Worden EU-subsidies in Nederland volgens de regels besteed?
Het is belangrijk dat geld uit Europa volgens de regels wordt uitgegeven en dat de burger kan zien dat dat ook gebeurt. Het gaat immers om veel geld dat burgers en bedrijven moeten opbrengen.
Elk jaar draagt Nederland zo’n € 9 à 10 miljard aan de Europese Unie (EU) af (in 2022 10 miljard volgens het Financieel jaarverslag van het Rijk 2022). Volgens de Europese Commissie is dit bedrag overigens aanzienlijk lager. De Commissie hanteert een andere definitie dan de Nederlandse regering.
De afdrachten van Nederland aan de EU zijn een optelsom van:
- de zogenoemde traditionele eigen middelen van de EU (zoals de douanerechten),
- een percentage BTW-middelen,
- een bijdrage gebaseerd op bruto nationaal inkomen (bni-percentage).
Sinds 2021 is er een vierde middel, te weten:
- een bijdrage berekend op grond van niet-gerecycled kunststof verpakkingsafval.
Welke EU-subsidies ontvangt Nederland?
Nederland ontvangt van de EU zogenoemde subsidies in gedeeld beheer. Het gaat in de periode 2021-2027 om de Europese landbouwfondsen, te weten het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) en het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO), de structuur- en investeringsfondsen, te weten het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO), het Europees Sociaal Fonds (ESF+), het Europees Fonds voor Meest Behoeftigen (EFMB) en het Europees Fonds voor Maritieme Zaken, Visserij en Aquacultuur (EFMZVA), en de migratie- en veiligheidsfondsen, te weten het Asiel, Migratie en Integratiefonds (AMIF), het fonds voor geïntegreerd grensbeheer (BMVI) en het fonds voor interne veiligheid (ISF).
Daarnaast is er het Just Transition Fund (JTF). De Commissie verstrekt subsidies aan lidstaten na te hebben vastgesteld waar de groene transitie de zwaarste negatieve gevolgen zal hebben. Tot slot is er de Brexit Adjustment Reserve (BAR). Zie voor meer informatie Wat zijn de gevolgen van Brexit voor Nederland? De inkomsten voor Nederland via de fondsen in gedeeld beheer waren in 2022 ongeveer € 1,0 miljard. Zie: Wat draagt Nederland bij en wat ontvangt Nederland van de EU?
Elk Europees land, dus ook Nederland, beheert het geld dat het uit deze fondsen krijgt samen met de Europese Commissie. Dat betekent dat elk land mede verantwoordelijk is voor een goede besteding. Het moet voor iedereen inzichtelijk zijn dat er nergens is gesjoemeld en dat er geen fouten zijn gemaakt.
Daarnaast ontvangt Nederland ook jaarlijks gelden vanuit EU-programma´s waarbij de Europese Commissie verantwoordelijk is voor het goed functioneren van de systemen en juiste besteding. Het grootste deel van deze gelden gaat naar het Horizon2020 programma voor onderzoek (sinds 2021 omgedoopt in Horizon Europe). In de periode 2014-2020 is vanuit dit programma volgens het Horizon2020 dashboard van de Europese Commissie aan Nederlandse organisaties in totaal voor € 5,38 miljard toegekend. Over de periode 2021-2027 is volgens datzelfde dashboard tot april 2023 in totaal € 1,42 miljard toegekend.
Een andere (nieuwe) inkomstenstroom in direct beheer naar de lidstaten komt vanuit de Herstel- en Veerkracht Faciliteit (RRF, zie ook Wat draagt Nederland bij en wat ontvangt Nederland van de EU?). Lidstaat Nederland maakt aanspraak op € 4,7 miljard. Vanwege een aanvulling op basis van RePowerEU komt daar naar verwachting nog ruim €750 miljoen bij. Nederland verwacht in het derde kwartaal van 2023 een eerste betalingsverzoek in te dienen.
