Trendrapport open data 2015

Het kabinet kan nog veel meer gegevens als open data aanbieden dan op dit moment het geval is. Dat blijkt uit internationale voorbeelden waarbij meer informatie als open data gepubliceerd wordt, zoals de zorg (data over verleende zorg) en voedselveiligheid (uitkomsten van inspectiebezoeken bij horecagelegenheden). Dit staat in ons Trendrapport open data 2015.
 

Conclusies

Gestage opmars

We zien dat het kabinet en de afzonderlijke departementen in het afgelopen jaar stappen hebben gezet om ervoor te zorgen dat open data gangbaarder worden. Mede naar aanleiding van ons eerste Trendrapport open data coördineert het Ministerie van BZK momenteel een rijksbrede dataset-inventarisatie. Uit die inventarisatie wordt voorjaar 2015 duidelijker over welke data (open en gesloten) de overheid beschikt. Dit is een belangrijke stap, omdat daarmee beter kan worden bepaald welke open data beschikbaar kunnen worden. Hiermee volgt Nederland de goede voorbeelden van het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten. Deze landen ontsluiten via nationale dataportalen open data en bieden inzicht in welke data (vooralsnog) gesloten zijn. Dat past bij een open en transparante overheid.

Aanbod van open data nog gefragmenteerd en eenzijdig

Toch is het aanbod van open data in Nederland, voor zover het ons nationale openda­taportaal betreft, in het afgelopen jaar niet substantieel toegenomen. Departementen hebben bovendien (soms noodgedwongen) voor eigen portalen gekozen, waardoor er een gefragmenteerd landschap is ontstaan aan de aanbodkant van open data. De aan­staande upgrade van data.overheid.nl gaat daar wellicht verbetering in aanbrengen. We zien ook dat het aanbod van open data via het nationale portaal eenzijdig is. Vrijwel alle open data zijn geodata, vrijwel allemaal afkomstig van Rijkswaterstaat. Data die van belang zijn voor publieke controle van overheidsfinanciën en overheidshandelen (‘doedata’) zijn nog amper beschikbaar.

Aanbevelingen

Voor een verdere ontwikkeling van het Nederlandse opendata-beleid zien wij de vol­gende aandachtspunten:

1. Bepaal ambities en mijlpalen in een concreet actieplan

Op basis van de uitkomsten van de rijksbrede data-inventarisatie moeten ministers onderling en met de Tweede Kamer concrete afspraken maken over het ontsluiten van specifieke datasets.

2. Verplicht actief open maken van data

Wij vinden een verplichting tot actief open maken van data wenselijk en nodig, zeker als het gaat om data die onderdeel uitmaken van de nationale informatie-infrastruc­tuur.

3. Ontwikkel een Nationale Informatie-Infrastructuur

Een belangrijk onderdeel van een concreet actieplan is het naar Engels voorbeeld ont­wikkelen van een Nationale Informatie Infrastructuur. Het kabinet zou - aan de hand van de rijksbrede data-inventarisatie - moeten verkennen welke data het grootste maat­schappelijke belang hebben en welke data dus in ieder geval open moeten zijn.

4. Aan de slag met open data bij bijvoorbeeld de decentralisaties sociale domein

De minister van BZK zou, gedurende de transitieperiode van de decentralisaties in het sociaal domein, het voortouw moeten nemen bij het ontwikkelen van een gemeenschappelijke taal voor zowel uitgaven als resultaten van beleid. Ook zou hij bestaand instrumentarium (BBV en IV3) verder moeten ontwikkelen.