Grotere rol Zorginstituut bij kwaliteitsstandaarden
Het Zorginstituut zou een grotere rol moeten krijgen bij de invoering van kwaliteitsstandaarden in de zorg. De mogelijkheid om dit te regelen is er, nu de minister van VWS werkt aan een wetsvoorstel dat het kabinet en de Tweede Kamer de kans geeft om in te grijpen, als die kwaliteitsstandaarden de zorguitgaven naar onaanvaardbare hoogte zouden stuwen.
De Algemene Rekenkamer doet die suggestie in haar verantwoordingsonderzoek over 2017. De Algemene Rekenkamer bekeek het Kwaliteitskader verpleeghuiszorg, waarvoor professionals in de verpleeghuiszorg, organisaties van cliënten en zorgverzekeraars de bouwstenen leverden. Doordat deze kwaliteitsstandaard begin 2017 van kracht is geworden, zullen de jaarlijkse uitgaven van verpleeghuiszorg op termijn stijgen met € 2,1 miljard.
Uitgavenstijging onontkoombaar
De Algemene Rekenkamer benadrukt dat het kwaliteitskader geheel conform wettelijk vastgelegde spelregels tot stand is gekomen. In het voorjaar van 2017 bleek uit een analyse van het Ministerie van VWS en de landsadvocaat dat de stijging van de uitgaven aan verpleeghuiszorg juridisch onontkoombaar was. Zorginstituut, minister noch Tweede Kamer kan afwegen of de opbrengsten van een nieuwe standaard opwegen tegen de extra uitgaven. Een voorgenomen wetswijziging waaraan wordt gewerkt moet dit deels repareren.
Bij haar suggestie om het Zorginstituut een grotere rol te geven op de kwaliteitsstandaarden voor de zorg, verwijst de Algemene Rekenkamer naar de besluitvorming over het al dan niet opnemen van behandelingen (bijvoorbeeld met nieuwe geneesmiddelen) in het basispakket. Daarbij maakt het Zorginstituut een inhoudelijke afweging en brengt het een advies uit aan de minister. De minister besluit uiteindelijk over opname in het basispakket en is hierop aanspreekbaar door de Tweede Kamer.
Minister vindt toets voldoende
De minister van VWS legt het voorstel van de Algemene Rekenkamer naast zich neer. Hij zegt dat met de wetswijziging zal worden vastgelegd dat de kwaliteitsstandaarden moeten leiden tot doelmatige zorg. Het Zorginstituut hoeft dan alleen te toetsen of de partijen in het veld dat ‘inzichtelijk, consistent en deugdelijk gemotiveerd’ hebben, schrijft de minister.
De Algemene Rekenkamer benadrukt dat de minister – net als bij pakketbesluiten – zo goed mogelijk in staat wordt gesteld de doelmatigheid van de zorg af te wegen.