Snel maatregelen nodig voor veilig hergebruik van afvalstoffen

De manier waarop afval wordt verwerkt tot nieuwe bouwstoffen leidt tot risico’s voor mens en milieu, en werpt een belemmering op voor hergebruik in de toekomst. Ondanks dat de risico’s van restproducten als bodemas en staalslakken al jaren bekend zijn, is de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) terughoudend om tot actie over te gaan, concludeert de Algemene Rekenkamer.

Elk jaar komen grote hoeveelheden bodemas en staalslakken op de markt

Figuur nieuwsbericht Staalslakken

Actie van de staatssecretaris is nodig

De Rekenkamer concludeert dat de staatssecretaris niet weet of haar kaders wel effectief zijn. Dat komt doordat zij niet weet wat er precies in de bouwstoffen zit of waar ze worden toegepast. En ze heeft weinig informatie over de naleving van de regels bij de bouwstoffen. Omgevingsdiensten zouden toezicht  moeten houden op het gebruik van de stoffen in bouwprojecten, maar zij hebben vaak niet de benodigde kennis en capaciteit daarvoor. De Rekenkamer maakt zich daar zorgen over.

De staatssecretaris is echter wél op de hoogte van allerlei risico’s voor circulariteit, mens en milieu, en overheden en bedrijven. Die zijn immers al jarenlang bekend. In 1993 publiceerde het RIVM al een rapport over de milieutechnische gevolgen van afvalstoffen voor bodem en oppervlaktewater, in 2002 schreef de VROM-inspectie erover en sinds 2019 heeft de ILT diverse signaalrapportages uitgebracht. De staatssecretaris heeft in de afgelopen jaren onderzoek laten uitvoeren, maar met het ondernemen van actie is ze terughoudend. 

Gevolgen

Het gebruik van bodemas en staalslakken gaat niet altijd goed. In de praktijk is een handvol incidenten bekend waar verontreiniging voorkwam. Zo raakte bij een golfbaan in Spijk het water vervuild door zware metalen afkomstig uit 670.000 ton staalslakken. Door deze vervuiling konden koeien die op het naastgelegen terrein stonden een lange tijd niet meer naar buiten. Deze staalslakken waren verkeerd toegepast: staalslakken moeten niet in contact kunnen komen met regenwater of grondwater, maar dat gebeurde wel. De gemeente betaalde grotendeels de kosten voor het opruimen van de grond. 

Het is onduidelijk of deze incidenten uitzonderingen zijn of dat (naleving van) regels en toezicht tekortschieten. Niemand registreert namelijk waar en hoeveel hergebruikte bouwstoffen worden toegepast, zelfs niet als het om miljarden kilo’s gaat. 

Vervuiler betaalt vaak niet

Behalve risico’s voor de omgeving hebben stoffen als bodemas en staalslakken meer risico’s. Zo kunnen ze juist een belemmering zijn voor circulariteit omdat het moeilijk is om de verontreinigingen uit de keten te halen wanneer ze eenmaal zijn vermengd met bijvoorbeeld cement. Ook is het reinigingsproces relatief duur, en de vervuiler draait niet altijd op voor de kosten. Het is bijvoorbeeld duurder om schonere bouwstoffen te maken. Het kost namelijk extra moeite en dus geld om verontreinigende stoffen uit secundaire bouwstoffen halen. Daarvoor moet een bedrijf meer handelingen uitvoeren. Het ministerie heeft deze extra reiniging niet verplicht, waardoor vervuilde bouwstof goedkoper blijft. Het is onzeker wie in de toekomst moet opdraaien voor de kosten voor recycling als de vervuiler uit beeld is.

De Rekenkamer dringt er bij de staatssecretaris op aan om de kennis die er is te gebruiken om op korte termijn maatregelen te treffen die effectief hergebruik van bouwstoffen en bescherming van de bodem garanderen.