
Gevolgen verlenging WW-export zeer beperkt
In Europees verband wordt gesproken over verlenging van het recht op het meenemen van een WW-uitkering binnen de Europese Economische Ruimte en Zwitserland van 3 naar 6 maanden. De Nederlandse regering heeft zich steeds verzet tegen dit voorstel. De Algemene Rekenkamer constateert dat ongeveer de helft van de 10.800 mensen die in de periode 2018-2020 een werkloosheidsuitkering exporteerden daar maar 3 maanden (of zelfs minder) recht op had. Slechts 21% van deze groep had de uitkering 6 maanden kunnen exporteren, als het recht daartoe bestond. Dit waren gemiddeld 741 personen per jaar. Degenen die een WW-uitkering exporteren, hadden namelijk vaak kortdurende contracten, waardoor zij ook geen langdurige uitkering kunnen ontvangen.
Stijging aantal arbeidsongeschiktheidsuitkeringen
Arbeidsongeschiktheidsuitkeringen (waaronder WIA en oude WAO-uitkeringen) maken het merendeel uit van geëxporteerde uitkeringen (88%). In de onderzochte periode 2018- 2020 is het aantal geëxporteerde uitkeringen voor arbeidsongeschiktheid en ziekte gestegen. Het is waarschijnlijk dat deze stijging de komende jaren doorzet, omdat steeds meer mensen in verschillende landen wonen en werken.
Aanbevelingen
De Algemene Rekenkamer beveelt de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en het UWV aan om de re-integratiedienstverlening in het buitenland uit te breiden naar andere landen dan België, Duitsland en Polen, om informatie te verzamelen over de kwaliteit van de dienstverlening in het buitenland en om te overwegen meertalige medewerkers in dienst te nemen.
Reactie minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid/UWV en nawoord Rekenkamer
De minister geeft aan dat het UWV momenteel stappen zet om de re-integratiedienstverlening in het buitenland uit te breiden naar andere landen dan België, Duitsland en Polen. Wel is deze inzet afhankelijk van een kosten-batenanalyse, waarbij onder meer wordt gelet op de aard van het klantenbestand, de mogelijkheden op de plaatselijke arbeidsmarkt of de samenwerkingsmogelijkheden met het betreffende land. UWV gaat de mogelijkheid onderzoeken om (vaste) tolken of meertalige medewerkers in te zetten op meer afdelingen waar dit voordelen oplevert. We zijn positief over het voornemen van de minister en de Raad van Bestuur om dienstverlening in het buitenland te verbeteren met onder andere de inzet van meertalige medewerkers en kwalitatieve informatie vanuit uitkeringsgerechtigden. Inzicht in kwaliteit is, zoals ook de minister en het UWV aangeven, van cruciaal belang voor de verbetering van zowel dienstverlening als handhaving in het buitenland - juist door de vele knelpunten bij deze uitvoeringstaken.
De minister stelt in haar reactie dat door wijziging van de Europese richtlijn de uitkeringenexport zal toenemen, hoewel niet duidelijk is in welke mate. Zoals we in ons rapport aangeven, is het exacte effect van de voorgestelde wijzigingen van de Europese richtlijn inderdaad niet te voorspellen. Op basis van de bestaande gegevens is onze conclusie echter dat het effect waarschijnlijk niet groot is.