Schenkingsvrijstelling effectief middel voor verlagen hypotheekschuld
Een belastingvrije schenking tot €100.000 mogelijk maken voor de financiering van een woning heeft bijgedragen aan een lagere totale en gemiddelde hypotheekschuld van Nederlanders. Ook het aantal hypotheken dat ‘onder water staat’ is door de fiscale regeling in de jaren 2013 en 2014 verminderd.
De Algemene Rekenkamer acht na onderzoek het verband tussen de tijdelijke aanpassing en dit resultaat aannemelijk. Nu sinds begin 2017 de schenkingsvrijstelling blijvend is ingevoerd, verwacht de Algemene Rekenkamer dat dit eveneens een positieve invloed zal hebben op de verlaging van de hypotheekschuld. Onzeker is hoeveel geld de schatkist hierdoor zal mislopen. Voor 2013 en 2014 was dat ruim tien keer zoveel als wat het Ministerie van Financiën had geraamd. Vanaf 2017 verwacht de minister een derving van € 97 miljoen per jaar. Er is moeilijk een goede voorspelling te doen hoe vaak een beroep op deze fiscale regeling zal worden gedaan.
Tot 2013 werd er gemiddeld 5.000 maal per jaar gebruik gemaakt van de (sinds 2009 bestaande) vrijstelling voor een eenmalige schenking ten behoeve van de eigen woning. Dat kostte de Staat gemiddeld € 29 miljoen per jaar door lagere belastingafdracht. Voor 2013 en 2014 was vanwege de verruiming op een verdubbeling gerekend door het ministerie. In werkelijkheid werd in die twee jaar de regeling 159.000 keer gebruikt. In geld: er was rekening gehouden met € 104 miljoen minder belastingafdracht, het werd € 1.093 miljoen minder, ruim het tienvoudige.
Dat staat in het rapport Schenkingsvrijstelling eigen woning – Effecten op de hypotheekschuld. De Algemene Rekenkamer publiceert dit op 6 december 2017.
Minder hypotheken onder water
Toch is het fiscaal instrument effectief, omdat de beleidsdoelen gehaald zijn: de totale hypotheekschuld daalt sinds de tijdelijke verruiming van de regeling. Ook het aantal woningen waarvoor geldt dat er een hogere hypotheek op rust dan de WOZ-waarde (‘onder water staan’) stabiliseert sinds 2013 en laat sindsdien een lichte daling zien. Overigens zorgen de aantrekkende economie en huizenmarkt ook voor minder onderwaterhypotheken.
Uit het onderzoek van de Algemene Rekenkamer naar de belastingaangiften van de 159.000 schenkingontvangers blijkt dat het merendeel (circa 74 %) van hen dit geld benut heeft voor het aflossen van (een deel van) de hypotheekschuld. De overige ontvangers zetten het geld in voor een verbouwing aan de woning of koop van een huis.
Leeftijdseis
Toen de tijdelijke fiscale verruiming werd beëindigd, daalde het aantal schenkingsvrijstellingen weer tot onder de 10.000 per jaar. Het vorige kabinet heeft met ingang van 1 januari 2017 de verruimde schenkingsvrijstelling eigen woning permanent gemaakt. Daarbij is de voorwaarde ingevoerd dat deze alleen geldt voor ontvangers van 18 tot 40 jaar. Deze leeftijdseis kan ertoe leiden dat het effect beperkt wordt voor het halen van het doel: de totale hypotheekschuld verlagen. De Algemene Rekenkamer verwacht op basis van de ervaringscijfers dat de regeling door de leeftijdsgroep 18 tot 40 jaar meer benut wordt om een huis te kopen en minder om een bestaande hypotheek af te lossen. Omdat het aandeel jongeren met een ‘onderwaterhypotheek’ relatief groot is, zal de leeftijdseis hoogstwaarschijnlijk wel effectief zijn voor het tegengaan van onderwaterhypotheken.
De blijvende herinvoering van de regeling zal naar verwachting een minder groot effect per jaar hebben dan in 2013 en 2014. Toen was immers duidelijk dat de belastingvrijstelling van korte duur zou zijn.
De Algemene Rekenkamer beveelt de betrokken bewindspersonen vervolg-onderzoek aan om vast te stellen of in de nieuwe situatie deze regeling effectief is en welke criteria daarbij van belang zijn. De staatssecretaris van Financiën geeft aan dat de permanente regeling voor schenkingsvrijstelling geëvalueerd zal worden en voegt eraan toe dat het bij de derving van inkomsten om een fictief bedrag gaat.