Ingehuurde docent op middelbare school is fors duurder dan docent in loondienst
Lerarentekort en inhuur van docenten lopen op
Middelbare scholen zijn aanzienlijk meer geld kwijt aan een docent die is ingehuurd via een extern bureau, dan aan een docent in loondienst. De totale loonkosten van een docent in loondienst in de veel voorkomende salarisschaal LB trede 12 bedragen € 58 per uur. Het tarief van een gedetacheerde docent in dezelfde schaal en trede is gemiddeld € 113 per uur (inclusief btw). De Algemene Rekenkamer geeft vandaag een uniek inzicht in de tarieven van ingehuurde docenten op basis van gegevens van 84% van alle besturen van middelbare scholen.
Gemiddeld uurtarief ingehuurde docent is hoger door reserveringen, bureaumarge en btw
Het verschil is met name te verklaren door reserveringen, btw en de marge van de externe bureaus. Bureaus maken bijvoorbeeld reserveringen voor doorbetaling in schoolvakanties (ze kunnen in die periode niet factureren). Daarnaast moeten die bureaus 21% btw in rekening brengen. Scholen kunnen dat niet verrekenen omdat het onderwijs verder is vrijgesteld van btw. Verder hanteren externe bureaus een marge op inhuur die varieert van 15% tot 46%. Die marge bestaat uit overheadkosten en winst.
Tarieven inhuur lopen sterk uiteen
Middelbare scholen zijn gemiddeld € 95 per uur kwijt aan het inhuren van een uitzendkracht of gedetacheerde docent via een extern bureau. Een docent die als zzp’er voor de klas staat, kost gemiddeld € 77 per uur. De tarieven lopen sterk uiteen: de bedragen variëren van € 25 tot € 180 per uur.
Grote verschillen tussen voorwaarden voor overnemen docent in loondienst
De Rekenkamer ziet dus dat tarieven zeer verschillend zijn, maar hetzelfde geldt voor de algemene voorwaarden. Zo mogen bureaus volgens de wet een ‘redelijke vergoeding’ vragen wanneer een school een ingehuurde docent wil overnemen in loondienst. Welk bedrag de bureaus ‘redelijk’ vinden, verschilt nogal. Veel bureaus vragen 15% tot 38% van het uurtarief over de nog openstaande uren in het contract, maar een klein aantal van hen vraagt vaste bedragen tot soms € 45.000.
Aandeel inhuur versus in loondienst verdubbeld
Scholen maken steeds vaker gebruik van docenten op inhuurbasis. De afgelopen tien jaar is het aandeel PNIL (‘personeel niet in loondienst’) van scholen verdubbeld, tot 4,4% van de totale personeelsuitgaven. Ongeveer de helft hiervan betreft docenten, de andere helft bijvoorbeeld IT-personeel en ondersteunend onderwijspersoneel.
Voor scholen is inhuur een oplossing om het lerarentekort en ziekteverzuim op te vangen. Ook voor docenten kan inhuur een uitkomst zijn. Ze geven aan dat ze behoefte hebben aan autonomie en afwisseling tussen scholen, maar ook financiële zekerheid wordt als reden genoemd. Omdat het ministerie van OCW scholen steeds vaker incidenteel geld geeft, kunnen zij niet altijd een vast contract aanbieden. Bureaus kunnen dat wel.
Middelbare scholen onderhandelen nauwelijks over tarieven inhuur
De tarieven en voorwaarden komen tot stand na onderhandelingen tussen een extern bureau en een schoolbestuur of na een openbare aanbesteding. De Algemene Rekenkamer constateert dat schoolbesturen nauwelijks onderhandelen en de tarieven accepteren zoals ze worden voorgesteld door de externe bureaus. Dat doen ze omdat scholen het inzetten van een docent voor de klas belangrijker vinden dan de kosten.
De Algemene Rekenkamer gaat morgen met geïnteresseerde middelbare scholen in gesprek om hen te informeren over de mogelijkheden voor onderhandelen over tarieven en voorwaarden.