Hoe treedt de EU op tegen de gevolgen van de coronacrisis, en wat betekenen de maatregelen voor Nederland?
De uitbraak van het Coronavirus eind 2019 in China en vanaf februari 2020 de verspreiding in Europa en andere landen over de hele wereld begon als een gezondheidscrisis. Vervolgens breidde de uitbraak zich uit naar een crisis die alle onderdelen van het maatschappelijk leven raakte. Tussen het voorjaar van 2020 en 2022 zijn in de EU-lidstaten beperkingen op het economisch en maatschappelijk verkeer soms geleidelijk versoepeld, en daarna weer verscherpt. Door de toenemende vaccinatiegraad binnen de EU zijn vanaf februari 2022 in veel landen de maatregelen weer afgebouwd. Het door de Europese Commissie ingezette beleid om de gevolgen van de coronacrisis te bestrijden (zie hieronder) wordt vooralsnog voortgezet.
Op deze pagina geven we een overzicht van de belangrijkste EU-maatregelen op het gebied van gezondheidzorg en economie met een financiële component. Voor meer algemene overzichten, raadpleeg de COVID-19-sites van de Europese Commissie en Raad.
Financiële maatregelen EU op het terrein van gezondheidszorg
Op het terrein van gezondheidszorg heeft de EU de volgende maatregelen genomen:
-
Op voorstel van de Europese Commissie hebben de Raad van de EU en het Europees Parlement ingestemd met de activering van het zogenaamde Emergency Support Instrument (ESI). Daarmee wordt onder andere geld vrijgemaakt voor een RescEU initiatief, waarmee een strategische voorraad van vitale medische apparatuur kan worden aangehouden en, indien nodig, gedistribueerd. In totaal is hiermee ruim € 3 miljard uit EU-begroting gemoeid, en dienen de EU-lidstaten samen nog eens € 3 miljard bij te dragen.
-
Binnen het Horizon 2020 onderzoeksprogramma van de EU is circa € 1 miljard vrijgemaakt voor de strijd tegen de coronapandemie, en is nog eens € 152 miljoen toegezegd. Kijk hier voor meer informatie.
-
De Europese Commissie heeft namens de EU binnen het zogenaamde Joint Negotiation Team (met daarin naast de Commissie: Duitsland, Frankrijk, Italië, Nederland, Spanje, Zweden en Polen) onderhandeld met vaccin-ontwikkelaars en in de loop van 2020 zes aankoopovereenkomsten gesloten, voor in totaal bijna 2 miljard doses. De Commissie draagt hieraan voor circa € 2,7 miljard bij vanuit het Emergency Support Instrument. Tot en met mei 2022 heeft de EU in totaal nu meer dan 4,5 miljard doses vaccins aangekocht. Kijk hier voor meer informatie over de vaccins.
Naast de bovengenoemde maatregelen, gaf de EU ook steun aan de gezondheidszorg van de lidstaten door het geven van medische richtlijnen, en hielp de EU bij het verkrijgen van beschermende kleding en materialen voor medewerkers in de gezondheidszorg.
Maatregelen EU voor economische steun aan EU-lidstaten
Op 9 april 2020 besloten de ministers van Financiën een financieel steunpakket voor de meest getroffen landen ter waarde van € 540 miljard tot stand te brengen. Het bestaat uit de volgende elementen;
- € 240 miljard uit het Europese noodfonds Europees Stabiliteitsmechanisme (ESM);
- € 200 miljard via de Europese Investeringsbank (EIB);
- € 100 miljard voor het tijdelijk instrument Support to mitigate Unemployment Risks in an Emergency (SURE). Tot en met eind december 2022 is in totaal € 98,4 miljard uitbetaald, aan 19 lidstaten.
Een uitgebreider overzicht van de onderdelen van het steunpakket is hier te vinden.
Op 13 maart 2020 kwam de Europese Commissie met het Corona Response Investment Initiative (CRII). Hierin wordt voor € 37 miljard aan nog niet bestede gelden uit de EU Structuur-en Investeringsfondsen ingezet voor COVID-19-gerelateerde ondersteuning van de zorg, het MKB, kwetsbare sectoren en de arbeidsmarkt. Op 2 april 2020 werd dit initiatief opgevolgd door een aanvullend CRII+ pakket.
CRII en CRII+ zijn onderdeel geworden van Recovery Assistance for Cohesion and the Territories of Europe (React-EU). Hiervoor is € 47.5 miljard beschikbaar om voor de jaren 2021 en 2022 via de EU Structuur- en Investeringsfondsen te kunnen inzetten voor een groen en digitaal herstel van de economie.
Next Generation EU, en de Herstel- en Veerkrachtfaciliteit
Op 27 mei 2020 presenteerde de Europese Commissie haar voorstel voor een herstelfonds van € 750 miljard, genaamd Next Generation EU, in samenhang met de voorstellen voor het nieuwe meerjarig financieel kader 2021-2027 van de EU.