Verantwoording over besteding geld uit Europa in Nederland
De Nederlandse regering neemt haar verantwoordelijkheid voor de besteding van Europees geld serieus. Dat de euro’s die ons land heeft ontvangen uit de EU volgens de regels zijn uitgegeven, verklaren de verantwoordelijke ministers op de derde woensdag in mei, als onderdeel van de verantwoordingsstukken van het kabinet, gericht aan de Staten-Generaal. Tot 2021 gebeurde dat via de Nationale Verklaring, als onderdeel van het Financieel Jaarverslag Rijk. Vanaf 2021 gebeurt dat via een aparte EU-paragraaf in de jaarverslagen van de ministers die verantwoordelijk zijn voor de fondsen in gedeeld beheer. Dit zijn fondsen waarbij de EU en de lidstaat gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor de rechtmatige, doelmatige en doeltreffende besteding van de middelen. Volgens de departementale jaarverslagen over 2022 wijzen de controlerapporten van de auditautoriteit erop dat in Nederland de beheers- en controlesystemen in 2021-2022 naar behoren functioneerden. Wel constateerde de Auditdienst Rijk een onzekerheid voor ELFPO, en voor het ELGF (landbouwfonds) een foutmarge van 2,27%. Omdat dit percentage hoger ligt dan is toegestaan (2%) heeft de Auditdienst Rijk geen goedkeurende verklaring kunnen afgeven voor het ELGF.
In ons rapport bij de Nationale Verklaring controleerden we tot 2021 jaarlijks of de Nationale Verklaring aan de eisen voldoet.
Vanaf 2021 controleren we de totstandkoming van de EU-paragraaf in de jaarverslagen van de ministeries, als onderdeel van de totstandkoming van de bedrijfsvoering informatie in ons jaarlijkse verantwoordingsonderzoek. De Rekenkamer kan, indien zij dat nodig vindt, aanvullend onderzoek doen naar de rechtmatigheid, doeltreffendheid en doelmatigheid van de betreffende uitgaven.
Geen verantwoording over de besteding van geld in andere EU-lidstaten
Of de Europese subsidies overal in de EU volgens de regels worden uitgegeven, is helaas veel minder duidelijk. Het is namelijk niet gebruikelijk dat EU-lidstaten aan hun nationale parlementen rapporteren over de rechtmatigheid van de EU-subsidie-uitgaven in hun land.
Wel is op Europees niveau geregeld dat elke lidstaat per fonds een samenvatting van de controleresultaten aan de Europese Commissie stuurt (een zogenoemde ‘annual summary’). Deze zijn echter niet openbaar en bovendien zijn het geen formele stukken namens de minister of regering van het betreffende land. De transparantie over de besteding van de subsidies in de EU blijft een belangrijk aandachtspunt voor de Algemene Rekenkamer.
Het kabinet neemt sinds het jaar 2016 in het Financieel Jaarverslag van het Rijk een aparte passage op over de systematiek van de afdrachten.
Beoordeling EU-uitgaven door de Europese Rekenkamer
De Europese Rekenkamer beoordeelt elk jaar of de uitgaven van de EU volgens de regels (‘rechtmatig’) zijn gedaan. Dit oordeel is nog nooit positief geweest, omdat er te veel fouten worden gemaakt bij de besteding door de EU-lidstaten.
Tot 2016 gaf de Europese Rekenkamer een afkeurend oordeel over de uitgaven van de Europese begroting. Voor de jaren 2016-2018 gaf de Europese Rekenkamer een oordeel met een beperking af. Het foutenpercentage liep in de periode 2014-2018 terug van circa 4,4% in 2014 naar circa 2,6% in 2018. In haar laatste rapport over verslagjaar 2021 geeft de Europese Rekenkamer net als over de jaren 2019 en 2020, weer een afkeurend oordeel. Het foutenpercentage bij de uitgaven is gestegen van 2,7% in 2019 en 2020 naar 3% in 2021 en de fouten doen zich net als de eerdere jaren vooral voor bij de hoge risico-uitgaven. Zie blog collegelid Ewout Irrgang.