Een onmisbaar rapport: de Staat van de rijksverantwoording
De rijksoverheid legt elk jaar op Verantwoordingsdag verantwoording af over de financiën en het beleid in het afgelopen jaar. Elk ministerie brengt daarvoor een eigen jaarverslag uit. Het Rijk als geheel brengt het Financieel Jaarverslag van het Rijk uit. De Algemene Rekenkamer onderzoekt alle jaarverslagen en brengt daarover aparte rapporten uit. Ook de Rekenkamer kom met één overkoepelend rapport: de Staat van de rijksverantwoording.
Een organisatie die geld uitgeeft moet daarover in elk geval één keer per jaar verantwoording afleggen. Een voetbalclub doet dat aan de leden, een goededoelenorganisatie aan de donateurs en een groot bedrijf aan de aandeelhouders. Bij de rijksoverheid gaat veel geld om. Zo gaf het Rijk in 2023 € 369,7 miljard uit en ontving het € 374,0 miljard. Over zijn inkomsten, uitgaven en verplichtingen (afspraken die in de toekomst geld kosten) legt het Rijk verantwoording af aan het parlement. En daarmee dus indirect aan de belastingbetalers.
Decharge
Wanneer het Rijk verantwoording heeft afgelegd, kan de Tweede Kamer ‘decharge’ verlenen aan iedere minister. Dat betekent dat zij officieel goedkeurt hoe de minister in het afgelopen begrotingsjaar de financiën heeft afgehandeld op haar of zijn ministerie. De Tweede Kamer kan ook voorwaarden verbinden aan de decharge, of geen decharge verlenen. Dat laatste gebeurt bijna nooit. Als decharge is verleend, is het Rijk niet langer verantwoordelijk voor de financiën in dat jaar. Daarmee is het begrotingsjaar afgerond.
Verklaring van goedkeuring
Om decharge te kunnen verlenen, moeten de Tweede Kamerleden weten of de ministers hun werk goed hebben gedaan. Daarvoor kunnen ze de jaarverslagen lezen. Maar ze krijgen ook hulp van de Algemene Rekenkamer. Onderzoekers van de Algemene Rekenkamer bestuderen onder andere alle jaarverslagen. Ze doen ook nog ander onderzoek. Op basis daarvan geeft het college van de Algemene Rekenkamer een ‘verklaring van goedkeuring’ in de Staat van de rijksverantwoording. Zonder die verklaring kan de Tweede Kamer de ministers geen decharge verlenen. Zo staat het in de Staat van de rijksverantwoording 2023:
Wij verlenen goedkeuring aan de rijksrekening en -saldibalans die zijn opgenomen in het Financieel Jaarverslag van het Rijk 2023. Van de € 369,7 miljard aan uitgaven is 99,66% rechtmatig en van de € 374,0 miljard aan ontvangsten 99,90%. Van de € 401,1 miljard aan verplichtingen is 98,89% rechtmatig.
Wij plaatsen dit jaar een kanttekening bij onze verklaring van goedkeuring. Aanleiding hiervoor zijn de overschrijding van de tolerantiegrens bij de verplichtingen én de fouten en onzekerheden die wij aantroffen in de afgerekende voorschotten.
De overschrijding van de tolerantiegrens bij de verplichtingen komt doordat te veel overeenkomsten niet volgens de regels zijn afgesloten. Daardoor loopt het Rijk het risico dat geld niet wordt besteed zoals bedoeld of dat de overheid meer betaalt voor ingekochte diensten en goederen dan nodig. Daarom is het belangrijk dat het financieel beheer, en in het bijzonder het inkoopbeheer, verbetert.
Onmisbaar
De Algemene Rekenkamer moet een verklaring van goedkeuring geven, maar ze kan er wel bij zetten dat ze kritisch is. En de Staat van de rijksverantwoording is dus een onmisbaar rapport. Want zonder de verklaring van goedkeuring die erin staat, kunnen de ministers geen decharge krijgen en kan het begrotingsjaar niet worden afgesloten.