De Europese Commissie krijgt de mogelijkheid een bedrag tot € 750 miljard te lenen op de kapitaalmarkten. Het bedrag dat de Europese Commissie leent op de kapitaalmarkten moet tussen 2028 en 2058 worden terugbetaald.
Op 18 december 2020 werd overeenstemming bereikt over de zogenaamde herstel en veerkrachtfaciliteit. Vanuit dit onderdeel van Next Generation EU zal € 672,5 miljard aan leningen (€ 360 miljard) en subsidies (€ 312,5 miljard) beschikbaar worden gesteld ter ondersteuning van de hervormingen en investeringen in de EU-lidstaten. Om hiervoor in aanmerking te komen moet elke EU-lidstaat een herstelplan opstellen, waarin wordt aangegeven welke investeringen worden voorgesteld, en welke economische hervormingen zullen worden doorgevoerd. De uitvoering van de hervormingen en investeringen moet op 31 december 2026 voltooid zijn.
Inmiddels hebben alle EU-lidstaten een plan ingediend. Nederland heeft dat - als laatste lidstaat - op 8 juli 2022 gedaan. Het Nederlandse plan is hier te vinden. Het plan werd op 8 september 2022 goedgekeurd door de Europese Commissie. Hierdoor komt Nederland in aanmerking voor € 4,7 miljard aan subsidies.
In het najaar van 2023 zal Nederland de eerste betaalaanvraag indienen bij de Europese Commissie. Na goedkeuring door de Europese Commissie wordt daarna een eerste deel van de toegekende subsidie uitbetaald.
Algemene informatie over de faciliteit voor herstel en veerkracht staat hier.
De Europese Commissie heeft op dit moment voor ruim € 97 miljard aan subsidies uitgekeerd, en voor ruim € 47 miljard aan leningen verstrekt. Informatie over onder andere hoeveel geld is verstrekt aan welke lidstaten, en welke doelen daarmee worden behaald, wordt door de Europese Commissie bijgehouden op dit scoreboard.
Maatregelen om EU-lidstaten meer financiële ruimte te bieden
Binnen het Stabiliteits- en Groeipact (SGP) ligt vast hoe hoog het begrotingstekort (maximaal 3% van het BBP) en de staatsschuld (maximaal 60% van het BBP) van EU-lidstaten mag zijn, en hoe landen die daarvan afwijken er naartoe moeten werken.
Op voorstel van de Europese Commissie van 20 maart 2020 hebben de Raad van de EU en het Europees Parlement vanwege de Coronacrisis ingestemd met de activering van de general escape clause van het SGP. Hierdoor kunnen EU-lidstaten op nationaal niveau alle financiële maatregelen nemen die ze nodig achten om de economie te stimuleren, zonder dat er sprake is van het overtreden van de regels van het Stabiliteits- en Groeipact. Op 23 mei 2022 besloot de Commissie – mede door de onzekere economische situatie door de oorlog in Oekraine – om de general escape clause tot aan 2024 te laten gelden.
Op 26 maart 2020 startte de Europese Centrale Bank (ECB) met het Pandemic Emergency Purchase Programme (PEPP). In het kader hiervan zijn onder de verantwoordelijkheid de ECB onder andere staatsobligaties tot een maximum van € 750 miljard opgekocht. Later werd het maximum opgehoogd tot in totaal € 1.850 miljard. Hierdoor wordt het goedkoper voor lidstaten om kapitaal aan te trekken, en kunnen overheden bedrijven en burgers helpen die in de problemen zijn gekomen door de coronacrisis. De ECB heeft eind maart 2022 dit opkoopprogramma stopgezet. In maart 2023 stond de teller op ruim € 1.680 miljard opgekochte overheidsschuld van EU-lidstaten, waarvan ruim € 83 miljard Nederlandse overheidsschuld.
- Meer informatie hierover staat hier.
Tijdelijke aanpassing regels EU op het terrein van staatssteun
Binnen de EU is staatssteun aan bedrijven in principe niet toegestaan. Daarmee wordt oneerlijke concurrentie voorkomen.
In bijzondere gevallen kan de Europese Commissie – onder strenge voorwaarden – wel akkoord gaan met het verlenen van staatssteun. De Europese Commissie heeft geoordeeld dat de COVID-19-crisis een bijzondere situatie is, en heeft daarvoor een tijdelijk beleid opgesteld om de economieën van EU-lidstaten te ondersteunen. Dit beleid ligt vast in het State aid Temporary Framework to support the economy in the context of the COVID-19 outbreak. Het tijdelijke kader is sindsdien 6 keer gewijzigd. Zie deze pagina voor alle gewijzigde versies.
