In 2021 schoot financieel beheer bij Ministerie van VWS nog steeds ernstig tekort
Ook in 2021 heeft het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport onder grote druk gestaan door de aanhoudende coronacrisis. De minister heeft beter zicht gekregen op de problemen in het financieel beheer. Desondanks schoot het financieel beheer volgens de Algemene Rekenkamer ook in 2021 nog steeds ernstig tekort.
De minister gaf € 33 miljard uit. Ter vergelijking: in 2019 – vóór de coronacrisis – was dat € 18 miljard. Een kwart van de uitgaven in 2021 hield direct verband met de coronacrisis: € 8,2 miljard. Zo ging er geld naar de GGD’en en de veiligheidsregio’s, naar testcapaciteit en ontwikkeling en aankoop van vaccins.
Veel coronacrisisuitgaven niet volgens de regels besteed
De Algemene Rekenkamer stelt in het verantwoordingsonderzoek over 2021 vast dat een deel van deze uitgaven onrechtmatig of onzeker is. Het financieel beheer door het ministerie schiet, net als over 2020, nog ernstig tekort. Geld is niet altijd volgens de regels uitgegeven. Met name bij inkopen zijn fouten gemaakt. Soms zijn inkopen gedaan zonder meer leveranciers te raadplegen zonder dat de noodzaak daartoe goed was onderbouwd. In een aantal gevallen zijn dossiers incompleet waardoor niet kan worden vastgesteld of verplichtingen volgens de regels zijn aangegaan. Ook is bij sneltesten voor werkgevers niet aangetoond of álle afgenomen sneltesten waarvoor was betaald, echt zijn uitgevoerd.
Bij de coronacrisismaatregelen gaat het om fouten en onzekerheden voor € 1,7 miljard in de uitgaven. Ook een deel van de aangegane verplichtingen (in 2021 gemaakte afspraken over toekomstige uitgaven) zijn niet volgens de regels: voor € 3,7 miljard van de bijna € 10 miljard aangegane verplichtingen zijn fouten of onzekerheden vastgesteld.
Structurele versterking noodzakelijk
De bedragen die de Algemene Rekenkamer beoordeelt als niet rechtmatig of onzeker liggen wel lager dan over het jaar 2020. De minister van VWS heeft vaker dan in 2020 het parlement tijdig geïnformeerd over uitgaven en verplichtingen.
Voor uitgaven die niets te maken hebben met de crisis heeft het ministerie zich wel grotendeels aan de regels gehouden. Van alle VWS-uitgaven is bijna € 2 miljard onrechtmatig of onzeker, van de verplichtingen ruim € 4,1 miljard. Positief is dat de minister van VWS inmiddels zelf goed zicht heeft op de problemen in het financieel beheer. De minister heeft afgelopen jaar extra financieel personeel aangetrokken. De Algemene Rekenkamer benadrukt het belang van een structurele versterking van het financieel beheer bij dit ministerie. In zijn reactie op het onderzoek herkent de minister de problemen en zegt hieraan te werken.
Coronagerelateerde uitgaven toegenomen, rechtmatigheidsbevindingen boven de tolerantiegrens maar wel afgenomen.
Centrale zicht op voorraden beperkt
Het Ministerie van VWS heeft geen goed zicht op de grote voorraden aan persoonlijke beschermingsmiddelen, testen, laboratoriummaterialen en vaccins die door de coronapandemie zijn opgebouwd. Inzicht en regie ontbreken daarvoor bij het ministerie zelf, terwijl wel op lager (decentraal) niveau inzicht bestaat in het materieelbeheer op onderdelen. Zo heeft het RIVM - zelf onderdeel van het ministerie - het beheer van de voorraad vaccins goed op orde. Maar het ministerie weet bijvoorbeeld niet hoeveel laboratoriummaterialen er nog op voorraad zijn.
Verdere verbetering subsidiebeheer nodig
De minister van VWS heeft het risico op misbruik of oneigenlijk gebruik van bepaalde subsidies in 2021 niet goed geanalyseerd. Dit geldt bijvoorbeeld voor subsidies voor coronabanen in de zorg of de bonus voor zorgprofessionals. Bij diverse subsidies zijn nog geen afspraken gemaakt over controles op de juiste besteding. Mede hierdoor kunnen verstrekte voorschotten nog niet afgerekend worden.
VWS moet informatiebeveiliging GGD’en beter controleren
Het Ministerie van VWS controleert te weinig of de informatiebeveiliging van GGD’en, die veel werk tijdens de pandemie hebben verzet, op orde is. Voor de CoronaCheck-app werden veel minder controles bij de GGD’en uitgevoerd dan bij commerciële aanbieders van coronatesten.