Betere gereedheid krijgsmacht vraagt meer dan alleen aanschaf materiaal

Basis van beheer en beveiliging Defensie nog niet op orde

In een tijd van oorlog in Europa, een verhitte wapenmarkt en groeiende personeelstekorten werkt de minister aan de slagkracht van de krijgsmacht. Nederland geeft flink meer geld uit aan Defensie, voor de periode 2018 tot en met 2026 in totaal zo’n € 33 miljard. Dat geld gaat naar materieel, wapens én het verbeteren van de operationele gereedheid van de krijgsmacht. Voldoende personeel en het goed functioneren van ondersteunende diensten zijn daarbij cruciaal. Deze zijn nodig om materieel te kopen en optimaal in te zetten.

De kabinetten Rutte III en IV hebben € 33 miljard extra vrijgemaakt voor Defensie in de periode 2018-2026

Figuur kabinetten Rutte III en IV

‘Boeggolf’ in uitgaven nieuw materieel

Uit onderzoek van de Algemene Rekenkamer blijkt dat Defensie sinds 2018 jaarlijks minder uitgeeft dan vooraf gepland. Geld dat overblijft, schuift door naar het volgend jaar. In de periode 2018-2023 werd er in totaal € 4,5 miljard aan geld voor de aanschaf van materieel niet uitgegeven en doorgeschoven naar volgende jaren. In 2022 en 2023 is meer geld doorgeschoven dan er aan extra geld bijgekomen is. Dit veroorzaakt een zogenaamde boeggolf in de begroting. Hierbij spelen de huidige krappe arbeidsmarkt en de overspannen defensiemarkt een rol. Inkoop van materieel vereist ook personeel; en de vraag naar defensiematerieel is wereldwijd gestegen, waardoor levertijden langer worden.  

Projecten lopen uit ten opzichte van de planning; uit het jaarverslag van het Defensie Materieelfonds in 2023 blijkt dat 65 van de 103 lopende materieelprojecten (63%) niet op tijd klaar zijn.

Figuur pb Defensie

63% van alle materieelprojecten is niet op tijd klaar

Basis moet op orde in belang van operationele gereedheid en slagkracht

Voor de operationele gereedheid en slagkracht van de krijgsmacht is het van belang dat het materieelbeheer op orde is. Dat is nu niet het geval. De snelle groei van Defensie en de extra uitgaven zorgen voor extra druk op de bedrijfsvoering. Het is zaak dat de minister van Defensie niet alleen de aandacht richt op geld uitgeven om materieel te kopen, ook al is de druk hierop onder meer vanuit de Tweede Kamer groot. Ook het belang van een toekomstbestendige bedrijfsvoering om al het bestaande en aangeschafte materieel te beheren en te bemensen verdient alle aandacht.

Inkoopbeheer en munitie

Het inkoopbeheer van Defensie beoordelen wij sinds 2016 als een onvolkomenheid. Dat raakt direct aan de inzetbaarheid en dus de paraatheid van de krijgsmacht. Ook in 2023 is nog sprake van een onvolkomenheid, maar het gaat wel beter. Dat het inkoopproces nu gedigitaliseerd is, helpt daarbij. 

Sinds 2017 beoordelen wij het beheer en de inventarisatie van munitie door Defensie als een onvolkomenheid. Er is in 2022 een verbeterplan opgesteld, maar het is nog niet duidelijk of dat de problemen gaat oplossen. Daarom blijft de onvolkomenheid voorlopig gehandhaafd. 

Beveiliging van militaire objecten en beheer cryptografiemiddelen

In 2022 heeft de Rekenkamer geconstateerd dat beveiliging van militaire objecten in de hoogste risicoklassen onder de maat is. In 2023 zien we in de praktijk geen verbetering. Het door de minister beloofde plan is ontoereikend en onze aanbevelingen om de beveiliging van militaire objecten te verbeteren zijn niet opgevolgd. Over 2023 handhaven we daarom de onvolkomenheid.

Defensie heeft systemen (cryptografiemiddelen) voor versleutelde, vertrouwelijke communicatie voor bijvoorbeeld berichtenverkeer tussen eenheden of voor de aansturing van wapensystemen. Zowel de toegang tot deze middelen, als het beheer van de apparatuur zelf is niet op orde. Deze tekortkomingen zijn bekend sinds 2015, maar is er geen verbeterplan. De onvolkomenheid uit 2022 blijft daarom ook in 2023 bestaan.

Zowel beveiliging als beheer van cryptografiemiddelen raken direct aan het veilig kunnen opereren van de krijgsmacht. 
 

Nieuw besturingsmodel is onduidelijk over taken en bevoegdheden

Sinds 2021 is bij Defensie een nieuw besturingsmodel ingesteld. In dit nieuwe model is de Commandant der Strijdkrachten (CDS) naast militair leider en adviseur van de minister óók verantwoordelijk voor de bedrijfsvoering bij de Defensieonderdelen - en dus ook voor het oplossen van de problemen daar. De invoering van dit nieuwe besturingsmodel was eind 2023 nog niet klaar. Er is onvoldoende overdracht van personeel geweest en er is onduidelijkheid over de verdeling van taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden. Grip en sturing zijn nodig om de onvolkomenheden in de bedrijfsvoering effectief aan te kunnen pakken.