Transitiekosten

Tot dat alle JSF's geleverd zijn, moet de F-16 nog doorvliegen. Zelfs nog langer dan aanvankelijk gedacht, omdat de besluitvorming zo lang heeft geduurd. Tijdens deze transitie moet Defensie dus nog steeds kosten maken voor de F-16, en voor de hieraan gerelateerde projecten. Die kosten noemen we transitiekosten.

Nog investeringen in de F-16 nodig

Het Ministerie van Defensie gaat ervan uit dat de F-16 nog tot 2023 moet doorvliegen. In dat jaar zijn immers alle 37 JSF-toestellen geleverd. Dit betekent dat er nog investeringen in de F‑16 nodig blijven. Sinds 2012 voert Defensie 3 projecten uit die de F-16 langere tijd geschikt moeten houden voor zijn taken:

  • Het project Instandhouding moet ervoor zorgen dat de F-16 technisch in orde blijft. Dat vereist bijvoorbeeld groot onderhoud aan de motoren en vervanging van onderdelen.
  • Het project Operationele zelfbescherming moet ervoor zorgen dat de F-16 inzetbaar blijft, door de zelfverdediging tegen moderne wapens te verbeteren.
  • In het project Vliegveiligheid en luchtwaardigheid krijgt de F-16 nieuwe computers en software, zodat het toestel volgens de (verplichte) moderne standaarden kan communiceren. 

In de nota In het belang van Nederland begroot de minister de kosten voor het langer doorvliegen met de F-16 op € 177 miljoen (prijspeil 2013).

Exploitatiekosten F-16: pas in 2013 vastgesteld

Tot voor kort kon het Ministerie van Defensie niet vaststellen hoeveel de exploitatie van de F-16 kost. Dat kwam omdat de financiële administratie van het ministerie niet ingesteld was op het registreren van kosten per afzonderlijk wapensysteem. In de nota In het belang van Nederland staat dat het exploitatiebudget van de F-16 maatgevend is voor het aantal JSF’s dat kan worden gekocht. Daarom heeft het ministerie de exploitatiekosten van de F-16 handmatig ‘gereconstrueerd’ uit de administratie. Met als uitgangspunt het jaar 2012, bleek dat deze kosten € 270 miljoen per jaar zijn (prijspeil 2012). Dit bedrag is inclusief de kosten van de vliegbases Volkel en Leeuwarden.

In de nota In het belang van Nederland geeft de minister van Defensie aan dat er stappen gezet worden om in de toekomst meer inzicht te hebben in de exploitatiekosten per wapensysteem.

Stijging exploitatiekosten F-16 door langer doorvliegen

Uit ons onderzoek Uitstapkosten JSF (2012) werd duidelijk dat de exploitatiekosten van de F-16 vanaf midden 2015 sterk zouden stijgen. Volgens het Ministerie van Defensie zouden de meerkosten vanaf 2015 steeds met € 2 miljoen per jaar toenemen, oplopend tot € 10 miljoen meerkosten per jaar in 2019. In totaal zou dit betekenen dat de exploitatie van de F-16 € 30 miljoen extra kost voor de periode 2015-2019 (prijspeil 2012). Dit komt doordat de toestellen meer onderhoud nodig hebben naarmate ze ouder worden:

  • Er zijn meer inspecties nodig om de staat van het toestel te controleren (bijvoorbeeld op scheurtjes in het metaal);
  • Het toestel moet vaker gerepareerd worden.

Het ministerie verwacht dat de stijging van de exploitatiekosten op dit niveau stopt in 2019; immers, er vloeien dan tot 2023 steeds F-16’s af.

F-16 vliegt in deeltijd

In de nota In het belang van Nederland staat een maatregel die de hogere exploitatiekosten van de F-16 tegengaat. Namelijk: minder vlieguren voor de F-16’s (het ‘vliegurenbudget’). Het vliegurenbudget is normaal gesproken gebaseerd op het aantal beschikbare toestellen en het aantal uren dat per toestel per jaar gevlogen kan worden. In de nota stemt de minister het vliegurenbudget niet meer af op 68 toestellen, maar op 61. Er blijven wel 68 toestellen beschikbaar om deze uren te produceren. Hierdoor kan het aantal vlieguren per toestel omlaag. De toestellen voeren hun taken dus uit ‘in deeltijd’. Het idee is dat ze hierdoor minder onderhoud nodig zullen hebben.

Projecten gerelateerd aan vervanging F-16

Het Ministerie van Defensie voert investeringsprojecten uit voor de aanschaf van wapens die zowel voor de F-16 als voor de JSF geschikt zijn. Dit zijn de ‘aan vervanging F-16 gerelateerde' projecten. 2 van deze projecten zijn:

  • de aanschaf van verbeterde precisiegeleide bommen;
  • het plan voor de aanschaf van infraroodgeleide raketten.

Het Ministerie van Defensie koopt de bommen in 2 partijen (deelfasen). Volgens de raming die het ministerie deed in 2013, kost de eerste partij precisiegeleide bommen € 59,1 miljoen en de tweede partij € 75,3 miljoen. De raketten kosten € 31,9 miljoen (prijspeil 2013).

Projecten gerelateerd aan vervanging F-16 jaarlijks in Materieelprojectenoverzicht

De jaarrapportages Vervanging F-16 tot en met 2012 bevatten een overzicht van de kosten van de 'aan vervanging F-16 gerelateerde' projecten.

Sinds de nieuwe afspraken met de Tweede Kamer uit 2014 zijn deze investeringen niet langer onderdeel van de voortgangsrapportages. Informatie over de infraroodgeleide raketten wordt nog wel opgenomen in het Materieelprojectenoverzicht (MPO). Het Ministerie presenteert dit overzicht elk jaar bij de ontwerpbegroting. Vanaf 2015 is informatie over de aanschaf van precisiegeleide bommen niet meer opgenomen in het MPO omdat toen de eerste deelfase van het project werd afgerond. Als in 2020 de volgende deelfase van het project begint, komt informatie hierover wel weer in het MPO.