Alle EU-lidstaten moeten de Europese Commissie om toestemming vragen om in het kader van de coronacrisis tijdelijk staatssteun toe te staan. Het tijdelijke staatssteunregime geldt tot en met 30 juni 2022. Een Nederlandse voorstel om in totaal maximaal € 10 miljard toe te kennen voor onder andere liquiditeitssteun aan Nederlandse bedrijven werd op 22 april 2020 door de Europese Commissie goedgekeurd. En op 13 juli 2020 stemde de Commissie in met het Nederlandse voorstel om € 3,4 miljard aan leningen te verstrekken aan KLM. In mei 2021 oordeelde het Europees Hof van Justitie dat de Europese Commissie dit besluit onvoldoende had onderbouwd, en droeg de Commissie op een nieuw besluit te nemen. Op 19 juli 2021 gaf de Commissie opnieuw goedkeuring voor steun aan KLM.
De Europese Commissie heeft voor alle EU-lidstaten voorstellen binnen het nieuwe tijdelijke staatssteunregime goedgekeurd. Hiermee was volgens de Commissie tot en met eind 2021 al circa € 3.100 miljard gemoeid. Voor een overzicht van de tot in 2023 goedgekeurde voorstellen, zie deze informatie van de Europese Commissie.
Wat zijn de gevolgen van de EU-maatregelen voor Nederland?
De EU-maatregelen om de Coronacrisis te bestrijden zijn ook voor Nederland relevant. Het gaat om EU-maatregelen die tot inkomsten voor Nederland kunnen leiden, en maatregelen die Nederland meer financiële ruimte bieden voor uitgaven. Tegelijkertijd leiden de maatregelen ook tot kosten voor Nederland, bijvoorbeeld door extra afdracht aan de EU of doordat Nederland samen met andere EU-lidstaten garant moet staan voor uitgaven op EU-niveau. Figuur 1 geeft een samenvattend beeld van de impact van de EU maatregelen op Nederland.
Een uitgebreider overzicht van de baten en lasten voor Nederland van de EU coronacrisismaatregelen is te vinden in deze tabel.
Onder andere door de versoepeling van regels van het Stabiliteits- en Groeipact (SGP) mocht Nederland het begrotingstekort en staatsschuld boven de normen van het SGP laten oplopen. Verder mocht Nederland onder het tijdelijke staatssteunkader meer staatssteun verlenen. Nederland heeft van deze mogelijkheid gebruikgemaakt en tot en met 3 november 2022 voor circa € 27 miljard aan staatssteun toegekend (Bron: staatssteunbrief en bijbehorende bijlage van de Europese Commissie van oktober 2022) Dit bedrag bestaat uit steun waarvoor de Europese Commissie goedkeuring heeft moeten geven, bijvoorbeeld de steun voor KLM en het openbaar vervoer. Zie voor de Nederlandse staatssteunmaatregelen dit overzicht. De vervaldatum van het tijdelijke staatssteunkader was 30 juni 2022.
Zie het State aid Scoreboard van Eurostat voor alle data, inclusief coronasteun, over Nederlandse staatssteunuitgaven tot en met 2021.
Wat betekenen de maatregelen van de EU voor het werk van de Algemene Rekenkamer en Europese Rekenkamer?
De Algemene Rekenkamer volgt en controleert de Nederlandse rijksoverheid en de daarmee verbonden instellingen. De controlebevoegdheid voor EU-gelden die direct worden geïnvesteerd in de lidstaten ligt bij de Europese Rekenkamer (ERK). Zodra er sprake is van besteding van EU-gelden in Nederland, is er in vrijwel alle gevallen ook sprake van een controlebevoegdheid voor de Algemene Rekenkamer.
De ERK heeft verschillende adviezen gepubliceerd, zoals over het CRII+ pakket, een advies over REACT-EU, een advies over de faciliteit voor herstel en veerkracht.
De ERK publiceerde op 9 december 2020 een rapport over de maatregelen die de EU heeft genomen om de economische gevolgen van de coronacrisis tegen te gaan, en op 18 januari 2021 over de uitdagingen voor de EU op het terrein van volksgezondheidbeleid door de coronacrisis. Recent heeft de ERK publiceerde de ERK een aantal rapporten over de herstel- en veerkrachtfaciliteit, zoals over de door de Europese Commissie hiervoor ontwikkelde controlesystemen.
De financiële en economische crises vanaf 2008 hebben laten zien dat Europese maatregelen gevolgen kunnen hebben voor mogelijkheden van rekenkamers om onafhankelijk onderzoek te blijven doen. Dit kan het geval zijn bij controle op de inzet van gelden vanuit het Europese noodfonds ESM, of bij onderzoek naar de gevolgen van de verruiming van de kapitaaleisen die gelden voor banken in de eurozone. Over het ESM publiceerden we de blog “ESM en het belang van onafhankelijke controle”. En over de bankenunie publiceerden we de blog "Europese bankenunie houdt rekenkamers buiten de deur”.