Schenkingsvrijstelling eigen woning
De in 2013 en 2014 tijdelijk uitgebreide ‘vrijstelling schenkbelasting eigen woning’ is onverwacht populair gebleken; de regeling is intensief gebruikt. De regeling is in de meeste gevallen (bij naar schatting 74% van de schenkingen) benut voor het doen van een aflossing op de hypotheek. Daarmee is het aannemelijk dat de regeling een bijdrage levert aan het terugbrengen van de totale hypotheekschuld en het aantal ‘onderwaterhypotheken’. We verwachten dan ook dat de permanente regeling zoals die per 1 januari 2017 is ingegaan, ditzelfde effect zal hebben.
Regeling wordt hoofdzakelijk benut om hypotheek af te lossen
De gemiddelde hypotheekschuld van woningeigenaren is na een jarenlange stijging vanaf 2013 gaan afnemen. Het aantal ‘onderwaterhypotheken’ laat eenzelfde ontwikkeling zien. In hoeverre deze ontwikkelingen zijn beïnvloed door de schenkingsvrijstelling is niet eenduidig vast te stellen. Wel kunnen we constateren dat de regeling heeft gezorgd voor een grote toename in het aantal schenkingen. Bovendien zien we dat de regeling door mensen met een relatief slechte hypotheekpositie wordt benut. Het merendeel van de mensen (naar schatting 74%) gebruikt de regeling om de hypotheekschuld te verkleinen. Het oormerken van de vrijstelling heeft ervoor gezorgd dat de schenkingen zijn aangewend zoals beoogd.
Wij constateren dat de uitbreiding van de schenkingsvrijstelling in 2013/2014 tot aanzienlijk meer gederfde inkomsten heeft geleid dan was verwacht doordat het aantal schenkingen veel hoger uitviel dan was voorzien. Met de uitbreiding was € 1.035 miljoen gemoeid, terwijl € 104 miljoen was geraamd.
De structurele regeling vanaf 2017 zal vermoedelijk een veel minder groot effect op het aantal schenkingen teweeg brengen. In 2013/2014 was de regeling bedoeld als tijdelijke impuls, wat vermoedelijk zorgde voor de enorme stijging van het aantal schenkingen. Dat maakt dat de omvang van het effect van de regeling vanaf 2017 vermoedelijk ook kleiner zal zijn. Voor de permanente verruiming van de regeling rekent Financiën op een structurele derving van € 97 miljoen per jaar. Ook bij deze raming zijn de te verwachten aantallen schenkingen de onzekere factor. Dit heeft zijn weerslag op de omvang van de derving en op de omvang van de effecten.
Waarom onderzochten wij de schenkingsvrijstelling?
Het doel van ons onderzoek was om vast te stellen of het aannemelijk is dat de (verruimde) vrijstelling schenkbelasting ten behoeve van de eigen woning zal bijdragen aan de doelen van de regeling vanaf 2017: het verminderen van de hypotheekschuld en het aantal onderwater-hypotheken. Daarnaast wilden we in brede zin evaluatie van (dit type) beleid stimuleren.
Wat zijn onze aanbevelingen?
Op basis van ons onderzoek vinden wij het aannemelijk dat de huidige regeling bijdraagt aan een vermindering van de totale hypotheekschuld en het aantal onderwaterhypotheken. Om deze aanname te toetsen zal de effectiviteit van de regeling ook in de nieuwe situatie moeten worden onderzocht. Wij bevelen de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) en de staatssecretaris van Financiën aan dit vervolgonderzoek te laten uitvoeren. Daarbij zullen criteria moeten worden geformuleerd aan de hand waarvan het succes van de regeling kan worden afmeten.
Tevens bevelen we aan om de komende jaren het aantal schenkingen te monitoren. Op basis van de regeling 2013/2014 blijkt dat het aantal te verwachten schenkingen lastig te voorspellen is. Als blijkt dat onder de nieuwe verruiming het aantal schenkingen hoger uitkomt dan 20.000 zal dat ‘opnieuw’ tot gevolg hebben dat de derving van inkomsten hoger is dan ingeschat. Het aantal schenkingen is ook relevant voor de bepaling van de omvang van de effecten van de regeling. In de evaluatie van de regeling zal dit dus ook een plaats moeten krijgen.
Welke normen & methoden gebruikten wij in ons onderzoek naar de Schenkingsvrijstelling?
We hebben voor dit onderzoek gebruikgemaakt van diverse databestanden van de Belastingdienst. Onderstaande twee datasets zijn voor ons gekoppeld door de afdeling Data & Analytics van de Belastingdienst, zodat na koppeling de databestanden anoniem waren (ontdaan van BSN’s).
- Aangiften schenkbelasting (alle schenkingen van 2010 tot en met 2014)
- Aangiften Inkomstenbelasting van alle begunstigden
Om een beeld te kunnen geven van wat de begunstigden hebben gedaan met het ontvangen geld hebben we de groep die onder de regeling viel gevolgd in hun ‘fiscale woongedrag’. Voor deze schenkingen zijn we nagegaan of er in de jaren volgend op het ontvangen van de schenking ontwikkelingen hadden plaatsgevonden inzake hypotheekschuld, erfpacht, restschuld en/of aankoop van een woning.
Om te toetsen of het oormerken van een schenkingsvrijstelling de beoogde invloed heeft gehad hebben we het bestedingsgedrag van ontvangers van een schenking met een oormerk vergeleken met het bestedingsgedrag van ontvangers van een schenking zonder oormerk. We hebben om die reden met een uitgebreider bestand gewerkt waarin alle aangegeven eenmalige schenkingen van 2010 tot en met 2016 waren opgenomen.
Stand van zaken
De staatssecretaris van Financiën heeft op 22 november 2017 - mede namens de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties – op ons conceptrapport gereageerd. De volledige brief is opgenomen op onze website.
De bewindslieden geven aan de aanbevelingen ter harte te nemen bij de reeds aan de Tweede Kamer toegezegde evaluatie van de structurele regeling.