Voortgang verbeteringen Immigratie- en Naturalisatiedienst
Stand van zaken 2012
De Algemene Rekenkamer heeft onderzoek gedaan naar de voortgang van de verbeteringen bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND). Medio 2004 kampte de IND met een stagnatie van de uitgifte van verblijfsdocumenten aan vreemdelingen en oplopende achterstanden bij verlengingsaanvragen. In 2009 constateerden wij dat er verbeteringen waren doorgevoerd: de behandeltijden waren korter en bleven (gemiddeld) binnen de wettelijke termijnen. Wij hebben in 2012 opnieuw de stand van zaken opgemaakt. Daaruit blijkt dat de behandeltijden van aanvragen tot toelating regulier verblijf weer langer zijn geworden en (gemiddeld) niet meer binnen de wettelijke termijnen blijven.
Conclusies
De IND (een dienst van het Ministerie van Veiligheid en Justitie) is verantwoordelijk voor de uitvoering van het vreemdelingenbeleid in Nederland. De IND behandelt drie soorten aanvragen: regulier (voor studie, beroep of om sociale redenen), asiel en naturalisatie. Aanvragen voor asiel en naturalisatie vormen een relatief klein deel (14% in 2012) van de totale werkstroom van de IND. Wij hebben daarom alleen het werkproces rondom aanvragen voor toelating regulier verblijf onderzocht.
Van de bezwaarschriften werd in 2012 slechts 50% tijdig afgehandeld. Het aantal klachten en ingebrekestellingen is mede hierdoor gestegen en deze worden bovendien voor een steeds kleiner deel (respectievelijk 84% en 52% in 2012) binnen de wettelijke termijn afgedaan.
Volgens ons worden de langere doorlooptijden mede veroorzaakt door het later dan gepland invoeren van het processysteem INDiGO. Het systeem is bedoeld om het productieproces efficiƫnter te laten verlopen en betere informatie daarover op te leveren. INDiGO zou aanvankelijk in de tweede helft van 2010 ingevoerd worden, maar de IND heeft de voortgang van de invoering consequent te rooskleurig ingeschat. Eind 2012 was INDiGO nog steeds niet volledig in gebruik genomen. De personeelsreductie die met het verbeterprogramma IND bij de Tijd, waarvan INDiGO deel uitmaakt, voor eind 2012 was beoogd, is echter wel doorgevoerd. Daarbij komt dat er sprake is van aanvullende bezuinigingstaakstellingen, terwijl niet duidelijk is hoe de IND ervoor kan zorgen dat zij met minder middelen toch de prestaties kan leveren die van haar verwacht worden.
De in 2012 aan de Tweede Kamer gerapporteerde kosten van de invoering van INDiGO blijken inmiddels 59% hoger te zijn dan oorspronkelijk begroot. De integrale kosten zijn echter nog hoger, omdat bijvoorbeeld niet alle aanvullende investeringen en onderhoudskosten in 2011 en 2012 als kosten van INDiGO zijn geboekt. Hierdoor heeft de Tweede Kamer geen volledig inzicht in de totale kosten die met INDiGO gemoeid zijn tot het moment van feitelijke ingebruikname.
Aanbevelingen
Wij bevelen de minister van VenJ aan om inzichtelijk te maken op welke wijze en op welk moment de IND de aanvragen voor toelating regulier verblijf en bezwaarschriften weer binnen de wettelijke termijn kan afhandelen. Daarbij moet specifiek in beeld worden gebracht wanneer INDiGO volledig operationeel kan zijn en welke bijdrage dit systeem kan leveren aan de verbetering van de doorlooptijden van procedures en aan de besparingen op de IND. Tevens zal de IND zich ons inziens moeten afvragen of met name het automatisch volgen van indicaties uit INDiGO om in de toekomst beslissingen uit te voeren heroverweging verdient.
Verder bevelen wij de minister van VenJ aan om, in lijn met ons rapport Bezuinigingen op uitvoeringsorganisaties van januari 2013, de voornemens om te bezuinigingen op de IND apart te vermelden in de begroting en verantwoording. Daarbij moet expliciet in beeld worden gebracht hoe de minister de beoogde prestaties op het gebied van doorlooptijden en de andere prestaties van de IND gaat realiseren binnen het aan hem ter beschikking gestelde budget dan wel aangegeven worden op welke wijze hij de prestaties bijstelt.
Reactie en nawoord
De staatssecretaris van VenJ geeft in reactie op het rapport aan dat de implementatie van INDiGO in 2013 is afgerond. Hij geeft aan dat de behandelduur van verblijfsvergunningen sinds begin 2013 weer afneemt. Wij hopen dat deze lijn doorzet. Aan de feitelijke gegevens over 2013 zullen we aandacht besteden in ons verantwoordingsonderzoek bij het Ministerie van VenJ dat in mei 2014 verschijnt.